de primaire keuring in 1909 waren onderzocht. Bij dit her-onderzoek konden geene nadeelige gevolgen van het werken in het vlas gedurende den afgeloopen winter worden vastgesteld. 256 jongens werden voor het eerst onderzocht. Over het algemeen was de gezondheidstoestand dezer knapen goed, hetgeen ook mag worden afgeleid uit het gering aantal jongens, dat moest worden afgekeurd, n 1.5.

Er zijn slechts 9 jeugdige hekelaars gekeurd en wel 7 (5 van 14 en 2 van 15 jaar) in Gelderland en 2 jongens van 14 jaar in Noordholland, welke allen werden goedgekeurd.

In Overijssel werd voorts een 3-tal jongens uit touwslagerijen resp. 2 van 13 en 1 van 14 jaar, onderworpen aan het geneeskundig onderzoek door de medici aan wie het onderzoek der drukkersjongens is opgedragen. Voor een van hen werd een herkeuring noodig geacht.

Ten slotte is in Zuidholland nog een 13-tal jongens in hekelarijen gekeurd, namelijk 3 van 12 jaar, 3 van 13, 4 van 14 en 3 van 15 jaar. Geen van hen werd afgekeurd, hoewel het voor 3 wegens lichaamszwakte wenschelijk werd geoordeeld, dat zij weder spoedig opnieuw zouden gekeurd worden.

De keuring van personen beneden 16 jaar en vrouwen, welke wenschen te werken in letterzetterijen en drukkerijen (Koninklijk Besluit 10 Augustus 1909, Staatsblad 290) is in hoofdzaak gebaseerd geweest op dezelfde grondslagen als die van het massale onderzoek van beschermd personeel in December 1909.

In het geheel hebben zich 1 090 personen voor dit onderzoek aangemeld, waaronder 1 049 jongens en 41 meisjes en vrouwen.

Het resultaat van dit onderzoek vindt men in onderstaande tabel.

pCt. van Meisjes pCt. van Totaal pCt. van

DIS T BIC T. Jongens. hetvta°ntaal en hetyt°^aal aantal hetv^°ntaal

het Kijk. vrouwen. het Kijk. personen. het Kijk.

lste 45 4,29 5 12,19 50 ! 4,58

2de 53 ! 5,04 2 4,88 55 5,05

3de 196 18,68 6 14,64 202 I 18,53

4de 175 16,66 1 2,44 176 ' 16,15

5de 187 17,83 3 7,31 190 17,43

6de 138 13,14 12 29,28 150 13,76

7de 113 10,75 8 19,50 121 11,10

8ste 67 6,47 2 4,88 69 6,33

9de 75 7,14 2 4,88 77 7,07

Rijk . . 1 049 100 pCt. 41 100 pCt. 1 090 100 pCt.

Deze 1 090 personen waren verspreid over 524 werkplaatsen. Van de 1 090 zijn er 936 of 85,88 pCt. goedgekeurd: 111 of 10,18 pCt. kwamen in observatie, d. w. z. voor hen werd eene herkeuring noodzakelijk geacht, terwijl er 43 of 3,94 pCt. werden afgekeurd.

Het hoofd van het 5e district (Amsterdam) vond het van genoeg belang te weten, wat van de afgekeurde leerlingen terecht kwam. Het daarnaar ingestelde onderzoek leverde het navolgende resultaat:

6 werden als loopjongen in diverse bedrijven geplaatst (drogistwinkel, apotheek, boekwinkel, modistenvak, bakkerij en sigarenmakerij); 3 kwamen in de sigarenindustrie terecht; 3 werden van de drukkerij naar de binderij verplaatst; 3 zijn, na ergens loopjongen te zijn geweest, 16 jaar wordende, weer in het bedrijf teruggekeerd; 2 waren bijna 16 jaar en bleven in het bedrijf; 2 werden geplaatst bij de stoffeerderij; 1 werd opgenomen in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, waar hij op het oogenblik nog in behandeling is. De overige 5 werden respectievelijk geplaatst bij een steendrukker, een vergulder, een loodgieter, op een expeditiekantoor en op een automobielbandenfabriek. Daar het hier alleen zeer jonge leerlingen gold, was bij de overplaatsing in een ander bedrijf van teruggang van loon weinig sprake met uitzondering van de loopjongens, waarvan er sommigen een gulden minder verdienden. Bij dit onderzoek werden in een paar gezinnen onder de huisgenooten tuberculoselijders aangetroffen. Ook bleek, dat slechts door enkele ouders bij den huisdokter op nader onderzoek van hun kind was aangedrongen. Een paar gaven te kennen, dat zij het ontslag aan andere oorzaken dan afkeuring toeschreven. Aan ouders werd wel de raad gegeven om hun huisdokter eens te doen informeeren bij den geneeskundige, die afgekeurd had.

8