te Weltevreden, werd besloten aan de Regeering te verzoeken het reeds in 1925 aan de vrouwen geschonken passieve kiesrecht voor den Volksraad wel in toepassing te willen brengen door het benoemen van één of meer vrouwen in genoemd college;

dat in bovenvermelde vergadering Mevrouw S. F. M. van Overveldt— Biekart werd aangewezen als eerste candidate en daarnaast als tweede candidate Mevrouw H.J.V.O. Kluit— Kelder, eerstgenoemde wonende te Kendal, laatstgenoemde te Weltevreden;

dat de Vereeniging voor Vrouwenrechten, welke tot 4 Mei 1932 den naam droeg van Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, al reeds herhaaldelijk het verzoek tot de Regeering heeft gericht om een vrouw in den Volksraad te benoemen, te weten in October 1926, in Juli 1927, in September 1930;

dat aan dit verzoek steeds geen gevolg werd gegeven, hetgeen te betreuren is, aangezien het ontbreken van het vrouwelijk inzicht bij de behandeling van de onderwerpen, die aan den Volksraad worden voorgelegd, onvermijdelijk moet leiden tot het nemen van eenzijdige beslissingen;

dat het adressanten derhalve voorkomt in het belang van het land te zijn, indien van de in de nieuwe Indische Staatsregeling van 1925 geboden gelegenheid om dat inzicht tot uiting te doen komen, gebruik werd gemaakt;

dat het benoemen van vrouwen in den Volksraad ook uit billijkheidsoverwegingen volkomen te verdedigen is, want dat, waar de vrouwen meer dan de helft van het totaal deibevolking van Nederlandsch-Indië uitmaken, het niet meer dan redelijk geacht mag worden, dat haar de beschikking wordt gegeven over een of meer zetels; immers heel veel kleinere groepen van de mannelijke bevolking zijn in den Volksraad vertegenwoordigd :

dat, waar in de Maatschappij de vrouw door het feit van haar bestaan van zelf haar invloed doet gelden en dus van nature richting geeft aan

het maatschappelijke leven, het toch van zelf spreekt, dat die invloed zich ook moet kunnen doen gelden in de politieke lichamen, welke die Maatschappij besturen en daarvoor regelen geven;

dat aan de vrouwen in Nederland reeds sedert 1918 een zetel in de vertegenwoordigende lichamen werd verstrekt;

dat ook in Nederlandsch-Indië vrouwen worden gevonden, die zich niet minder bekwaam achten om in raadscolleges zitting te nemen dan de vrouwen in het moederland, die bewezen hebben volkomen voor haar taak berekend te zijn.

Redenen waarom adressanten derhalve met den meesten dranqr töt Uwe Excellentie het verzoek richten om bij de aanstelling van den nieuwen Volksraad één of meer vrouwen in dit college te benoemen.

't Welk doende, enz.

Secretariaat:

Tjikini 44 Bat.-Centrum.

MAORI-VROUWEN NAAR HET CONGRES TE HONOLULU.

Is het niet beschamend voor ons, dat zelfs de Maori-vrouwen zich zullen laten vertegenwoordigen op het 3e Congres te Honolulu en daartoe in staat zijn, terwijl wij, vrouwen van Nederlandsch-Indië, op de Pan Pacific vrouwencongressen aldaar steeds hebben geschitterd door afwezigheid, omdat wij niet in staat waren de onkosten te dragen en de Regeering de belangrijkheid niet inzag van een vertegenwoordiging op een Congres, waar de belangen van vrouwen en kinderen, en dus de algemeene belangen, behandeld werden?

De Maori-vrouwen zullen vertegenwoordigd worden door Mrs. Hariata te Mauharanui Colwill, die tevens voorbeelden van handwerken, vervaardigd door Maori-vrouwen, zal tentoonstellen, waaronder ook