BINNENLAND.

Provinciale Staten van Utrecht.

Mejuffr. }. van der Weel, S.D.A.P. werd benoemd verklaard tot lid van de Utrechtsche Provinciale Staten als opvolgster van P. Hiemstra.

Centrale Levensmiddelendistributieraad.

Door den Minister van Oeconomische Zaken, is een Raad in het leven geroepen, welke de regeering van voorlichting en advies zal dienen omtrent onderwerpen, welke betrekking hebben op de distributie van levensmiddelen en omtrent de uitvoering van te dier zake van regeeringswege te treffen maatregelen.

Tot Leden van dezen Raad zijn o.a. benoemd: Mej. L. Hendrickx, leidster van den R.K. Boerinnenbond, te Roermond; Mevr. }. van Iterson-Rotgans, lid van het H.B. van de Ned. Ver. van Huisvrouwen te Heerlen; Mej. M. Romme van de Fed. v. R.K. Vrouwenb. in Ned. en Lid van den Gemeenteraad van 's-Gravenhage. Mevr. J. M. WesterbrinkWirtz, van de Nederlandsche Christen Vrouwenbond te Oegstgeest en Mevr. A. E. J. de Vries-Bruins, lid van de Tweede Kamer en Voorzitster van den Bond van Sociaal-Democratische Vrouwenclubs in Nederland, te 's-Gravenhage.

Aangewezen is als voorzitter prof. Mr. C. P. M. Romme en als secretaris drs. H. W. Pleiter, tijdelijk ambtenaar bij het departement van oeconomische zaken.

N.R.C.

Succes voor de Vereen, van Vrouwenarbeid.

De Memorie van antwoord op de begrooting van Waterstaat vermeldt: dat hét in het voornemen van den Minister ligt om de medische keuring voor aanvragers van rijbewijzen desgewenscht door een vrouwelijke arts te doen geschieden.

Academische Opleiding.

Swiss Associatiort of University Women. International Fellowship 1940—1941. De Swiss Association of University Women biedt een beurs aan ter waarde van 1500 francs om de houdster in de gelegenheid te stellen wetenschappelijk werkzaam te zijn in Zwitserland. Sollicitaties vóór 1 Maart 1940.

Over deze beurs, beschikbaar voor leden van de Nederlandsche Vereeniging van Vrouwen

met academische opleiding, geeft nadere inlichtingen de secretaresse Mr. W. ElderingNiemeijer, Plompetorengracht 7, Utrecht.

Kinderbescherming.

Naar het tijdschrift van Armwezen, Maatschappelijke hulp en Kinderbescherming meldt heeft de Bond v. Kinderbescherming een Commissie v. Advies voor de Gezinsverpleging benoemd, bestaande uit de volgende leden:

Mr. J. Overwater (tevens Voorzitter, Kinderrechter te Rotterdam.

Mej. Mr. E. C. Simons, Advocaat en Procureur. Presidente der Vereeniging „Onderlinge Vrouwenbeschermingafdeeling Utrecht te Utrecht.

Mej. Mr. E. J. Gehlen, lid van het Hoofdbestuur van „Tot Steun'' te Amsterdam. Mr. M. Ch. de Jong, Directeur van het Centraal Bureau voor Reclasseerings-instellingen te Amsterdam, oud-secretaris v. d. Voogdijraad te Arnhem.

Mr. H. P. J. M. Loeff, Voorzitter der afdeeling Utrecht der Vereeniging voor R.K. Gezinsvoogden, Rechter in de Arr. Rechtbank te Utrecht. v

De heer D. Q. R. Mulock Houwer, Directeur van „Zandbergen'' te Amersfoort.

Aan deze Commissie is als Ambtenaresse toegevoegd Mej. Dra. E. van Dillewijn, thans werkzaam in „Zandbergen", die per 1 Februari 1940 in functie zal treden.

In het begin Januari a.s. te Utrecht te houden vergadering van de praktische werkers in de Gezinsverpleging zal de Commissie zich aan de vergadering voorstellen en zal het rapport over de gezinsverpleging het hoofdthema vormen van de besprekingen in den namiddag.

NED.-INDIE.

Een nieuwe vereeniging tot steun van de vrouw in het Mohammedaansche huwelijk.

In de Indonesische vrouwenbeweging is een nieuwe figuur op het podium gekomen: mr. Maria Ullfah, een dochter van den gepensionneerden regent van Koeningan (West-Java) en echtgenoot van mr. Santoso.

Zij is de leidster van de te Jogjakarta in Juli 1939 opgerichte B(adan) P(erlingdoengan P(erempoean) I(ndonesia) dalam P(erkawinan), een sociale vereeniging tot hulpverleening van Indonesische vrouwen in huwelijksaangelegenheden.

De bovengenoemde B.P.P.I.P. is een sociale instelling, welke de bescherming der Indonesi-

t