f 8,50 per week bedraagt; een panknecht verdient per week nog f 0,75 met overwerk. Te Arnhem verdienen de gezellen in een zoutziederij gemiddeld f8,75 (f 10,50 indien men het loon voor nachtarbeid mederekent)per week. Voor Dordrecht werden de wekelijksche verdiensten geschat op f 15 a f 20,— voor een baas en een metselaar, op f 14,65 voor een kraanmachinist, op f 11,75 voor een timmerman en een machinist, op f 11,25 voor een stoker, op f 11,— voor een stoker van de grove pan, op ± f 11, voor de overige volwassen werklieden en op f 3,50 voor een zakkenspoeler (jongen); in deze weekloonen zijn begrepen de verdiensten voor het geregeld voorkomende overwerk voor het brengen van ruw zout op de kuipen (zoogenaamd kuipen slaan). In een zoutziederij te 's-Gravenhage wisselen de loonen naar gelang van de bekwaamheid der werklieden tusschen f 10,— en f 12,— per week, terwijl in een andere te Rotterdam het loon voor de machinisten f 14,— en dat voor de overige werklieden f 13,— per week bedraagt. Te Utrecht bedraagt "het weekloon voor een meesterknecht f 16,— (met vrij woning, vuur en licht), voor een machinist f 13,—, voor een stoker f 11,— en voor een koetsier en een sjouwer f 10,—.

Dat toeslagen op de loonen worden gegeven, werd gemeld voor Dordrecht en Utrecht. In eerstgenoemde gemeente ontving het personeel van één fabriek de toezegging, dat gedurende 16 weken f 1,— per week boven het gewone loon zal worden uitgekeerd als aandeel in de gemaakte winst. Deze uitkeeringen hadden gedeeltelijk in 1909 nl. gedurende de laatste 8 weken plaats. Met Nieuwjaar en kermis werden fooien gegeven van f 1—f 10,—. De stoker van de grove pan ontvangt boven zijn weekloon een toelage, waarvan de grootte afhankelijk is van het meerdere of mindere voordeel, dat het door hem verrichte werk oplevert. Voorts bestaat er in de bedoelde fabriek een ziekenfonds met verplichte deelneming voor het geheele personeel. De werklieden storten wekelijks 10 ets. (de baas 20 ets.) van hun loon, terwijl de patroon voor iederen werkman 15 ets. per week betaalde. In een zoutziederij te Utrecht ontvangen de stokers (in 1908 ook de machinisten, doch in 1909 niet meer) boven hun weekloon een premie van ± f 2,— naar gelang van de hoeveelheid zout, welke geproduceerd wordt, terwijl de meesterknecht boven zijn loon vrij woning, vuur en licht geniet. Kosten komen nergens ten laste van de loonen der werklieden.

Het staatje op blz. 188 geeft een overzicht van de dagelijksche arbeids-, rust- en schafttijden en bevat tevens eenige mededeelingen betreffende het voorkomen van en de betaling voor overwerk, nacht- en Zondagsarbeid.

Huisarbeid wordt niet verricht. Werden vroeger te Dordrecht nog wel eens zakken mee naar huis gegeven om te herstellen, in het afgeloopen jaar is dit niet meer voorgekomen.

De loonen en arbeidstijden ondergingen sedert het vorige jaar over het geheel geen verandering. Alleen werd voor Utrecht opgegeven, dat het loon voor den machinist sedert 1908 met f 2,- is verhoogd.

Arnhem (Yg), Dordrecht c.n. (Vg), 's-Gravenhagc c.a. (Vg), 's-Hertogeubosch c.a. (Vg), Rotterdam (Vg) en Utrecht (Vg).

Zuivelfabrieken en melkinrichtingen. De loonen worden gewoonlijk per week berekend en uitbetaald. Opgemerkt zij hierbij, dat de melkrondbrengers of -slijters in de meeste plaatsen naast een vast (soms laag) loon provisie van den verkoop genieten, zoodat hunne verdiensten indirect afhangen van de door hen verkochte hoeveelheid melk. Voor Groningen werd gemeld, dat het loon der melkventers geheel afhangt van de hoeveelheid verkochte melk. Standaardloonen bestaan over het algemeen niet. Het staatje op blz. 189 bevat een opgave van de door de onderscheidene Kamers geschatte loonen der verschillende categorieën van werklieden.

Behalve de in de noten van bedoeld staatje nader omschreven premiën, welke de melkrondbrengers genieten — deze premiën zijn feitelijk meer als een deel van het loon dan als toeslagen te beschouwen —, valt nog van de volgende toeslagen melding te maken. In een zuivelfabriek te Delft ontvangen de boter- en kaasmakers ieder tot een bedrag van gem. f 1,— per week aan premiën voor verschillende vormen van nauwkeurige plichtsbetrachting, welke tot verlaging der productiekosten en tot meerwaardige producten leiden. In een melkinrichting te Dordrecht ontvangen de wijkknechts en het binnenpersoneel met Nieuwjaar en kermis een fooi van f 1,—, terwijl bovendien aan deze werklieden na het einde van het boekjaar één week loon (het aanvangssalaris, zijnde f 9,— of minder) extra wordt uitgekeerd. Voorts geniet het gansche personeel jaarlijks een verlof van 8 dagen met behoud van loon. Ook bestaat er in deze onderneming een ziekenfonds,