EEN TACHTIG-JARIGE.

Mevrouw Dr. A. Weber-van Bossche werd op den 27sten Maart van dit jaar 80 jaar. Dit feit mag aan de vrouwën niet onopgemerkt voorbijgaan. Als jong meisje reeds moederloos geworden, kreeg zij haar opvoeding van een juf, wier lessen zij foeivervelend vond. Haar liefde voor haar vader en broers, natuurkunde en nat. hist. hielp haar over het gemis van de liefde eener moeder heen. Jong trouwde zij met den Heer Willink van Collen, een niet onverdienstelijk schilder. Acht jaar later werd zij weduwe. In deze jaren had zij goede botanische lessen genomen, die zij na den dood van haar man voortzette aan de Amsterdamsche Universiteit, door de colleges te volgen van Hugo de Vries en van Prof. Oudemans. Ongeveer drie jaren heeft zij met nog drie andere vrouwen aan de universiteit gestudeerd. Daarna ging zij zich specialiseeren in de algologie, trouwde inmiddels met den later beroemd geworden medicus en zoöloog Max Weber, met wien zij naar verre landen zou trekken. Voor dien tijd verwierf zij zich de gouden medaille, die beschikbaar was gesteld door de Holl. Maatschappij v. Wetenschappen te Haarlem voor een door Prof. Oudemans uitgeschreven prijsvraag. Deze prijsvraag betrof een onderzoek, aangaande algen, die in de haren van een luipaard voorkwamen. Een levend luipaard werd haar voor het onderzoek toegezonden uit West-Indië, door Elize Haigton. Men grijpt, hoe het A'damsche publiek zich een halve eeuw geleden verbaasde over een dergelijke studie van een vrouw.

Het echtpaar Weber ondernam hun eerste verre reis naar Lapland. Niet met een luxe schip, zooals thans duizenden toeristen doen, en niet met een goed hotel in het vooruitzicht. Zooveel belangwekkends vonden zij er op het gebied van hun studie, dat zij eenige malen deze reis herhaalden.

In 1888 volgden de Tropen. Op Sumatra, Java, Flores en Celebes werden onderzoekingen ingesteld op zoölogisch en zoögeografisch gebied. Haar toch reeds groote algen-collectie werd uitgebreid en thans is de reputatie hiervan zoo goed, dat van heinde en ver wetenschappeijk geschoolde plantkundigen zich door Mevr. Weber-v. Bossche op de hoogte laten stellen van de verzameling.

In 1894 trok men naar Zuid-Afrika, waar eveneens de flora en fauna bestudeerd werden. In den herfst van 1898 ging de koers weer naar Indië, waar in Soerabaja de Siboga onder commando van den luit. ter zee, later Admiraal G. F. Tydeman de onderzoekers wachtte. Een jaar heeft het echtpaar aan boord van het schip gearbeid. De zeer belangrijke resultaten op zoölogisch, botanisch, oceanografisch en geologisch gebied droegen er toe bij, Mevr. Weber het eere-doctoraat van de Utrechtsche Hoog. te verschaffen. In 1922 trok Prof. Weber zich van de Hoogeschool terug en toen vestigde dit bedrijvige

en zoo sympathieke echtpaar zich op hun buiten te Eerbeek.

Een bewijs van de groote bekendheid als specialiste op het gebied van de algen levert ons het feit, dat Prof. Dr. N. van Straelen, Hoogleeraar aan de Gentsche Universiteit, en de wetenschappelijke leider van de expeditie van den Kroonprins van België, haar de bewerking der wieren, die op deze reis verzameld waren, opdroeg. Eerstdaags zullen die gepubliceerd worden in het vervolgwerk, dat aan de reis van den Kroonprins wordt gewijd.

We hopen, dat Mevr. Weber-v. Bossche in haar stille landhuis dankbaar terugziet op haar leven, dat voor velen een voorbeeld mag genoemd worden.

T. L. d. B.-v. d. V.

DE KOSTEN DER BEWAPENING VAN MOEDERLAND EN KOLONIËN.

Op verzoek van den Volkenbond hebben eenigen tijd geleden verschillende landen aan dit College inlichtingen verstrekt over den staat van hun bewapening en de uitgaven daarvoor.

Nederland deed dit eveneens ten aanzien van ons land en Ned.-Indië.

Het lijkt mij niet kwaad om de cijfers, die ook reeds in enkele bladen hebben gestaan, nog eens in ons Maandblad onder de aandacht van de vrouwen te brengen, opdat zij kunnen zien hoe kostbaar het in stand houden van onze strijdmacht is.

De cijfers treffen ons des te meer, als wij bedenken, dat in vele gezinnen armoede wordt geleden tengevolge van vermindering van salarissen of ontslag van kostwinners; dat de subsidies voor nuttige instellingen als weeshuizen, enz. worden ingetrokken, omdat er eenvoudig geen geld is; dat noodzakelijke wijzigingen in de wetgeving niet kunnen worden aangebracht, omdat de uitvoering daarvan geld kost en het daarvoor bencodigde personeel, na de personeelsinkrimping in vele takken van dienst, niet te vinden zou zijn; en dat ons telkens de schrik op het lijf wordt gejaagd door een nieuwe belasting, die in den nood van de schatkist moet voorzien.

Firma Sin Njan Foo

Tjemaralaan I. - Tel. 4239-4244.

Handel in Provisiën en Dranken

Sigaren en sigareüen

Steeds versche aanvoer van Koel- en

Vrieskamerarti kelen Vraagt steeds S. N. F.'s versch gemalen Koffie Bestellingen worden prompt aan huis bezorgd.