ging is gekomen, dat het voor haar nog steeds noodig is paraat te blijven en zelf mede te werken, om haar positie in de maatschappij niet alleen te behouden, maar ook te verbeteren.

VROUWELIJK KANTOORPERSONEEL,

In het 10 Juli-nummer van „Nederlandsch-Indië, het orgaan der V.C., troffen wij onder het hoofd „De waarde van Diploma's" een artikel aan betreffende een door het Nederlandsche blad „De Zakenwereld" onder zijn lezers gehouden enquête.

Het artikel geeft grootendeels een exposé over de betrekkelijke waarde van diploma's, waarop wij hier niet verder zullen ingaan.

Wat echter onze speciale aandacht had, was hetgeen de enquête uitwees omtrent de ervaring opgedaan met vrouwelijk kantoorpersoneel; dienaangaande werd door „De Zakenwereld" n.1. het volgende medegedeeld: „Belangwekkend is nog, dat 78% der inzenders de vrouw op kantoor gelijkwaardig acht aan den man, 12% acht haar zelfs_ superieur aan den man, terwijl slechts 10% den man boven de vrouw verkiest! Reeds een derde van de plaatsen op de kantoren der inzenders wordt door vrouwen ingenomen."

Op dit groote terrein, waarop de vrouw zich eerst sedert den aanvang dezer eeuw een plaats veroverd heeft, heeft zij haar waarde in de praktijk dus wel ten volle bewezen. Moge zij er in slagen, ondanks het voor-ontwerp van Minister Romme, haar plaats op dit arbeidsveld te handhaven!

GEERTRUIDA CARELSEN f.

Op hoogen leeftijd, 95 jaar, is onlangs een bekend Nederlandsch sohrijfster, Geertruida Carelsen, heengegaan.

Aan hetgeen de Amsterdamsche correspondent van de Java-Bode over haar persoon en werk schreef, ontleenen wij het volgende, dat verdient in ruimen kring bij de vrouwen bekend te zijn.

Zij was de oudste Nederlandsche letterkundige en journaliste en tot kort

voor haar dood heeft zij artikelen gepubliceerd.

Met Geertruida Carelsen, haar eigenlijke naam was Amy Geertruida de Leeuw, is een typische figuur uit het letterkundige leven van Nederland heengegaan. Zij bezat tot op hoogen leeftijd een wonderlijke vitaliteit en groote belangstelling voor al datgene, wat in dezen nieuwen tijd om haar heen gebeurde. Zij was een geboren journaliste, met bovendien een warme liefde voor de natuur en het natuurlijke. In haar bundels „Herinneringen" ziet men hoe zij getroffen werd door de onkunde van de levende natuur bij stadsmensohen. Evenals Heimans en Thijsse publiceerde zij artikelen, waarin zij trachtte belangstelling voor het buitenleven, de flora en de fauna op te wekken.

Haar werk werd in ruimer kring bekend, doordat zij 20 jaar in Londen en Berlijn werkte en voor verschillende dagbladen en tijdschriften artikelen schreef. Haar stijl had die merkwaardige en typeerende frisohheid van een vrouw, die ondanks het ouder worden jong bleef met haar tijd. Haar artikelen getuigden van bijzondere eruditie en van een aandachtig beschouwen van het leven van allen dag met den dieperen achtergrond daarvan.

In een gesprek, dat wij indertijd bij de viering van haar 90-sten verjaardag met haar hadden, zeide zij: „Mijn tijd is vandaag en zoolang er nog vandaag is, probeer ik met mijn tijd mee te gaan!"

Dat is echt Geertruida Carelsen, die door Lodewijk van Deyssel en Jac. P. Thijsse indertijd op zoo treffende wijze gehuldigd is voor haar sterk proza en haar groote liefde voor de natuur.

Geertruida Carelsen was Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, welke onderscheiding haar ter gelegenheid van haar 90sten verjaardag was verleend.

In allen eenvoud, zooals ook haar leven is geweest, had de crematie van haar stoffelijk omhulsel plaats, in tegenwoordigheid van de vele vrienden, die zij had.

Namens alle aanwezigen sprak dr. A. H. Haentjes, Remonstrantsch Predikant te Haarlem, een afscheidswoord bij haar uitvaart.