Landdag van de Gewesten Zuid-Holland-Noord en Zuid-Holland-Zuid

Ongeveer 950 Bondsleden woonden op 5 October 1950 de Landdag bij, die bij verrassing begunstigd werd door een wolkloze lucht, zodat het een stralende zomerse herfstdag werd.

Om half elf opende de presidente, mevr. Dr M. H. Albronda- v. d. Nagel, dit samenzijn en sprak haar openingswoord: „Weest die gij schijnt te zijn".

Daarna sprak Ds B. v. Ginkel uit Amsterdam over: „Staat de wil van God achter alle dingen?"

De collecte voor het Magdalenafonds vormde het slot van de morgenvergadering.

In de middagpauze werd genoten van de schoonheid van de diergaarde.

De middag was gereserveerd voor declamatie door de heer A. Langeler

ZIJ, DIE VAN ONS HEENGINGEN:

Mevr. M. Verveld-Middelkoop, Alkmaar Mevr. M. Streef kerk-Viergever, Amsterdam Mevr. A. van Zanten-Linthorst, Dalfsen Mevr. E. Letzer-Sanders, Edam Mevr. H. J. Bargeman-Zwierink, Eefde Mevr. J. Makkink-Nieuwenhuis, Gorssel Mevr. Westerhof-Spreuwers, Enschede Mevr. L. J. Kloostermanvan IJsseldijk, Goes Mevr. W. v. d. Wetering-ten Hove, Kampen Mevr. Kroeze-Schreuder, Kampen Mevr. H. de Vries-Bos, Loppersum Mevr. S. J. Wesdorp-v. d. Endt, Middelburg Mej. A. Pieters, Musselkanaal Mevr. L. F. Hoeneveld-Ketelaar, Nijkerk Mevr. C. Verhaar-de Jong, Rotterdam Mevr. A. C. Blok, Rotterdam Mevr. A. Haagsma-Herder, Sneek Mevr. H. A. Voerman, Voorschoten Mevr. B. E. M. de Zeeuwvan Andel, Woudrichem Mevr. Wed. W. A. KamsteegMolendijk, IJsselmonde Mevr. v. d. Kuyl-van Neutegem, Zwijndrecht

van „Mariken van Nieumeghen".

De presidente gaf eerst een toelichting over tijd en inhoud van dit middeleeuwse spel. De bedoeling van de keuze van dit stuk was om tegen deze geestelijk-donkere achtergrond dankbaar de zegeningen op te merken waarin wij mogen leven bij het licht van Gods Woord.

Mevrouw W. H. J. Fernhout-Brouwer sprak het slotwoord waarin ze wees op de grote waarde van het lidmaatschap van de N.C.V.B.

Zo behoort ook deze mooie Landdag weer tot het verleden.

J. Buesink-Oskam Corn. Muschstraat 8, Rotterdam-C.

Wie een zakdoek of zijden shawl op de landdag verloren heeft, berichte dit, met omschrijving, aan bovenstaand adres.

Verslag van de afscheidsavond van Mevr. Postma van de afdeling Heerlen.

Het was op 13 September jl. voor de afdeling Heerlen wel een bijzonder samenzijn, daar Mevr. Postma, wegens vertrek naar Maastricht, afscheid moest nemen als presidente van die afdeling na 20 jaar meer dan trouwe dienst.

Het zal wellicht een unicum zijn dat zo lang de leiding van een afdeling in

één hand is geweest. In een hartelijke en opgewekte sfeer is Mevr. Postma door Mevr. Kraayeveld dank gebracht namens de afdeling Heerlen, waarvan practisch alle leden aanwezig waren.

Door Mevr. Verhage van 's-Hertogenbosch werd Mevr. Postma namens het gewestelijk bestuur bedankt voor het pionierswerk dat zij in Limburg voor de N.C.V.B. heeft verricht. Blij is het gewestelijk bestuur dat Mevr. Postma voorlopig nog deel uit blijft maken hiervan en het hoopt nu t.z.t. ook in de toekomstige woonplaats van Mevr. Postma een afdeling te kunnen begroeten.

Door Mevr. Steen als afgevaardigde van de afdeling Hoensbroek-Treebeek, die met nog 2 leden van die afdeling het afscheid bijwoonde, werd Mevr. Postma onder aanbieding van bloemen de dank en de goede wensen van die afdeling overgebracht.

Namens de afdeling Heerlen werd Mevr. Postma een fraaie handtas aangeboden.

Deze afscheidsavond die ook werd bijgewoond door Ds Postma en de plaatselijke Geref. predikant Ds Moens was voor de scheidende presidente een volkomen verrassing, hetgeen wel tot uiting kwam in haar dankwoord.

P. B. Verhage-Schippers, gew. Prop. Limburg-Brabant

NIET MEER VOOR DEZE TIJD

Noch de getrouwde, noch de ongetrouwde vrouw is gewoonlijk op de hoogte van de rechtspositie, die het huwelijk voor de vrouw schept.

Men is daar betrekkelijk onverschillig voor, zolang zich geen omstandigheden voordoen, waarin men pijnlijk bij een zekere machteloosheid bepaald wordt.

In een normaal goed huwelijk behoeven dergelijke omstandigheden hoegenaamd niet ter sprake te komen. Nadat de formaliteiten bij de huwelijkssluiting vervuld zijn, blijft de burgerlijke wet in de onderlinge levensverhoudingen op de achtergrond, in die mate zelfs dat de meeste vrouwen wier huwelijksleven zonder grote spanningen verloopt, van de inhoud van het huwelijksrecht nauwelijks weet hebben.

Ja, het werkende meisje, dat er een eigen giro-rekening op na hield, en na in de nieuwe levenstaat te zijn overgegaan, betalingen via haar giro blijft

doen, kijkt wellicht even verbaasd op, als zij dan bericht krijgt, zich daarmede aan een verboden handeling te hebben schuldig gemaakt! De zaak is weer gezond zodra manlief schriftelijk verklaart, dat het aanhouden van eigen girorekening door zijn echtgenote met zijn toestemming geschiedt.

Meestal is nog wel bekend het voorschrift, waarin staat dat de echtgenoten elkander wederkerig getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd zijn, en dat de man zijn vrouw behoort te beschermen en haar het nodige te verschaffen naar stand en vermogen. Zo ook dat zij door de enkele daad van de huwelijkssluiting zich wederzijds verplichten voor opvoeding en onderhoud van hun kinderen te zorgen.

Het kenmerk van wederkerigheid treedt hierbij naar voren. Overigens draagt onze wettelijke regeling geheel het stempel van een vrij strenge maritale macht: in zijn kwaliteit als hoofd der echtvereniging heeft de man macht