SCHEIDING VAN LICHAAM EN ZIEL

door FELIX ORTT.

WANNEER het lichaam sterft wat gebeurt er dan met de ziel?

De bedenking van materialistische zijde, dat er geen ziel is, behoeft niet zwaar te wegen, omdat dit een kwestie van definitie is. Noemt men „de ziel” een wezen dat tijdens het leven het lichaam bewoont en dit met den dood verlaat, om in andere oorden (hemel, hel, vagevuur of schimmenrijk) zijn bestaan voort te zetten, dan is het ten volle verklaarbaar dat sommigen het bestaan van zoodanig wezen ontkennen, Maar noemt men de ziel niet een wezen, of een ding, maar een vermogen, en wel het ordenend vermogen, dat het lichaam tijdens zijn leven bezit, dan kan geen redelijk-denkend mensch het bestaan van dit vermogen ontkennen, althans niet zoolang de mensch leeft. Dan heeft dus voor ieder, hoe hij overigens ook denken mag, de vraag beteekenis: wat gebeurt er met dit ordenend vermogen, wanneer het lichaam sterft?

Verdwijnt het? zooals de materialisten meenen. Of blijft het in een of anderen vorm bestaan? wat de spiritualistische opvatting is. In welken vorm het blijft bestaan en hoe het verdere lot van de ~ziel” is daarover zijn de meest verschillende beschouwingen in omloop. ledere godsdienst, iedere secte haast, heeft daarover zijn opvattingen, die ook wel in ruimeren kring bekend zijn, maar alle wel gemeen hebben, dat ze geen bewijskracht bezitten om hen, die er sceptisch tegenover staan, tot een overtuiging te nopen. Wat niet wegneemt, dat men wel gronden, ook deugdelijke en wetenschappelijke gronden kan hebben om de eene opvatting omtrent de wijze van voortleven der ziel aannemelijker te achten dan de andere.

Bij deze onzekerheid en onvoldoende bewijskracht kan het te meer belangrijk zijn eens te luisteren naar de intuïtie dienaangaande van de volksziel.

In een vroeger artikel over ~het geestengeloof der primitieve volken” heb ik getracht uiteen te zetten welke de beteekenis is van hun geestesgesteldheid, die door Lévy-Bruhl wordt genoemd de ~pré-logische mentaliteit”; en voorts hoe die merkwaardige intuïties der volksziel, die in alle oorden der wereld zoo

treffend in hoofdzaken overeenstemmen, schijnen heen te wijzen naar een o%rbron van intuïtie, welke wellicht toestond zuiverder de Waarheid te schouwen dan aan ons objectieve, scherp waarnemend en logisch-denkend verstand mogelijk is.

Wat stelt zich nu de primitieve intuïtie voor aangaande het sterven en den toestand der ziel na den dood?

In het vorige artikel is daar al in groote trekken een antwoord op gegeven. Men beschouwt den dood niet als een plotseling voorval, maar meer als een proces van losmaking, dat bij het sterven van het lichaam begint en dat eindigt wanneer de dooden-ritus volledig volbracht is.

We zullen dit nog aan eenige voorbeelden, ontleend aan Lévy-Bruhl, illustreeren.

De Yokaia, de Konkau en de Senel-indianen van Californië brengen aan de geesten der dooden gedurende een jaar voedsel.

De Australische negers hebben een ceremonie, waarvan het zwaartepunt is het breken van een stuk been. Wanneer dit geschied is en op de plaats neérgelegd waar het blijven moet, keert de geest van den overledene, die door de inboorlingen gedacht wordt zoo groot ongeveer te zijn als een zandkorreltje, naar zijn kamp in het schimmenrijk ~Wingara" terug, waar hij met de andere geesten van zijn totem blijft totdat hij zich weer in een kind van den stam reïncarneert, Vanaf het oogenblik dat de genoemde ceremoniën volbracht zijn, oefent de geest van den overledene geen persoonlijken invloed meer op de achtergeblevenen uit.

Bij tal van Indonesische volken is dezelfde voorstelling in zwang; het sterven geschiedt in twee tempo's en de dood is eerst volkomen ingetreden na afloop der tweede periode.

Hetzelfde is opgemerkt in Amerika en in Afrika. Wanneer bij de Sioux-indianen een jongeling sterft, knippen zijn ouders een haarlok af vlak boven het voorhoofd en wikkelen die in een stuk hertenvel. Dan hebben de periodieke doodenoffers plaats. Maar ten slotte wordt de omwikkeling geopend en de haarlok, of wel de geest, er uit genomen en begraven. Van af dat moment is de scheiding van den zoon met zijn ouders volkomen. De Sioux