heid kwam niet voor, voor zoover de fabriek van chemische producten en de zeepfabrieken betreft. Voor de lijmfabriek is er in den regel ruim aanbod van losse werklieden, daar de werkloozen in andere vakken weten, dat er in dit bedrijf bijna doorloopend los personeel geplaatst kan worden. Ook voor de oliefabriek bieden zich geregeld meer losse werklieden (werkloozen in andere vakken) aan dan noodig zijn. Zooals echter voor de hand ligt, is het aanbod van de hier bedoelde personen in den winter grooter dan in den zomer. Middelen tot voorkoming van de — op het oogenblik in geringe mate — heerschende werkloosheid onder de losse arbeiders worden niet aangewend. Tot leniging van hare gevolgen werken de gemeentelijke arbeidsbeurs en het werkloozenfonds.

Dordrecht (K. v. A. v. d. V. en G.). — Kunstmeststoffenfabricage. Dank zij den aanvoer van nieuwe grondstoffen was de toestand in de afgeloopen maand middelmatig te noemen. Desniettemin werden er 14 werklieden ontslagen. Vraag naar werkkrachten was er niet, wel veel aanbod, nl. van personen zonder vakkennis. Onder de vaklieden heerschte geen werkloosheid.

Zwavelzuurfabricage. Doordat een deel van het bedrijf stilstaat wegens herstellingen, heerscht er groote slapte, waarvan de werklieden echter geen nadeelige gevolgen ondervinden daar zij tijdelijk werkzaam gesteld zijn in de onder dezelfde directie staande kunstmeststoffenfabriek. Er was vraag noch aanbod van werkkrachten, evenmin als in de vorige maand. Geen werkloosheid.

's Hertogenbosch (K. v. A. v. d. V. en G.). — In de zeepziederijen duurde de slapte onverminderd voort, echter zonder gevolgen voor het personeel. Er was evenmin vraag als aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

Leeuwarden (K. v. A.). — De oliefabricage maakte een drukken tijd door, daar er tengevolge van het gebrek aan gras en de groote uitbreiding van den veestapel veel vraag naar lijnkoeken was. De fabrieken breidden zich dan ook gaandeweg uit, hetgeen met aanneming van meer personeel gepaard ging. In de loonen en den arbeidsduur kwam geen wijziging. Vraag en aanbod van werkkrachten wogen tegen elkander op. Geen werkloosheid.

Maastricht (Werkliedenvereeniging A). — In de zinkwitfabricage trad verlevendiging in, zoodat meer werklieden werden aangenomen. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

Nijmegen (K. v. A. v. d. V. en G.). — De toestand in de zeepfabrieken was zeer gunstig. De drukte nam sedert de vorige maand toe, zoodat nu en dan zelfs ■ overgewerkt moest worden. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

Schiedam (K. v. A. v. d. Bouwbedr.). — Lak- en vernisfabricage. De slapte duurde onverminderd voort. Het aanbod van werkkrachten overtrof de vraag. Geen werkloosheid.

(K. v. A. v. d. V. en G.). — Sodafabriek. Er heerschte een aanmerkelijke slapte, tengevolge waarvan enkele werklieden ontslagen werden en de arbeidsduur verkort werd. Verlevendiging viel niet te bespeuren. Het aanbod van werkkrachten overtrof de vraag en er waren werkloozen.

Kaarsenfabriek. De toestand was vrij middelmatig. Er heerschte geen slapte, doch van bepaalde verlevendiging kon evenmin gesproken worden, al werden er ook, evenals in Mei, losse werklieden aangenomen. Overwerk kwam niet voor. Tusschen vraag en aanbod van werkkrachten bestond evenwicht. Geen werkloosheid.

Utrecht (K. v. A. v. d. V. en G.). — Chemische fabrieken en loodwitfabrieken. Er heerschte noch slapte, noch bijzondere drukte. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

VI. Hout-, kurk- en stroobewerking, snij- en draai werk.

(Bois, liège, paille.)

Houtdraaierij.

Dordrecht (K. v. A. v. d. Bouwbedr.). — Tengevolge van de reeds vroeger opgegeven oorzaken hield de slapte aan, hetgeen voor het personeel evenwel geen bepaalde gevolgen had. Er was noch vraag, noch aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.