Jaargang

October 1931

No. 1

MAANDBLAD VAN DE VEREENIGING VOOR

VROUWENRECHTEN

IN NEDERLANDSCH-INDIË

EERE-LID MEVR. M. STIBBE-KNOCH HOOFDBESTUUR:

* Mevr. S. van Overveldt-Biekart, wd. Pres., Sf. Gemoe, Kendal. * Mej. W. Wejener ; geassumeerde leden: *Mevr. A. Garrer, Pegangsaan W 4. — Mevr. Verbunt, Alataslaan 3; — Mej. E.

Sassin, penningmeesteres. * Redactie.'Commissie:

Het auteursrecht voor deze aflevering wordt voorbehouden.

Correspondentie-adressen:

Mevr. S. v. OVERVELDT-BIEKART Suikerfabriek Gemoe, Kendal.

PRIJS PER ADVERTENTIE ƒ 4.— per % bladzijde B IJ JAAR-ABONNEMENT 10%, en bij HALF-JAARLIJKSCH ABONNEMENT 5% korting LEDEN ontvangen het MAANDBLAD GRATIS. ABONNEMENTSPRIJS voor niet-leden ƒ 3.~p jaar.

IN HOUD:

De ontwapeningsconferentie. — Een vrouwelijke ambtenaar van den Burgerlijken Stand. — De Scheppingslegende. — Vrouwenvergadering in het Volkenbondsgebouw. — Ziekenverpleging — Krankzinnigenverpleging. — Het werkelijke gevaar.

Correspondentie en adresveranderingen te zenden aan:

Af deeling Batavia: Mevr. Datoe Toemenggoeng, Zuiderweg 12, Mr.-Cornelis.

Soera'uaja: Mevr. H. Soesman-iJuiour, Pynaekerstraat 4, Soerabaja.

Semarang: Mevrouw Thijssen, Villapark 18, Semarang.

Bandoeng: Mevr. H. Bertram-Jacobson, Nassaulaan 38, Bandoeng.

DE ONTWAPENINGSCONFERENTIE.

Nog enkele maanden scheiden ons van de Ontwapeningsconferentie, maanden van groote beteekenis, vol inspannend werken, vol onvermoeiden arbeid voor al degenen, aan wie de toekomst der menschheid ter harte gaat en die begrijpen, dat het in deze conferentie gaat om de toekomst van de Wereld.

Dit hebben de groots Internationale Vrouwenvereenigingen begrepen.

Het in September in Genève door haar opgerichte comité, dat een verbond dezer organisaties is, heeft in zijn zitting van 12 Februari in Londen een beslissing genomen, waarin de leden verklaarden, dat geen goeden uitslag mogelijk was zonder beperking der bewapening en dat zij zich verplicht achten om de actie en de vergaderingen hunner vereenigingen gedurende dit jaar geheel te wijden aan het ontwapeningsvraagstuk.

Alle groote mannen, alle Regeeringspersonen hebben erkend, dat de openbare meening tot het succes van de conferentie bijdragen zal, dat dus een sterke

meening ten gunste van ontwapening naar voren moet worden gebracht.

De meesten van hen, zoo b. v. Lord Robert Cecil, hebben een dringend beroep gedaan op de verschillende bonden en vereenigingen en hun verzocht hun gansche kracht ten dienste te stellen van dit vraagstuk.

Hij zei: ,,De ontwapeningsconferentie is uit de handden van de commissie van voorbereidingen in die „van de openbaarheid overgegaan. Wenscht deze de „ontwapening, ja of neen?

„Een duidelijke openbare meening heeft ervoor te „zorgen, dat deze grootste aller hervormingen doorgevoerd wordt."

In zijn rede, gehouden in Queenshall in Londen heeft Mr. A. Henderson, de Engelsche minister van Buitenlandsche zaken, het noodzakelijke van dezen arbeid op indrukwekkende wijze naar voren gehaald.

Hij zeide: „Alles hangt ervan af in hoevere de Re,.geeringen met de door de voorbereidende conferentie vastgestelde grcote lijnen kunnen meegaan, en , hce de cijfers eruit zullen zien. De mate van bepei"„king hangt af van den wil van het volk. Willen de „volken de ontwapening, dan krijgen ze die ook. Wan„neer zij hun wil weten te doen gelden, zullen zij resultaten verkrijgen.

„De volgende oorlog — wanneer het daartoe komt ( _zal een luchtkrijg zijn en de vliegtuigen zullen „gebruik maken van gifgassen.

„Wij hebben ondervonden, dat het niet in onze „macht ligt den oorlog menschelijker te maken. „Heeft hij een aanvang genomen, dan houdt alle controle van mensch en Regeeringen op.

„Er is slechts één middel om deze wreedheid te „verhinderen en dat is door den oorlog onmogelijk „te maken."

Over Engeland sprekende, zei Mr. Henderson, dat het, evenals alle bij den Volkenbond aangesloten landen, tot ontwapening verplicht was.