Ook thans werden weer verscheidene punten behandeld, die reeds eerder onderwerp van bespreking hadden uitgemaakt, zooals de financieele verhouding tusschen Rijk en gemeenten; herziening van de Zondagswet; over de vraag, of de stemplicht tevens opkomstplicht bij verkiezingen met zich brengt. Voorts bestond er verschil van meening omtrent de vraag, of het noodig en wenschelijk was, dat naast de Burgerwacht ook nog de Vrijwillige Landstorm bleef bestaan. De kwestie van de verstrekking van gasmaskers maakte eveneens een punt van langdurige besprekingen uit.

Bij de besprekingen over het Armenwezen kwamen o.a. naar voren, de kosten voor de vluchtelingen hier te lande. De behandeling van het vraagstuk der Volkshuisvesting was aanleiding om o.a. aandrang op de regeering uit te oefenen niet alleen de krotopruiming te bevorderen, maar tevens den woningvoorraad te verruimen.

Sociale Zaken.

Het is vooral op dit departement, dat de gevolgen van den oorlog zwaar drukken. Vele sociale maatregelen, die men graag zou hebben genomen — en die ongetwijfeld zouden zijn voorgesteld, indien niet de vijandelijkheden daarop remmend hadden gewerkt — moesten nu worden uitgesteld. Wij denken b.v. aan de verkorting van den arbeidstijd voor verplegend personeel, waarvoor mej. Alida de Jong zoo warm pleitte; voor het hotel-, café- en restaurant-personeel en de werksters, voor wie Mevr. Mr. B. Bakker-Nor't in het strijdperk trad.

Intusschen, al is het programma van dezen Minister niét zoolang, als velen gehoopt en anderen verwacht hadden, toch heeft hij wel een en ander op zijn lijstje staan, hetgeen hij binnenkort tot verwezenlijking hoopt te brengen. Minister van den Tempel wil de magazijnbedienden, hét baggerbedrijf, het kleintransportbedrijf en zoo mogelijk ook de handelsreizigers onder de Arbeidswet brengen. Voorts wil hij een einde maken aan het drieploegenstelsel in de condensfabrieken en hij stelt een landarbeiderswet, ook voor de volwassen arbeiders, in het zicht. De wettelijke regeling van de vacaritie wil hij doorvoeren, terwijl hij de overwerkvergunningen strenger wil aanpakken en daarvoor de arbeidsinspectie uitbreiden. Tenslotte zegde hij overleg met de werkgevers toe om de thans gemobiliseerden bij demobilisatie in hun bétrekking te herstellen.

Arbeid gehuwde vrouwen.

Bij de behandeling van den arbeidstijd is natuurlijk wederom aangedrongen op ontslag aan de gehuwde vrouw. Het verheugt ons, dat zoowel Mevrouw Mr. B. Bakker-Nort als Me¬

vrouw A. E. J. de Vries-Bruins daartegen stelling hebben genomen. Nog meer stemt het echter tot voldoening, dat Minister van den Tempel aan dezen aandrang weerstand bood. Men geve zich niet over aan dogma's, aldus de Minister.

Men heeft gezegd: laat men toch op dit punt niet te veel hechten aan dogma's. Men bedoelde, zoo spak de Minister, dat degenen, die tegen elke regeling zijn, daarbij uitgaan van een bepaalde opvatting omtrent de vrijheid van de vrouw om te mogen werken. Ik stem dadelijk toe, dat, als men zich alleen door dat dogma laat leiden, voor de ipractijk wel eens mogelijkheden om iets goeds te doen zou afsnijden. Maar aan den anderen kant is er een dogma, dat het in alle omstandigheden goed zou zijn de beroepsarbeid van de vrouw te beperken. Dat dogma is ook gevaarlijk. Men heeft hier verschillende belangen. Men heeft het algemeene volksbelang, net belang van alle individuen en het belang van de vrouw zelf, met haar recht op eigen levenskeuze.

Na erop gewezen te hebben, dat er reeds pogingen waren gedaan om de vrijheid van de vrouw te beperken, vervolgt spr.:

Maar men is er toch altijd weer voor teruggeschrikt, juist die vrouwen in Yitfn arbeid te beperken, die het meest hulp noodig hebben, de vrouwen met lage loonen en geringe gezinsinkomsten, die het geld niet kunnen missen. Het grootste kwaad wil men dus niet aantasten.

De minister wil daarom de zaak wat laten bezinken en in rustiger tijdsomstandigheden bezien, in hoeverre het mogelijk zal zijn, met handhaving van de rechten van de vrouw <— wat hij ook voorstaat — aan het sociale euvel tegemoet te komen.

Ten slotte zij nog vermeld, dat Mevrouw Mackay-Katz tegen de voorstelling op kwam, als zouden in de fabrieken misstanden op zedelijk gebied besaan. Overal, waar groepen samenwerken, doen zich gevaren voor, niet alleen in fabrieken, meent zij. Men neme allereerst de indirecte oorzaken weg, b.v. door verbetering van de gezinstoestanden, waarvoor sociale werksters veel kunnen doen. Ook de huisvesting der dienstboden moet onder oogen gezien worden.

Ouderdoms- en invaliditeitsverzekering.

In ons land zijn 120.000 hulpbehoevende ouden van dagen, die een uitkeering missen. Zie hier een mededeeling van Minister van den Tempel, als resultaat van een in 1937 door Minister Romme toegezegd onderzoek. Om dezen menschen een toelage van Staatswege te verleenen, zou" een bedrag van ƒ 17.000.000 per jaar noodig zijn. Daarmee is men er echter nog niet. Volgens een globale berekening in