BUITENLAND.

(ÉTRANQER.)

Arbeidsmarkt.

OBulletin du travail.)

België. (Belgique.) Februari 1911. ') Door 34 kostelooze arbeidsbeurzen werden bij 2 504 aanvragen door patroons 4 545 aanbiedingen van mannelijke arbeidskrachten ingeschreven, d. i. 181 aanbiedingen op 100 aanvragen, tegen 256 in de vorige maand en 195 in Februari 1910. Omtrent de werkloosheid onder de georganiseerden zijn nauwkeurige inlichtingen ingekomen van 257 vakvereenigingen met 52 132 leden (mijnwerkers, thuiswerkers en landarbeiders uitgezonderd). Omstreeks de tweede helft van Februari telden die vereenigingen 1 350 of 2,6 pCt. werkloozen, tegen 2,8 pCt. in de voorgaande maand en 2,9 pCt. in Februari 1910. Zoowel de gegevens, door de vakvereenigingen verstrekt, als de cijfers der arbeidsbeurzen wijzen dus op een vrij belangrijke verbetering van den stand der arbeidsmarkt sedert de voorgaande maand en zijn zelfs weer gunstiger daa die van dezelfde maand van het voorgaande jaar. Opmerking verdient echter, dat niet als werkloozen beschouwd zijn de georganiseerden, die door een uitsluiting zonder werk waren.

(—) Maart 1911.2) Door 36 kostelooze arbeidsbeurzen werden bij 4 431 aanvragen door patroons 4 759 aanbiedingen van mannelijke arbeidskrachten ingeschreven, d. i. 115 aanbiedingen op 100 aanvragen, tegen 181 in de vorige maand en 126 in Maart 1910. Omtrent de werkloosheid onder de georganiseerden zijn nauwkeurige inlichtingen ingekomen van 287 vakvereenigingen met 53 202 leden (mijnwerkers, thuiswerkers en landarbeiders uitgezonderd). Omstreeks de tweede helft van Maart telden die vereenigingen 1 095 of 2 pCt. werkloozen, tegen 2,6 pCt. in de voorgaande maand en 2,1 pCt. in Maart 1910. Zoowel de gegevens, door de vakvereenigingen verstrekt, als de cijfers der arbeidsbeurzen wijzen dus, als gewoonlijk in dezen tijd van het jaar, op een belangrijke verbetering van den stand der arbeidsmarkt sinds de voorgaande maand/die voor een groot deel wordt toegeschreven aan de verlevendiging in verscheidene seizoenbedrijven. De stand kwam overeen met dien in Maart 1910.

Canada. Maart 1911.3) In geheel Canada, met uitzondering van Britsch-Columbië en sommige gedeelten van Alberta kon, doordat het koude weder tot in het begin van April aanhield, het buitenwerk eerst ongewoon laat hervat worden. Bij den landbouw werden echter reeds arbeiders voor den zomer aangenomen, maar ervaren werkkrachten waren over het algemeen schaarsch. Het begin van de voorjaarsdrukte in de mijnbouwdistricten van Ontario en Quebec werd eveneens vertraagd. Bij den aanleg van spoorwegen vermeerderde de bedrijvigheid aanmerkelijk en verwacht men een zeer drukken zomer. In de bouwvakken nam, ofschoon verscheidene daarvan, die in de open lucht uitgeoefend worden, nog stil lagen, de bedrijvigheid eveneens aanzienlijk toe; het aantal verleende bouwvergunningen was gedurende de eerste maanden van dit jaar grooter dan in dezelfde maanden van 1906. Bij het houthakkersbedrijf zijn de werkzaamheden in de bosschen in een groot deel van Ontario en de oostelijke provincies afgeloopen en met het vervoer der boomstammen, zal vermoedelijk eerst Iaat begonnen worden; in Britsch-Columbië daarentegen werkten reeds vele der grootere zagerijen. De lage waterstand in de rivieren belemmerde de werkzaamheden in de zagerijen en andere fabrieken, die door waterkracht worden gedreven, doch overigens ging in de fabrieksnijverheid zeer veel om. Het vervoer op de spoorwegen bleef zeer belangrijk, doch de scheepvaart zal eerst laat hervat worden. Niettegenstaande de buitengewoon sterke immigratie waren vraag en aanbod van werklieden zonder vakkennis over het algemeen met elkander in evenwicht. In bijna alle takken van nijverheid wordt een druk zomerseizoen verwacht.

Revue du Travail van 15 Maart 1911.

2) Door de welwillendheid van het „Office du Travail" werd het Bureau door toezending der drukproef in staat gesteld, vóór het ontvangen van het 15 April-nummer van de „Revue du Travail" dit overzicht in deze aflevering op te nemen.

3) Door de welwillendheid van het „Labour Department" werd het Bureau door toezending der drukproef in staat gesteld, vóór het ontvangen van het April-nummer der „Labour Gazette" dit overzicht in deze aflevering op te nemen.

6*