arbeidsverbod voor 14- en 15-jarige meisjes, (t.w. Mr. Kappeyne v. d. Coppello als lid, Mej. Ort als plaatsvervangend lid). Het resultaat van het werk van deze commissie was, dat de Raad zich met een groote meerderheid, 29 tegen 7 stemmen, uitsprak voor een arbeidsverbod van 14-jarige meisjes; wat de 15-jarige meisjes betreft verklaarde zich een meerderheid tegen een arbeidsverbod.

Naar aanleiding van hetgeen in deze commissie o.a. ter sprake was gekomen, n.1. de moreele toestand in de fabrieken, die verre van rooskleurig bleek te zijn, besloot het H.B. voor zijn jaarlijksche conferentie als onderwerp te nemen de arbeid in de fabrieken van vrouwen en meisjes. De conferentie had dit keer, in verband met de internationale omstandigheden, niet in het najaar maar eerst in de maand Januari te Utrecht plaats. Het onderwerp had begrijpelijkerwijze veel sociale werksters getrokken, terwijl ook verschillende ambtenaren van de arbeidsinspectie, twee vrouwelijke Kamerleden, enkele vrouwelijke gemeenteraadsleden en vertegenwoordigers van enkele politieke partijen door hun tegenwoordigheid blijk van hun belangstelling gaven. De Heer van Sierenberg de Boer, hoofdinspecteur van Arbeid, sprak over ,,De arbeidsinspectie en haar zorg voor de belangen van vrouwen en meisjes in de verschillende bedrijven". Mej. J. E. Cieremans, inspectrice van den Arbeid, had als onderwerp „Eenige opmerkingen uit de praktijk van het werk van de arbeidsinspectrice . In vele opzichten kan men deze conferentie als geslaagd beschouwen, zij heeft althans perspectieven geopend voor een arbeidsterrein waarop de Vereeniging zich in de komende jaren zou kunnen bewegen.

In samenwerking met Nederlandsche Vrouwenvereenigingen van stad en land werd voorts een inzameling gehouden voor de Finsche vrouwen, door middel van de z.g. „Witte schriften . Het resultaat was zeer bevredigend, circa ƒ 40.000.— werd opgehaald.

De Presidente en enkele H.B.-leden spraken dit jaar in verschillende afdeelingen; helaas kwam van het voorgenomen plan van de H.B.leden om dit geregeld te doen nog te weinig.

Ter versterking van het propagandamateriaal gaf het H.B. een klein geschriftje uit, getiteld „Wat weet U van de Vrouwenbeweging? Het boekje werd op ruime schaal op bijeenkomsten verspreid.

Ten slotte zij nog vermeld, dat onder leiding van de vice-presidente Mevr. Dr. Posthumusvan der Goot een delegatie ging naar het Congres van den Wereldbond, dat van 8 tot 15 Juli te Kopenhagen plaats vond. Eenige leden van het H.B., van het J.W.C. en van enkele afdeelingen maakten deel uit van deze

delegatie. Ook Mevr. S. van OverveldtBiekart, de gewezen presidente van de Ned.Indische Vereeniging, maakte deel uit van deze delegatie.

Het J.W.C. behartigde dit jaar ook weer met groote ijver onze belangen en trachtte op allerlei wijzen de propaganda in nieuwe banen te leiden. Zoo zocht het o.m. contact met den Bond van Boerinnen en andere Plattelandsvrouwen; het organiseerde daarvoor op 11 en 12 November een weekend-bijeenkomst, waar van gedachten werd gewisseld over het verband tusschen de vrouwen van de stad en die van het platteland. Ongeveer 35 vrouwen hadden aan deze uitnoodiging gehoor gegeven.

Een succes voor het J.W.C. was ongetwijfeld een door dit Comité in samenwerking met de afdeeling Amsterdam georganiseerde tentoonstelling van psychologisch verantwoord speelgoed voor kinderen van elke leeftijd. Deze tentoonstelling, die te Amsterdam gehouden werd, trok een groot aantal bezoekers. Dat Prinses Juliana deze tentoonstelling met een bezoek vereerde en daarvoor zeer veel belangstelling toonde, was vanzelfsprekend een groote satisfactie voor hen, die met veel inspanning van werkkracht en energie deze tentoonstelling georganiseerd hadden.

De Voorjaars-conferentie van het J.W.C. had dit keer plaats te Paterswolde, daar het gemeend had, dat dit wenschelijk was voor de bevordering van het contact van dit Comité met de Noordelijke provincies.

Redactie*commissie „Vrouw en Gemeenschap".

Ook in de Redactie-commissie kwam dit jaar veel verandering. Mevr. van Gelder-Droste nam de plaats in van de afgetreden presidente, Mej. Piepers. Ook Mr. Veegens verliet de Redactie. Voorts traden tot de commissie toe Mevr. Mr. A. van der Goes van Naters-van der Plaats, Mej. Mr. M. Goedhart, Mej. Ch. Noë. De wijze, waarop Mevr. Cohen Tervaert de belangen van het blad behartigde was zooals altijd voortreffelijk. Waar t.a.p. verslag van de Redactie-commissie zal worden uitgebracht kunnen wij ons hier van verdere mededeelingen onthouden.

Algemeene Vergadering.

De jaarvergadering werd gehouden op 20 en 21 Mei te Arnhem. Behalve de hierboven reeds genoemde verkiezingen en de uitgebracht verslagen der verschillende commissies werd een motie aangenomen, die door de vergadering urgent werd verklaard, betreffende een protest tegen het Wetsontwerp-Goseling inzake Echtscheiding. Deze motie behelsde een verzoek aan de Tweede Kamer om aan het bovengenoemde wetsontwerp haar goedkeuring te onthouden.