sche vrouwen tegen de rechten van haar man beoogt. De rechten van den man zijn, volgens de Mohammedaansche leer, i.c. de Sjafi'ietische plichtenleer, welke in Indië de overhand heeft, veel sterker dan die der vrouwen, waardoor menigmaal ongewenschte toestanden ontstaan, deze misstanden wenscht nu de B.P.P.I.P. tegen te gaan door uitbreiding van z.g. talik welk Arabisch woord letterlijk „ophangen" beteekent, n.1. het opschorten van de talak, verstooting der vrouw of verbreking van het huwelijkscontract. Practisch beteekent ta'Iik het aannemen van voorwaarden door de partijen, bij welker niet nakoming man en vrouw als gescheiden zijn te beschouwen, waardoor de vrouw vrij is na een voorgeschreven tijd, een nieuw huwelijk aan te gaan. Dit maakt de positie der vrouw veel sterker.

Met mr. Maria Ullfah, een goed spreekster en pleitbezorgster voor het vrouwenprobleem, zal daarom de B.P.P.I.P. haar invloed doen gelden op de sociale hervormingen in Indië.

Vrouwenarbeid in mobilisatietijd.

In de kringen van vele vrouwenvereenigingen in Indië werd de behoefte gevoeld, de werkkracht der vrouw vrijwillig in dienst te stellen van het algemeene belang, waaraan in tijden van mobilisatie ongetwijfeld groote behoefte zal bestaan. Uit dezen drang is de centrale commissie voor organisatie van vrouwenarbeid in mobilisatietijd ontstaan, bij afkorting genaamd Covim, die in September te Batavia is geïnstalleerd.

Op instigatie van deze commissie, die optreedt in overleg met den Staatsmobilisatieraad, zijn reeds in een groot aantal plaatsen subcomité's opgericht, welke de plaatselijke organisatie ter hand zullen nemen.

De centrale commissie acht thans het oogenblik gekomen om over 'te gaan tot registratie van vrouwen en meisjes, die in mobilisatietijd haar werkkracht in dienst willen stellen van de gemeenschap, in de eerste plaats voor ziekenzorg in den uitgebreidsten zin, beschermingsdienst enz.; in de tweede plaats voor het tijdelijk bezetten van de plaatsen van gemobiliseerden, in de derde plaats voor verzorging van kinderen, wier moeders een (tijdelijken) werkkring hebben aanvaard, en voor andere werkzaamheden op huishoudelijk en sociaal terrein.

N.R.C.

Vrouwelijke predikant in Semarang.

De vrouwelijke predikant mej. Stegeman, heeft onder groote belangstelling haar intréepreek te Semarang gehouden. (Aneta).

HET VROUWELIJK VRIJWILLIGERS CORPS TE UTRECHT,

verzoekt ons nog opname van onderstaand belangrijk overzicht van haar werk, aan welk verzoek wij gaarne nog voldoen.

Ons Corps werd in Maart 1939 opgericht, in overleg en met volle medewerking van den Burgemeester. Er werd ons onmiddellijk voor onze administratie een kamer ten Stadhuize beschikbaar gesteld, waar deze thans nog zetelt.

Ons Corps telt 1900 leden, ca. 1300 hebben in samenwerking met de Gemeentelijke Luchtbeschermingsdienst een cursus in zelfbescherming tegen luchtgevaar gevolgd. 300 vrouwen zijn onderricht in de eenvoudige grondbeginselen van Eerste Hulp, terwijl thans 11 cursussen lopen (met 350 deelneemsters), die opleiden tot het Eenheidsdiploma E.H.B.O.

In samenwerking met de Luchtbeschermingsdienst is het werk van het V.V.C. gedecentraliseerd in dien zin, dat wij de stad hebben verdeeld in vakken, wijken en blokken, aan het hoofd waarvan vak-, wijk- en blokleidsters staan. De blokleidsters zoeken direct contact met de vrouwelijke bevolking van hun blok, waardoor men hoopt tot vruchtbare samenwerking in tijden van nood te geraken.

Bij het werven van donors voor de Bloedtransfusiedienst is ons V.V.C. met succes werkzaam.

Onze Sociale Diensten hebben reeds in 53 gevallen hulp kunnen verlenen in gezinnen van gemobiliseerden, ook in kleine neringen, waarbij samengewerkt wordt met de bestaande instellingen van maatschappelijk hulpbetoon. Deze afdeling heeft een cursus georganiseerd in algemene oriëntatie op sociaal gebied met 84 deelneemsters.

Een aparte commissie, .de Klerencommissie, belast zich met het vormen van een depot, om in tijden van nood, de beschikking te hebben over goede kleding ten behoeve van vluchtelingen. Zij verzorgt ook, als onderafdeling van het Centrale Comité „Breit Allen Mee" het breien voor de militairen.

Voor de administratie-diensten beschikt het V.V.C. over 350 vrouwen en meisjes. Een groot aantal hiervan heeft reeds hulp in verschillende vormen verleend, o.a. bij de voorbereiding der collecte van het Algemeen Steuncomité.

Onze jongste tak van dienst is die der Huishoudelijke Voorlichting. Deze heeft ten doel de bevolking voorlichting te geven, met betrekking tot de voedselvoorziening in tijden van schaarste en verder over alles, wat met het huishouden in oorlogstijd verband houdt.

T. SÖCHTING-VAN VOORTHUIJSEN.

Secretaresse V.V.C., Utrecht.