Mevrouw G. Withagen—Westra, 2e Secretaresse, Pegangsaan W. 10, telef. 5266 Wit.

Mevrouw H. D. J. Apituley, Penningmeesteresse, Laan Raden Saleh 4, telef. 3848 Wit.

Commissar essen:

Raden Ajoe Abdoerachman, Mr. Cornelis.

Mevrouw W. F. Bekink—van Genderen, Mr. Cornelis. Mevrouw J. C. A. Fruin—van Driel, Nederland. Mevrouw A. van Hulstijn—Rink, Mr. Cornelis. Mevrouw J. M. Hoorn, Batavia-C.

Mevrouw E. H. de Jel—Fohren, Batavia-C. Mevrouw C. F. Remmelts—Smit, Batavia-C. Mejuffrouw N. Stort, Batavia-C.

(Wegens gebrek aan plaatsruimte niet in het vorige Maandblad geplaatst).

Sedert is het December-orgaan van de Vereeniging verschenen.

EUGENETIEK EN DE EUGENETISCHE VEREENIGING.

(Vervolg).

Geestelijke minderwaardigheid is een gebrek, dat bij onontwikkelde volken geringe bestaanskans heeft en uit die selectie is de tegenwoordige mensch voortgekomen, die zich echter een tegengestelde selectie in zijn moraal heeft eigen gemaakt. De moraal, die geestelijk minderwaardigen in staat stelt zich voort te planten kan zich niet handhaven omdat zij op den duur haar aanhangers en daarmee zichzelf te gronde brengt. Statistieken bewezen dat b.v. in Engeland 8 per 1000 bewoners geestelijk minderwaardig zijn en 100 ongeschikt tot het uitoefenen van een volwaardig beroep! Toch zijn het deze, die voor een groot percentage de ouders worden van het komende geslacht en met klem moet worden gewezen op de gevaren die zwakzinnigen opleveren voor de gaafheid van de maatschappij. In 24 van de 48 Amerikaansche staten wordt eugenetiek practisch toegepast, n.1. door sterilisatie van krankzinnigen en andere minderwaardige individuen. De diverse „families Yuke, e.a." kostten De Vereenigde Staten van Noord-Amerika in 1926 reeds 15 mïlliard dollar. Op de begrooting voor Ned.-Indië is in 1930 een bedrag van ƒ 2.385.000 opgebracht voor krankzinnigenzorg, ƒ 11.800.000 voor het onderhoud van gevangenissen en de nadeelen door die geestelijk minderwaardigen aan de gemeenschap berokkend. Deze bedragen zullen van jaar tot jaar schrikbarend toenemen.

De eugenetische wetenschap nu behandelt dergelijke toekomstproblemen b.v. verandering in de samenstelling van een volk, imigratie, raskruising, opvoeding, onderwijs, belasting, bloei en ondergang van volkeren en volksgroepen. De eugenetiek zoekt naar de biologische wetten waaraan de menschengemeenschappen onderworpen zijn.

Hiertegen heeft de Katholieke kerk zelf geen bezwaar, maar wel protesteert de pauselijke encycliek tegen ingrijpende maatschappelijke veranderingen, daar zij het ideëel hoogere en karakterversterkende standpunt handhaaft. Zoo komt het dat enkele uitnemende eugenetische onderzoekers vrome katholieken zijn. In de oudste Hindoesche geschriften komen reeds eugenetische voorschriften voor, en in de Talmud. Huwelijken tusschen imbecielen zijn er verboden; men mag niet in een familie huwen, waar melaatschheid of epilepsie worden aangetroffen. Koning Ezra (400 j. v. Chr.) verdeelde de Joden in 10 groepen; waarvan de eerste drie, de Cohenieten, Levieten en Israëlieten zich met elkaar mochten vermengen; de laatste drie eveneens onderling, doch niet met de eerste groepen. De eugenetische leerstellingen van de Talmud zijn voor een deel in de zeden van het joodsche volk gedrongen; geestelijke minderwaardigheid wordt ook niet veel bij hen aangetroffen.

Doelbewuste bevolkingspolitiek is noodig. Statistieken bewijzen dat de hoogere klassen zicli het minst voortplanten, zoodat de leiding der bevolkeringsproductie steeds meer overgaat op het proletariaat. De geboorte is dan weer het laagst bij de z.g.n. middenstand, waaruit de bovenste sociale lagen worden versterkt, zoodat dit reservoir gaandeweg leegloopt. Het bedenkelijke is, dat binnen het proletariaat de intelligenten hun geboorten beperken; onder de geaualificeerde arbeiders is het geboortecijfer lager dan onder de niet-gequalificeerde. En waar de economische tendenz juist deze is, dat de unskilled labour „door de machine wordt vervangen en de moderne ondernemers technische kundigheden, flinkheid en betrouwbaarheid moet eischen van zijn arbeiders, zien we het bedenkelijke verschijnsel dat de vraag naar gequalificeerde arbeiders stijgt, doch het aanbod daalt; bij de ongequalificeerde, ongeschoolde arbeiders, is dit juist omgekeerd. Deze vormen voor een groot deel het leger der werkloozen. De geboorte van steeds nieuwe minderwaardigen legt een zware last op de samenleving en remt haar economische kracht. De Duitsche vakvereenigingsleider K. V. Müller zegt dan ook terecht: ,,De bevolkingsballast is een veel ergere uitbuiter der productieve arbeid, dan de industrie-koningen tesamen.

Doelbewuste bevolkingspolitiek is dus noodig, kweeking van „begaafden" en „genieën" is onmogelijk, doch er moet naar gestreefd dat de breede middenmassa intact blijft, waarin alle eigenschappen, die de sociale ontwikkeling vereischt, hare representanten hebben.

Spreker vestigde er hier de aandacht op, dat de eugenetiek slechts feiten constateert en zich onthoudt, als alle andere wetenschappen, van het bepleiten van maatregelen.

(Wordt vervolgd).