stellenden, teneinde de afdeélïng Bandoeng op te richten.

Mevr. van Overveldt-Biekart, Presidente van het Hoofdbestuur onzer Vereeniging die deze vergadering had bijeengeroepen, hield een kleine uiteenzetting over de noodzakelijkheid van het verleenen van het kiesrecht aan de vrouw, en weerlegde dé argumenten, die telkens weer opnieuw er tegen in werden gebracht, waarna tot de oprichting van de afdeeling werd overgegaan.

Er waren te Bandoeng reeds 13 leden, terwijl art. 8 van de Statuten zegt, dat met 10 leden reeds kon worden volstaan om een af deeling te vormen.

De aanwezigen, waaronder een belangstellende, die tijdens de vergadering lid werd, waren het er allen over eens, dat het noodig was een afdeeling op te richten teneinde een kern te vormen, die de leden bij elkaar houdt en door het verstrekken van lectuur, door lezingen of anderszins hun belangstelling gaande houdt.

In het bestuur werden benoemd Mevr. Timmerman-de Stüers — vroeger penningmeesteres van het Hoofdbestuur — die het secretariaat op zich nam, en Mevr. Tramburg-Helsdingen, die zich beschikbaar stelde voor het penningmeesterschap.

Helaas moest de benoeming eener presidente achterwege blijven. Niemand Wilde zich daarvoor beschikbaar stellen.

Mevr. van Braam-Tergau, oud-lid van een afdeelingsbestuur van de Vereeniging van Staatsburgeressen, en Mevr. Chavannes-Niermans, reeds jaren lid onzer vereeniging, en die beiden buitengewoon geschikt zouden zijn geweest voor deze functie, moesten tot haar spijt hiervoor bedanken, omdat ze in April naar Europa vertrekken.

Er zat niets anders op dan dat Mevr. van Overveldt deze functie waarneemt tót iemand anders daarvoor gevonden wordt.

Bij de bespreking over de wijze, waarop propaganda kon gemaakt worden om de afdeeling tot bloei te brengen, stelde Mevr. van Braam voor, brochures te laten drukken, die verspreid konden worden. Mevr. van Overveldt achtte dit zeer zeker een goede propaganda, doch daarvoor was

geld noodig en de toestand van de kas der vereeniging was, waar zoovele leden om financieele redenen bedankt hebben, niet rooskleurig te noemen.

Mevr. Chavannes stelde voor, door het houden van lezingen, betrekking hebbende op den rechtstoestand van de vrouw — iets, waar toch iedere vrouw zich voor moest interesseeren — leden te winnen. Zij verklaarde zich bereid dit onderwerp te behandelen.

Besloten werd binnen niet al te langen tijd een vergadering te beleggen, waarin dit onderwerp besproken zal worden.

Nadat nog enkele artikelen uit onze Huwelijkswet werden besproken, die de vrouw totaal aan de macht van den man overleveren, zonder dat zij zich ook maar eenigszins kan verdedigen, terwijl ook nog naar voren werden gebracht de kleine verbeteringen, die in het ontwerp-Donner — hetwelk maar niet in openbare behandeling kwam, hoewel het daarvoor reeds lang gereed ligt — werden voorgesteld, sluit Mevr. van Overveldt, met een woord van dank aan de aanwezigen, deze vergadering.

Secretaresse, A. M. Timmerman-de Stuers.

Nieuwe leden van de afdeeling Bandeng :

Mevr. H. Baars-van Braam, Tjiboenoetplantsoen 1, Bandoeng.

Mevr. J. E. v.d. Linden-Bijleveld, Naripan 39, Bandoeng.

Mevr. H. A. E. Visser-Delfos, Dagoweg 92 A, Bandoeng.

BATAVIASCHE VROUWELIJKE STUDENTEN-VEREENIGING.

De Bataviasche Vrouwelijke Studenten-Vereeniging schreef ons het volgende, naar aanleiding van de Fancy-fair, die door haar gehouden werd op 3 November j.1. :

Wij vormen momenteel nog een subvereeniging van het Bataviaasch Studenten Corps. Volgend jaar hopen wij een zelfstandige vereeniging te worden. In verband met het zelfstandig worden moeten wij in de allereerste plaats financieel sterk staan.

Daartoe hebben wij 3 November j.1. een fancy-fair georganiseerd van eigengemaakte handwerken, aange-