voor den eerste om een passende schoen te maken voor iedere voet, wat bij den grootfabrikant niet bereikt kan worden.

Het Gewerbeförderungsinstitut deed toen de meest vakkundige schoenmakers eene „Werkgenossenschaft" stichten en de gemeente gaf die vereeniging een voorschot om een lokaal te huren, waarin eene gemeenschappelijke werkplaats kon worden opgericht.

Eerst vertrouwde men de nieuwe machines niet, maar spoedig werd toch ingezien, dat men daarmee het werk even goed en even mooi kon doen als uit de hand, maar bovendien veel sneller. Menig twijfelaar probeerde, of hij voor de enkele klanten, die nog nieuwe schoenen op maat bij hem bestelden, öök in die werkplaats klaar kon komen. Hij sneed daar zijn eigen leer, gaf zijn eigen leest, door hem zelf naar de voeten van zijn klant vervaardigd, en liet dan de schoenen in de gemeenschappelijke werkplaats machinaal maken. Het afwerken deed hij weer zelf en zijn klant was best tevreden. Zoo sloten zich steeds meer schoenmakers bij deze vereeniging aan! Aan deze „Werkgenossenschaft" is ook verbonden een „Rohstoffgenossenschaft", waar het leer bewerkt wordt.

Om het meerdere productievermogen winstgevend te maken, richtte men eenige jaren geleden een gemeenschappelijke winkel op, waarin de in voorraad gemaakte schoenen verkocht worden. Het resultaat dezer onderneming is zeer bevredigend. Ook hier is gebleken, dat bij goede leiding de klein-industrieelen met volkomen zekerheid van slagen de concurrentie met het grootbedrijf kunnen voeren.

Maar bij de groote productie komt dan ook tegelijkertijd de wenschelijkheid, ja de eisch een grooter afzetgebied te vinden. Ook voor deze schoenmakers. De Regeering zelve kwam hierin tegemoet. Niet op philantropische wijze, noch ook om het kleinbedrijf boven het grootbedrijf voor te trekken, maar om de kleinnijverheid in de gelegenheid te stellen te toonen, dat zij in staat is de concurrentie met het grootbedrijf aan te gaan. De Regeering besloot, op voorstel van het Gewerbeförderungsamt te Weenen om voor een deel ook de coöperatieve schoenmakers-patroonsvereenigingen voor de leveranties aan het leger te laten medewerken. De schoenmakerspatroon, die aan deze levering voor het leger mede doet, moet voor een bepaalden prijs een schoen leveren, welke geheel aan het standmodel, zoowel wat leerkwaliteit als afwerking betreft, voldoet. Is zijn werk niet in orde, dan is het dien patroon verboden het volgend jaar weer werk te leveren. Wie het beste schoeisel maakte, heeft de voorkeur voor de levering van een grootere partij voor het volgend jaar. Van philantropie alzoo hier geen sprake; integendeel, werklust, vakkennis en vlijt worden op deze wijze zuiver economisch gesteund.

V. De coöperatieve inkoopsvereeniging van verbruiksartikelen te Pilsen. Coöperatieve vereenigingen van deze soort bestaan in Oostenrijk-Hongarije maar zeer weinig. Alleen te Praag hoorden de enquêteurs van een „Kaufmannische Magazingenossenschaft" van kruideniers en winkeliers in koloniale waren, die reeds sedert een jaar bestond. Deze vereeniging is ondergebracht in een groot gebouw met 2 verdiepingen, met bijgebouwen voor stal, koffiebranderij en fustenbewaarplaats, benevens een binnenplaats van enkele honderden vierkante meters.

Zij werd in 1902 opgericht door kruideniers met een 30 leden en had in 't eerste jaar een omzet van 50 000 Kr. Thans heeft dé vereeniging een ledental van 320 winkeliers en een omzet van 2 500 000 Kr. Om lid te kunnen worden moet men minstens 3 jaar gevestigd winkelier in dit vak zijn en minstens één aandeel van 100 kronen nemen. Bovendien heeft men een zeer strenge ballotage. Dit was noodig om de volgende redenen. Ten eerste omdat't kruideniersvak bij uitnemendheid 't vak schijnt te zijn voor z.g. „gestrandete Existenzen" (zooals de enquêteurs het uitdrukken), die zonder vakkennis en zonder voldoend bedrijfskapitaal een zaak beginnen en zoo 't bestaan der vereeniging in gevaar brengen. Ten tweede, omdat men nog niet het contant zaken doen heeft kunnen invoeren. De gewone conditie is 4 maanden crediet en bij betaling op 30 dagen 2 % korting. Om dit te verbeteren zal men beproeven de contante betaling als eersten en voornaamsten economischen maatregel in te voeren, in -'t begin door de korting bij betaling op dertig dagen tot 3 % verhoogen. Ook wil men de vakkennis hoog houden.

't Systeem dezer vereeniging verschilt in enkele opzichten van dat der Ned. coöperatieve inkoopsvereenigingen; bijv. in de aflevering der waren. Hiervoor heeft de vereeniging' 6 paarden, een groot aantal open en gesloten wagens, 12 magazijnbedienden en arbeiders, 2 reizigers, 5 kantoorklerken, 1 hoofdboekhouder,