Mohammedaansehe zijde gemaakt waren tegen de ontwerp-ordonnantie op ingeschreven huwelijken van Inlandders, waarbij de gelegenheid zou worden opengesteld om een huwelijk op monogamen grondslag te sluiten. Door deze tegenwerking van Inheemsche zijde, besloot men dit wetsontwerp terug te nemen en een speciale regeling te treffen voor bovengenoemde gemengde huwelijken.

De berichtgever teekent er bij aan, dat het in de bedoeling Hgt nog in den loop van dit zittingsjaar de ontwerpordonnantie bij den Yolksraad in te dienen.

Wij wezen reeds meerdere malen op deze leemte in de huwelijkswetgeving.

HET WETSONTWERP ROMME.

Door den Hoogen Raad van Arbeid verworpen.

Nog telkens bereiken ons berichten van protesten tegen het wetsontwerp Romme, het voorontwerp van wet in zake arbeidsbeperking der gehuwde vrouw.

Ze alle te vermelden en er iets over mede te deelen, is niet mogelijk.

Reeds namen wij er het een en ander over op in ons blad.

Alleen willen wij nog een enkel protest aanhalen en een stem, die zich er vóór verklaarde en waarover wij het een en ander vonden in „Vrouw en Gemeenschap".

De stem vóór het wets-ontwerp Romme kwam van Mejuffrouw Dr. G. v. d. Molen.

Zij heeft een brochure geschreven, „De beroepsarbeid der gehuwde vrouw" en daarin het standpunt van Minister Romme goedgekeurd. Zij vindt, van het standpunt der Christelijke sociologie uitgaande, de liberaalfeministische gedachtengang in strijd met de Christelijke wereld- en levensbeschouwing. Zij wil zelfs ook niet de vrouw uit een arbeidsgezin uit nood buitenshuis laten gaan werken, maar aan het geldelijk tekort in een dergelijk gezin tegemoet komen door een grooten kindertoeslag.

Zijn stem er tegen liet ook 'hooren Mir. J. H. Willems en vooral was het de voorgestelde gelijkstelling van con¬

cubinaat met huwelijk, als reden tot ontslag, waartegen hij opkomt.

Dit zal naar zijn meening aanleiding geven tot allerlei minderwaardige praktijken en als voorbeeld hiervan haalt hij aan hoe een weduwe, die commensalen hield, plotseling de mededeeling kreeg van den Pensioenraad, dat haar pensioen werd ingetrokken wegens concubinaat. De Centrale Raad van Beroep, waarbij de weduwe in beroep was gegaan, kon vaststellen, dat men was afgegaan op gepraat van buurvrouwen.

„Laten wij goed begrijpen", zegt Mr. Willems, „wat ons bij dit voorontwerp boven het hoofd hangt. Men denke niet: van mijn dóchter of mijn zuster zal nooit iemand iets kunnen zeggen". Wie zoo spreekt, kent de wereld niet.

Behalve iemands eer benadeelen, kan men iemand haar baantje doen verliezen met alle gevolgen van dien.

Er zal evenwel nog wel weinig kans zyn, dat dit voorontwerp van wet aangenomen wordt, want volgens de berichten, die ons bereikten, heeft de Hooge Raad van Arbeid in Nederland zich met groote meerderheid van stemmen verklaard tegen dit wetsontwerp. Hij keurde zoowel het systeem als geheel, als de doelmatigheid van deze voorgestelde wet af.

Speciaal verdient vermelding — ook in ons maandblad werd hierop reeds gewezen —, dat evenbedoelde commissie van oordeel was, dat eerst diende te worden begonnen met het verzamelen van gegevens inzake den omvang van het aantal gehuwde vrouwelijke arbeidskrachten (hoewel hiervan geen officiëele statistieken bestaan, is het zeer wel bekend dat dit aantal slechts een zeer klein percentage der gehuwde vrouwen omvat), alvorens voorstellen tot beperking van den arbeid der gehuwde vrouw aanhangig te maken.

Na al de protesten, die er in het land geklonken hebben tegen dit wetsvoorstel, is het niet goed denkbaar meer, dat de minister zijn ontwerp zal blijven handhaven.

Voor de vrouw heeft het wetsontwerp Romme deze goede uitwerking gehad dat zij wakker is geschud uit haar dolce far niente en tot de overtui-