doch het was niet zoo druk als in Mei. De loonen bleven dezelfde, terwijl ook de arbeidstijd over het geheel geen verandering onderging. Er was althans slechts één onderneming, die van verlenging van den werkdag melding maakte. Geen aanbod van werkkrachten en geen werkloosheid.

Vervaardiging van hoeden en petten.

Arnhem (K. v. A. v. d. Conf.). — Voor heerenhoedenmakers en pettenmakers bleef de toestand normaal. Vraag en aanbod van werkkrachten wogen tegen elkander op. Geen werkloosheid.

Groningen (K. v. A. v. d. Conf.). — In dameshoedenmakerijen was het in Juni nog tamelijk druk, waar de lustrumfeesten wel iets toe bijdroegen. Hoeden- en pettenmakerijen hadden het eveneens vrij druk, zonder dat bepaald verlevendiging viel waar te nemen. Vraag en aanbod van werkkrachten waren vrijwel met elkander in evenwicht en werkloosheid kwam niet voor.

Haarlem (K. v. A. v. d. Conf.). — In de dameshoedenmakerijen was nog wel voldoende werk, doch de seizoendrukte liep ten einde, hetgeen vooral op het einde der maand merkbaar was.

Leeuwarden (K. v. A.). — Pettenmakerijen. De gunstige toestand handhaafde zich. Er was flink en regelmatig werk; de afzet was voldoende. In het aantal werklieden kwam geen verandering, evenmin als in de loonen en arbeidstijden. Overwerk kwam zeer weinig voor. Geen vraag naar en evenmin aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

Leiden (K. v. A. v. d Textielnijverheid). — Bij de vervaardiging van hoeden was het voor den tijd van het jaar niet bijzonder druk, hetgeen moet worden toegeschreven aan verschillende omstandigheden (o.a. aan het ongunstige weder). Tusschen vraag en aanbod van werkkrachten bestond evenwicht. Geen werkloosheid.

Maastricht (Werkliedenvereniging A). — De hoedenfabricage ondervond noch slapte, noch verlevendiging. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

Rotterdam (K. v. A. v. d. Conf.). -- Dameshoedenmakerijen. Als gevolg van het eindigen van het seizoen werd het in dit bedrijf reeds slap en moet geconstatëerd worden, dat er een voorloopige stilstand is ingetreden. In de ondernemingen, waar met vast personeel gewerkt wordt, werd de arbeidsdag verkort en weer op het normale aantal uren gebracht. De loonen bleven dezelfde. Het aanbod van werkkrachten was grooter dan in Mei en begon de vraag reeds te overtreffen. Er heerschte een weinig werkloosheid.

Heerenhoeden- en pettenmakerijen. Voor zoover den directen verkoop betreft was de toestand gewoon, doch wat de latere (winter-) levering aangaat, werd reeds in voorraad gewerkt en was het in sommige ondernemingen druk. De loonen en arbeidstijden bleven dezelfde. Geen aanbod van werkkrachten en geen werkloosheid.

Schiedam (K. v. A. v. d. V. en G.) — In de hoedenmakerijen was de toestand over het algemeen bevredigend, ofschoon de seizoendrukte niet zoo groot was als verwacht werd. Er werd slechts weinig overgewerkt. Tusschen vraag en aanbod van werkkrachten bestond evenwicht. Geen werkloosheid.

Utrecht (K. v. A. v. d. Conf.). — De seizoendrukte in het dames- en heerenhoedenvak duurde allerwegen nog voort, zoodat de loonen van het personeel boven het normale bleven. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

Bon twerkersbedrijf.

Amsterdam (K. v. A. v. d. Conf.; uit de opgaven van twee patroons). — Behalve bij één patroon, waar door bijzondere omstandigheden meer drukte viel waar te nemen, heerschte er slapte, gepaard gaande met verkorting van den arbeidsduur. De loonen en het aantal werklieden bleven gelijk. Vraag en aanbod van werkkrachten waren nagenoeg even groot en werkloosheid kwam niet voor.

Arnhem (K. v. A. v. d. Conf.). — De slapte hield onverminderd aan. Tusschen vraag en aanbod van werkkrachten bestond evenwicht. Geen werkloosheid.

Haarlem (K. v. A. v. d. Conf.). — Bontwerkers bleven seizoenslapte ondervinden.