Bouw- en Woningtoezicht. In de tabellen zijn opgenomen de opgaven van het Bouw- en Woningtoezicht te Amsterdam, Arnhem, 's-Gravenhage, Haarlem, Leiden en Utrecht betreffende bouwen, verbouwen, sloopen en aangaande onbewoonbaarverklaringen over de maand September 1911.

Met betrekking tot de (niet in de tabellen opgenomen) opgaven voor de gemeente Rotterdam kan worden medegedeeld, dat het aantal voltooide nieuwe bouwwerken (welke echter voor een tijdvak van gemiddeld drie maanden nog afgewerkt worden door timmerlieden, stukadoors, ververs, behangers en stoffeerders) op den lsten October 1911 1 009 (1 718 woningen) bedroeg; het aantal in uitvoering zijnde bouwwerken beliep 403 (677 woningen) en het aantal in behandeling, doch niet in uitvoering zijnde nieuwe bouwwerken 216 (421 woningen). Onder deze opgaven zijn de werken, door en vanwege de gemeente uitgevoerd, niet begrepen. Het aantal goede gebouwen, welke gesloopt werden of door verbouwing van bestemming veranderden, bedroeg in de maand September 178 (164 woningen) en het aantal slechte gebouwen, die officieel en officieus onbewoonbaar verklaard werden en deswege van bestemming veranderden of gesloopt werden, 45 (53 woningen).

Controle Havenarbeid. Amsterdam. — September 1911. De controle legde aan 119 schepen, waaronder 67 Nederlandsche, 137 bezoeken af; op 72 schepen moesten één of meer, te zamen 116, aanmerkingen worden gemaakt. 74 van deze aanmerkingen betroffen alleen het schip, de overige het werkgeversmateriaal of de wijze van werken. De aanmerkingen, welke alleen betrekking hadden op het schip, betroffen 51 schepen, de overige 28 schepen.

Bovendien werden nog bezocht 8 binnenschepen, alle van Nederlandsche nationaliteit. Op 5 hiervan werden 5 aanmerkingen gemaakt; 3 hiervan betroffen het scheepsmateriaal. Op 52,24 pCt. van alle Nederlandsche schepen (excl. binnenschepen), welke bezocht werden, zijn aanmerkingen, het schip betreffende, gemaakt. Voor schepen van vreemde nationaliteit is deze verhouding als volgt: Deensche 100, Duitsche 26,31, Engelsche 22,73, Noorsche 75 en Russische 100. Op de bezochte Italiaansche en Zweedsche schepen werden geen aanmerkingen gemaakt.

Naar aanleiding van dein September gemaakte aanmerkingen had in 38 gevallen (voor de binnenschepen in 4) direct of gedurende het verblijf in de haven voorziening plaats; van de vroeger gemaakte konden 23 (van de binnenschepen geen) worden gecontroleerd en van deze was in 8 gevallen de gewenschte verbetering aangebracht. Het aantal werklieden, tijdens de controle aan boord bevonden, bedroeg 4 948. Op de bezochte binnenschepen werden bij de controle 102 werklieden aangetroffen.

106 ongevallen (waarvan 1 met doodelijken afloop en 5 van ernstigen aard) kwamen ter kennis van de controleurs. Deze waren als volgt over de verschillende bedrijven verdeeld: bootwerkersbedrijf 82, binnenvaart 6, schuitenvoerdersbedrijf 7, veem-, expeditiebedrijf en Ioodswerk 8, graanwerkersbedrijf 2 en vlotterij 1. De ongevallen werden veroorzaakt door: vallende voorwerpen 32, vallen, uitglijden 21, knellen, stooten 28, slag van slingerende voorwerpen 4, werkhaak 5, splinters, spijkers, bandijzer 3, verzwikken, verrekken 2, omslaan van schuit 3, vuil in het oog 4, onder het erts geraakt 1 en door andere oorzaken 3.

Zaandam, Velsen en Westzaan. — September 1911. De controle legde aan 35 schepen (waaronder 8 Nederlandsche) 37 bezoeken af; op 19 schepen moesten één of meer, te zamen 31, aanmerkingen worden gemaakt. 27 van deze aanmerkingen betroffen alleen het schip, de overige het werkgeversmateriaal of de wijze van werken. De aanmerkingen, welke alleen betrekking hadden op het schip, betroffen 18 schepen. Op 62,50 pCt. van alle Nederlandsche schepen, welke bezocht werden, zijn aanmerkingen, het schip betreffende, gemaakt. Voor schepen van vreemde nationaliteit bedroegen de percentages: Deensche 50, Duitsche 60 en Zweedsche 50. Op de bezochte schepen van Engelsche, Noorsche en Russische nationaliteit werden geen aanmerkingen gemaakt.

In 12 van de gevallen, waarin aanmerkingen waren gemaakt, werd direct of gedurende het verblijf in de haven voorzien. Het aantal werklieden, tijdens de controle aan boord bevonden, bedroeg 787.

Rotterdam. — September 1911. Het aantal aan 302 bezochte schepen (waaronder 32 Nederlandsche) afgelegde bezoeken bedroeg 314. Op 153 schepen moesten één of meer, te zamen 282, aanmerkingen worden gemaakt. 239 van deze aanmerkingen betroffen alleen het schip en hadden betrekking op 136 schepen.

In deze maand werden op 21,81 pCt. van alle Nederlandsche schepen, welke