Punt' 5, de benoeming van twee leden van het Hoofdbestuur had het gevolg, dat de beide aftredende dames, Jonkvrouwe Dn Bosch Kemper en Mevrouw Cadet, met algemeene stemmen werden herkozen, en die benoeming aannamen.

Punt 6, benoeming van twee Bestuursleden en ééne plaatsvervangster voor het nazien der rekening en verantwoording over het loopende jaar. Benoemd worden tot leden Mevrouw Hanegraaff—Havklaar uit Rotterdam en Mejuffr. Van Dobsser

uit Dot drecht; tot plaatsvervangster Mevrouw Poortman

Vaillant uit Schiedam, die zich allen de benoeming laten welgevallen.

Punt 7, verduidelijking van het hoofd van het correspondentieblaadje, wordt ingeleid door de afgevaardigde van Amsterdam, die voorstelt om aan de voorwaarden tot plaatsing van advertentiën toe te voegen: »bij herhaling betalen leden f 0.50 per 5 regels en 5 cents voor iederen regel meer."

De correspondente van Zeist meent, dat de nu verschuldigde bedragen voor leden, ook bij herhaling, niet te hoog zijn. Het voorstel van Amsterdam wordt zonder stemming aangenomen.

Punt 8, voorstel om op de Algemeene Vergadering van het volgende, jaar art. 8 van het Huishoudelijk Reglement te kunnen wijzigen, betreft vermindering der storting. De Penningmeesteres van het Hoofdbestuur deelt naar aanleiding hiervan niede, dat, nu, dank zij het ontvangen legaat, cfe algemeene kas eene grootere uitbreiding heeft verkregen, en er dit jaar reeds een batig saldo is — niettegenstaande men hieraan geene afzonderlijke bestemming wenscht te geven — het Hoofdbestuur meent, die meerdere inkomsten ook eenigszins ten goede te moeten laten komen der afdeelingen en correspondentschappen, en wel door voor het vervolg de stortingen te verminderen. De afgevaardigde van Nieuwediep—Helder vraagt of de tegenwoordige storting drukkend is; de Penningmeesteres van het Hoofdbestuur antwoordt toestemmend voor wat betreft de