9e Jaargang

OCTOBER 1937

No. 10

Maandblad van de

NED. IND. VER. VOOR VROUWENBELANGEN EN GELIJK STAATSBURGERSCHAP.

INHOUD:

Kiesrecht voor de vrouw. — Dg Vrouw en de TAobilisatie. — Uit qc aideelingen.

Verslag der lezing door Mevrouw van Overveldt. — In memoriam Anna

Abergson. — Een Wereldactie van Vrouwen voor den Vrede. — Mededeeling.

KIESRECHT VOOR DE VROUW.

In aansluiting aan het in ons vorig nummer opgenomen kort verslag over de door de Vaderlandsche Club, afd. Batavia, georganiseerde lezingen Pro en Contra Vrouwenkiesrecht, laten wij hier de rede „Pro", gehouden door onze Presidente, Mevr. H. J. V. O. Kluit-Kelder, in extenso volgen.

Er zijn, aldus spr. verschillende redenen, waarom het kiesrecht voor de vrouw noodig en gewenscht is. Vanavond zal ik in vogelvlucht de volgende drie punten behandelen:

1. Het kiesrecht voor de vrouw als staatsburgeres.

2. Haar kiesrecht blijkt in de praktijk noodig te zijn.

3. De plicht der vrouw tegenover de maatschappij.

Zooeven stipte ik reeds aan, dat het onderwerp Vrouwenkiesrecht: het Kiesrecht voor de Vrouw dus, van alle vooroordeelen ontdaan, in den grond een zeer eenvoudig op te lossen kwestie is. Voor mij is het een grooter vraag, waarom de vrouw het kiesrecht niet krijgt, als de man het ook heeft, dan of het wel aan de vrouw gegeven moet worden.

Men gaf den man dit recht als staatsburger, van de idee uitgaande, dat ieder lid van een gemeenschap, dat medehelpt de lasten van deze gemeenschap te dragen, ook het recht heeft mede te spreken over de wijze, waarop alles in deze gemeenschap geregeld en besloten zal worden.

Nu vraag ik : is de Vrouw dan geen staatsburgeres, dat men haar hiervan wil buitensluiten? Of doet zij misschien haar plicht als zoodanig zoo slecht ?

Zij is er niet geschikt voor, zoo zegt men, omdat zij geen politieke scholing heeft. Had de man die dan wel, toen hij pas het kiesrecht en de vertegenwoordiging kreeg ? Dat weten wij, vooral hier in Indië, wel beter.

De man heeft het al doende moeten leeren, zoo zal ook de vrouw het moeten doen.

Zij voelt niet voor politiek, zegt men. Alle mannen dan wel, die toch het kiesrecht en de vertegenwoordiging kregen ? Door het kiesrecht en de vertegenwoordiging in de verschillende regeeringslichamen krijgen èn man èn vrouw meer belangstelling voor alles, zoodat zij zich er meer in gaan verdiepen en er daardoor beter van op de hoogte komen. In het kiesbiljet en de vertegenwoordiging, goed waargenomen, zit een opvoedende kracht, die men de vrouw nu nog steeds wil onthouden, gebonden als men is aan vooroordeelen en opvattingen, die met de kern van de zaak niets te maken hebben. Waarom het meten met twee maten ?

Zien wij hoe de vrouw tegenwoordig in de maatschappij staat en beschouwen wij eerst de zoogenaamde „werkende" vrouw in tegenstelling met de „gehuwde" vrouw. (Alsof deze niet werkt! !).

Wij zullen deze verdeeling ook hier volgen, omdat deze ook door de samenleving en de wetten van onze samenleving gevolgd wordt.

Vele vrouwen zijn tegenwoordig goed ontwikkeld en bekleeden een verantwoordelijken werkkring in de Maatschappij.

Zoo hebben wij, om het even in het kort aan te geven: