In de vorige verslagen werd melding gemaakt van eene reeds vanaf 1890 loopende vrijstelling van de verplichting om des middags een vol uur schafttijd te verleenen aan een der grootste confectiefabrieken te Amsterdam. De patroons meenden steeds dat een uur achtereen rust in een zoodanig groot bedrijf slechts aanleiding tot allerlei onordelijkheden zou geven, waar het onmogelijk zou zijn dat een 400—500 meisjes voor een uur naar huis gingen, zonder veel tijdverlies bij vertrek en bij het aangaan van de fabriek. Na eene eenige maanden voorafgaande waarschuwing werd deze vrijstelling ingetrokken en de praktijk heeft bewezen, dat hierdoor geen enkel bezwaar werd ondervonden; de werksters zijn zeer ingenomen met de langere rust. De verkorting van den arbeidstijd met '/2 uur heeft, hoewel de meisjes in stukloon werken, geen invloed op het loon gehad; er is dus evenveel geproduceerd. Bij eene controle, of in het uur schafttijd, als de machines stil staan, geen handwerk werd verricht, werd geen overtreding geconstateerd.

Ten slotte zij nog melding gemaakt, dat in de meeste sigarenfabrieken te Eindhoven en omstreken in den loop van het verslagjaar de middagrusttijd met '/2 uur werd verlengd, zoodat deze thans van 12—2 is gesteld, zulks zonder dat de dagelijksche werktijd verkort werd, met de bedoeling den arbeiders in dit vak, in verband met den afstand tot hunne woningen, ruimer gelegenheid te verschaffen om thuis het middagmaal te nuttigen.

Artikel 7. Enkele overtredingen kwamen voor in banketbakkerijen, een steenbakkerij, kaasmakerijen en bij het aanleggen van gas- en waterleidingen.

Artikel 8. Overtredingen van dit artikel komen betrekkelijk zeldzaam ter kennis van de inspectie. Dit ligt ook voor de hand, daar slechts zelden het voor komen eener gehuwde vrouw aanleiding zal zijn tot een onderzoek naar den datum van hare bevalling. Toch wordt over 1909 tweemaal van eene overtreding melding gemaakt.

Artikel 10 en 11. Ten opzichte van deze administratieve bepalingen zijn belangrijke veranderingen te constateeren. Het gewicht er van is zeer toegenomen nu op alle kleinere werkplaatsen, waar beschermde personen arbeid verrichten, hygiënische voorschriften van toepassing zijn. In de aanwezigheid van kaarten en lijsten ligt toch een soort verplichte opgave van het bedrijf opgesloten. Wanneer de verplichtingen daaromtrent niet worden nagekomen, zal het veelal mogelijk zijn de naleving der hygiënische voorschriften te ontduiken, doordat de inrichting aan de inspectie onbekend blijft. Een andere verandering bracht het arrest van den Hoogen Raad, waardoor uitgemaakt is, dat het niet volgen van de op de arbeidslijst vermelde werkuren niet strafbaar is. Door dit arrest wordt feitelijk aan de lijst alle beteekenis ontnomen. Een herziening der wet op dit punt zal nu de waarde der lijst als controlemiddel moeten herstellen.

Over het gebrekkig nakomen der omslachtige bepalingen van de kaarten en lijsten, alsmede over den tijd, die door de politie aan de overtredingen dezer bepalingen gewijd wordt, in plaats van dien te besteden aan controle op arbeidsen rusttijden, houden de klachten steeds aan. Doch ook door of vanwege de burgemeesters wordt dikwijls te nonchalant r et deze bepalingen omgegaan.

Artikel 13. Bij nachtelijke inspectie op een steenfabriek in het 7de district werd door een deel der arbeiders, in strijd met de waarheid verklaard, dat door enkele aanwezigen niet gewerkt was. Deswege werd tegen 5 hunner, wegens overtreding van dit artikel een geldboete geëischt van f 10. De opgelegde straf bedroeg voor ieder f 5.

Hierop volgt een uitvoerige bespreking van de bepalingen, vereischt om de naleving der nieuwe algemeene maatregelen van bestuur, uitgevaardigd op grond van art. 4 en 5 der Arbeidswet, zoo spoedig mogelijk te verzekeren. In het Koninklijk Besluit van 12 Juli 1909 (Stbl. 266) zijn de uitzonderingen, die toegestaan werden op de regelen der artikelen 5, 7 en 1 i der Arbeidswet, aanzienlijk beperkt. En in het Koninklijk Besluit van 10 Augustus 1909 (Stbl. 290) is een zeer veel ruimer gebruik gemaakt dan in vroegere bestuursmaatregelen van de bevoegdheid, gegeven in artikel 4 der Arbeidswet, om bepalingen te maken ter beveiliging tegen gevaar voor gezondheid en leven '). Wat betreft de voorloopige uitwerking der veranderingen in eerstgenoemd besluit geven de Inspecteurs nog slechts verspreide mededeelingen.

Het nieuwe Arbeidsbesluit ex art. 4 der Arbeidswet, (Stbl. No. 290 van

') zie Maandschrift 1909 afl. 7, blz. x en afl. 8, blz. ij.