De hieronder gepubliceerde cijfers zijn de uitgaven over 1929. Zij werden in 1931 aan den Volkenbond opgegeven.

Met statistieken en jaarverslagen van het rijk is men altijd eenige jaren ten achter, zooals gij cok wel zult hebben opgemerkt.

Natuurlijk is het bij zoo'n groot bedrijf als het staatsbedrijf uiterst moeilijk om onmiddellijk na afloop van het jaar een verslag te geven van de uitgaven van dat jaar.

Totaal. Het totaal bedrag van de uitgaven voor de verdediging van het koninkrijk in Europa en de gebieden overzee bedroeg ƒ 174.928.600.—. In dit totaal is begrepen een bedrag van ƒ 4.570.300.—, voor levering van diensten en van materialen enz. voor niet-militaire doeleinden. Bovendien zijn afzonderlijk opgenomen de uitgaven voor de pensioenen en de non-activiteitstraktementen voor het militaire en het burger-personeel, dat is geplaatst of geplaatst geweest in militaire inrichtingen. Een totaal bedrag van ƒ 51.786.200.— is voor dit doel uitgegeven.

Strijdkrachten te land. Een brutosom van ƒ 45.138.000.— werd uitgegeven voor de legersterkten te land gestationneerd in het koninkrijk in Europa (de kustverdediging ressorteert onder marine) en een som van ƒ 3.357.200.— voor de koninklijke marechaussee, die afzonderlijk is genoemd als op militaire wijze georganiseerde formatie. Het hierboven genoemde bedrag van ƒ 45.138.000.— is als volgt onderverdeeld: ƒ 29.731.000.— voor personeelskosten en ƒ 15.406.900.— voor andere uitgaven; deze cijfers waren ƒ 2.481.100.— en ƒ 876.100.— voor de koninklijke marechaussee.

In het totaal bedrag is een som van ƒ 3.854.800.— begrepen voor prestatie van diensten, levering van materialen enz. voor niet-militaire doeleinden. De uitgaven voor de legersterikten gestationneerd in de overzeesche gebieden bedroegen ƒ 70.810.000.—. Dit bedrag is verdeeld op de volgende wijze: ƒ 50.550.700 voor personeelskosten en .ƒ 20.259.300 voor andere kosten.

Strijdkrachten ter zee. De bruto-uitgaven voor de strijdkrachten ter zee (daaronder begrepen de kustverdediging) van het koninkrijk in Europa en de gebieden overzee bedroegen in totaal ƒ 44.422.100.—. Dit bedrag is verdeeld op de volgende manier: ƒ 17.636.200.— voor personeelskosten en ƒ 26.785.900.— voor andere kosten. In het totaal is begrepen een bedrag van ƒ 705.300.—, dat is gerembourseerd voor de prestatie van diensten, levering van materialen enz. voor niet-militaire doeleinden.

Luchtstrijdkrachten. De bruto-uitgaven voor de luchtstrijdkrachten gestationneerd in het rijk in Europa hebben in totaal ƒ 4.074.600.— bedra¬

gen. Dit bedrag is als volgt verdeeld: ƒ 1.551.700.— voor personeelskosten en ƒ 2.522.900.— voor andere kosten. In het totaal is begrepen een bedrag van ƒ 10.200.— dat is gerembourseerd voor niet-militaire doeleinden.

De kosten voor de luchtstrijdkrachten gestationneerd in de gebieden overzee hebben bedragen ƒ 7.126.700.—. Dit bedrag is als volgt verdeeld: ƒ 1.922.300.— voor personeelskosten en ƒ 5.204.400.— voor andere uitgaven.

Is het niet onbegrijpelijk, dat men thans, nu de economische toestand over de geheele wereld zoo ongunstig is, als ze nog nooit is geweest, en men in ieder land al zijn krachten moet inspannen om in de ontzettende malaise niet ten onder te gaan, dat men datgene, wat den economischen druk kan verlichten. n.1. inkrimping der bewapening, niet met beide handen aangrijpt en dankbaar de bemiddeling van den Volkenbond aanvaardt?

De telegrammen hebben ons medegedeeld, dat sommige staten sceptisch staan tegenover de Ontwapeningsconferentie en dat deze een mislukking dreigt te worden.

Maar de Volkenbond is geen superstaat, doch slechts een werktuig van de staten, kan dus niets zonder hen.

Hij bedoelt een middelpunt te zijn van waaruit door de staten onderling overleg wordt gepleegd teneinde tot een oplossing te komen in internationale moeilijkheden.

Iedere staat behoudt zijn aansprakelijkheid, die zwaar zal drukken, wanneer hij den Volkenbond niet heeft gesteund in zijn pogingen om een inkrimping der bewapening te verkrijgen, om langzamerhand te komen tot algeheele ontwapening, teneinde dien vreeselijken gruwel van de menschheid, den oorlog, voor goed van de baan te krijgen.

En nimmer zal een staat, die den oorlog heeft verkozen boven een schikking langs vredelievenden weg, zich kunnen verontschuldigen met een: „er was geen anderen weg mogelijk".

Want die andere weg was er en ge en internationaal geschil is zóó groot, dat het waard is er zooveel menschenlevens aan op te offeren!

Kendal. S. van Overveldt-Biekart.

Nieuwe leden:

Hr. A. C. E. Brosius, Mevr. S. W. Melchers-Olland, Mevr. J. W. Tambajong, Hr. en Mevr. J. Duell, Mej. Ir. A. Heymans, Mevr. B. Rode-v. d. Kamp, Mevr. A. Knottnerus-Jourdin, Mevr. G. Boer-Kingma, Mevr. J. A. de Boer-v. Voorthuizen, Mevr. Dr. F. de Boer-Hoven, Mej. C. A. Eyken.

Drukkerij Plantijn.