seizoenslapte in de vervaardiging van dameshoeden te Amsterdam, Groningen, Haarlem, 's-Hertogenbosch (een weinig verlevendiging), Leiden, Rotterdam (alleen in de en-gros-zaken was het druk), en Schiedam, in de hoedenfabricage te Maastricht en in het dames- en heerenhoedenvak te Utrecht.

Te Maastricht en in het dameshoedenvak te Rotterdam was meer aanbod van werkkrachten dan vraag. Overal elders bestond evenwicht Werkloosheid kwam voor te Amsterdam (zeer weinig), Maastricht (2 personen) en in het dameshoedenvak te Rotterdam (een weinig).

Amsterdam (C), Groningen (C), Haarlem (C), 's-Hertogenbosch (C), Leeuwarden (k), Leiden (Tn), Maastricht (As), llotterdam (C), Schiedam (Vg), Utrecht (C).

Parapluienfabricage. Te Nijmegen was de toestand dooreengenomen normaal, met evenwicht tusschen vraag en aanbod. Te Tilburg ontstond weder drukte, zoodat meer werkkrachten werden aangenomen en de vraag het aanbod overtrof. G. w.

Nijmegen (Vg), Tilburg (As).

Bontwerkers. Het zachte weder veroorzaakte slapte, zoowel te Arnhem (geen werkloosheid) als te Amsterdam (eenige inkorting van den werktijd; eenige werkloosheid) en Haarlem (geen werk voor de thuiswerksters; echter geen werklooze atelierwerkers).

Te Amsterdam overtrof het aanbod de vraag in sterker mate dan in Januari. Te Arnhem en Haarlem waren vraag en aanbod gelijk.

Amsterdam (C), Arnhem (C), Haarlem (C),

Beddenfabricage. Te 's-Hertogenbosch was het slap, te Leiden was gewoon werk en te Rotterdam heerschte eenige drukte (groote bestellingen van buiten), zoodat langer gewerkt werd en hier en daar de verdiensten stegen. Vraag en aanbod waren gelijk. G. w.

's-Hertogenbosch (B), Leiden (Tn), Botterdam (C).

Wasch- en strijkinrichtingen. De toestand werd voor den tijd van het jaar bevredigend of normaal genoemd door Alfen, Amsterdam, Arnhem, Groningen (goed werk), Haarlem (matig werk, doch drukte in een wasscherij van fijne goederen), 's-Hertogenbosch, Leiden (goed werk), Rotterdam (beter dan verleden jaar) en Utrecht. Eenige verlevendiging in verband met het voorjaar werd reeds waargenomen te Delft, terwijl van eenige slapte alleen melding werd gemaakt

door Nijmegen. ^ ,, , ,

Vraag en aanbod waren over het geheel gelijk. Alleen te Rotterdam kwam

een weinig werkloosheid voor. ,

Alfen (Vg), Amsterdam (C), Arnhem (C), Delft (O), Groningen (C), Haarlem (C), s-Hertogenbosch (C), Leiden (Tn), Nijmegen (Yg), Rotterdam (C), Utrecht (C).

Chemische wasscherijen en stoffenververijen. Leiden sprak van goed werk, terwijl Arnhem den toestand normaal noemde. Seizoenslapte werd echter gerapporteerd door Groningen, Haarlem (ontslag van naaisters, werktijd iets korter), Nijmegen (minder slap dan in Januari), Rotterdam, Schiedam en Utrecht (werktijd

korter, verdiensten lager).

Te Haarlem overtrof het aanbod de vraag, maar overigens waren beide gelijk.

Bepaalde werkloosheid heerschte er nergens.

Arnhem (C), Groningen (C), Haarlem (C), Leiden (Tn), Nijmegen 0 g), Rotterdam (C\ Schiedam (Vg), Utrecht (C).

Tapijtreiniging. Het bleef slap. Vraag en aanbod waren gelijk. G. w.

Groningen (B).

Barbiers en kappers. Normaal. Vraag en aanbod waren gelijk. G. w.

Arnhem (C).

VIII. Kunstnijverheid.

(Industrie artistique.)

Beeldhouwers (in steen), ornamentwerkers. Te's-Hertogenbosch was de toestand normaal, met evenwicht tusschen vraag en aanbod en geen werkloosheid. (Jok te Amsterdam was het redelijk druk (meer aanbouw), maar het aanbod van werkkrachten bleef er de vraag nog overtreffen en er waren nog steeds werkloozen.

Amsterdam (B), 's-Hertogenbosch (B).

Graveurs. Normaal. Vraag en aanbod waren gelijk. G. w.

's-Hertogenbosch (B).

Glas-in-loodzetters en glasschilders. Geregeld werk. Geen vraag of aanbod. G.w.

Delft (B), Dordrecht (B).