die de volksschool zouden kunnen bezoeken waarvan maar 712.000 gebruik maakten. Daaruit leidt deze afgevaardigde af, dat van de 5 millioen gulden, in dat jaar toegestaan, er eigenlijk maar 2 millioen nuttig besteed zijn, en 3 millioen vrijwel verloren gaat. Wij zijn het met deze berekening niet eens. Als op Java alle 2J/2 millioen kinderen onderwijs zouden krijgen, zou het volksonderwijs heel wat meer dan 5 millioen kosten, vermoedelijk wel ± 3 X zooveel of 15 millioen; een deel van dat geld zal natuurlijk wel uitgegeven worden, zonder dat men er ten volle profijt van trekt d. w. z. dat sommige scholen bijv. best meer leerlingen zouden kunen bevatten, of een onderwijzer aan meer leerlingen tegelijk les zou kunnen geven, maar een juiste taxatie daarvan is niet mogelijk. Eene bewering, dat van 5 millioen er SLECHTS TWEE nuttig worden besteed en 3 weggeworpen worden, kunnen wij vrouwen niet zonder meer aanvaarden, daar dit sou strijden met alle redelijkli eid.

In ieder geval wilde de Regeering de kring van hare bemoeienis (het invoeren van leerplicht), niet uitbreiden.

Waar tegenwoordig herhaaldelijk geklaagd wordt over te groote regeeringsinmenging in allerlei aangelegenheden, een inmenging, die maar niet incidenteel zoo geschied is, maar vermoedelijk door de omstandigheden geboden werd,'is men terecht huiverig zich alweer op het inmengingspad te begeven, waarvan men wel het begin, maar niet het eind overziet.Bovendien werd er op gewezen, dat die bemoeienis, als er werkelijk behoefte aan is, locaal kan geschieden, wat ook beter effect zou sorteeren.

Door eenige leden werd de verhouding tussc.hen bijzonder en openbaar onderwijs besproken. Dat er veel vraag is naar openbaar neutraal onderwijs blijkt wel daaruit, dat de openbare scholen vele leerlingen moesten afwijzen; de oprichting, eenige weken geleden, van eene vereeniging om de openbare school te verdedigen tegen verdringing, wijst op een gevoel van onvoldaanheid in die richting.

Zeker is het waar, dat de Regeering niet alleen moet letten op het soort van onderwijs dat gegeven wordt, maar ook de beurs, waaruit dat onderwijs bekostigd wordt, in haar aandacht betrekken moet. En al stelt nu de confessioneele school minder eischen aan die beurs, daartegenover staat, dat het publiek geen onderwijs wenscht, dat het, in welk opzicht ook, een bepaalde richting uit drijft.

De Regeering heeft hier natuurlijk aandacht aan te schenken.

De Chineesche fractie meende, dat, bij de hooge belastingen die zij betalen, zij een zeker recht hebben op een grooter aantal scholen.

In hoeverre deze klacht juist is, is moeilijk te zeggen, daar men dan precies zou moeten weten, hoeveel scholen zuiver Chineesch zijn, en hoeveel Chineezen er op andere scholen gaan.

Maar bovendien, hoewel er ongetwijfeld eenig verband is tusschen belasting opbrengst en zekere aanspraken, welker vervulling kosten uit de publieke kas meebrengen, is het feit, dat een zekere groep een groot bedrag aan belasting opbrengt op zich zelf geen voldoend motief tot rechtvaardiging van hooger eischen op onderwijsgebied; immers, het opbrengen van een hoog bedrag aan belasting kan eenvoudig een bewijs zijn van een groote mate van welstand in die belasting betalende groep, en dat feit op zich geeft geen aanspraak op meer scholen.

Voor het volgend jaar staan op het program het overnemen van verschillende particuliere huishoud-

P, WOLF, Coiffeur

Volgens officieel schrijven d.d. 24 Nov. '26

Kapper van Zijn Excellentie den Gouverneur-Generaal

Gang Secretarie 8 en 10 - Weltevreden Telefoon — 2905

1

3 ia Ë

al '3

I

1

I

i!

r3

[d

j.JfïïSj3I3®3M5EI3EElBf3M5ISI3IBISli3EISiSEMSISI5!3!SM3fBI3BMSJ3IEi|r

scholen, om ze geheel naar den eisch des tijds in te kunnen richten.

Bij de bespreking over het middelbaar onderwijs werd nogal geklaagd over de aansluiting van dat onderwijs zoowel bij het lager, als bij het hooger onderwijs.Volledige admissie-examens werden weer verlangd, daar de tegenwoordige wijze van toelating op de H. B. S. in de praktijk blijkbaar niet voldoet; veel te veel elementen, die niet bij het M. O. thuis hooren, halen het peil van dat onderwijs slechts naar beneden. Een van de leden wenschte de volledige admissie-texamens terug, als een toets naar de parate kennis, en bovendien nog z.g. „tests" er bij voor geheugen, logischen aanleg enz. Nu moge 't waar zijn, dat de „tests" in het land van herkomst, verrassende uitkomsten geven, en in sommige opzichten ook hier niet te versmaden zouden zijn, maar in geen geval zouden „tests'" mogen genomen worden bij een kind, dat examen doet. Deze afgevaardigde toont hierbij weinig mensch of liever kindkundig te zijn. Op een examen toch is bijna ieder kind abnormaal; en het doel van de „test" is toch niet om een uitkomst van abnormale uitingen te krijgen. Een „test" bedoelt een meting te zijn van het gewone doen; wil men die dus invoeren op de scholen, dan zou dit in de gewone dagelij ksche gang van zaken door zeer deskundige en zeer humane menschen moeten gebeuren, en liefst door dezelfde personen, daar anders de „tests" weinig waarde zouden hebben, door het groote verschil van inzicht bij de verschillende testnemers.

Ook de resultaten van het M. O. werden aan critiek onderworpen. De eind-examens brachten blijkbaar niet den gewenschten uitslag. Sommige leden vonden, dat de eisch van het cijfer 6 voor het Nederlandsch bij het admissie-examen te hoog was; zij vergeten echter, dat men, door dien eisch te verlagen, het gehalte der leerlingen op een lager peil brengt, waardoor het geheele onderwijspeil daalt. Diezelfde ervaring heeft men ook in Holland opgedaan, toen de nivelleeringsgedachte er hoogtij vierde.

Het bestaan van de groote klassen bij de H. B. S. en gaf ook aanleiding tot een ernstige gedachtewisseling; er schijnt echter niet veel aan te doen te zijn omdat dit euvel zijn oorzaak vindt in gebrek aan onderwijskrachten en ook daarin, dat een voldoend aantal leeraren te groote eischen zouden stellen aan de schatkist.

Waarom men niet meer leeraressen uit Holland laat komen, begrijpen wij niet; onder de vele vrouwelijke juristen, literatoren en zelfs ingenieurs, zullen er toch zeker wel zijn, die aanleg en lust hebben, bij het onderwijs te gaan, mits zij goede vooruitzichten hebben; waar de mannen in Holland vaak gebonden zijn voor hunne gezinnen, en ook alweer door die gezinnen hooge eischen aan de schatkist stellen, zijn de leeraressen