Alg. Ned. Diamantbewerkersbond met 180

Afd. v. d. Ned. Bond van Arbeiders(sters) in de Kledingindustrie met. . . 80

„ v. d. Ned. Schildersgezellenbond met 55

v. d. Ned. Bond van Handels- en Transportarbeiders te Land met . . 49

I (sigarenmakers) v. d. Ned. Sigarenmakers- en Tabakbewerkersbond met 47

" v. d Alg. Ned. Timmerliedenbond met 46

„ v. d. Alg. Ned. Metaalbewerkersbond met 42

, v. d. Bond van Arbeiders in het Bakkersbedrijf enz. met 41

v. d. Alg. Ned. Bond van Handels- en Kantoorbedienden met . . . . 3j

v. d. Ned. Bond van Gemeentewerklieden met 14

A RrvtiH uon Rr\ii\xrwciLr;irhpiHpr£ mpf 13

„ v. a. Lenir. doiiu van Duuwvdhdiuautio

V. d. Alg. Ned. Bond van Meubelmakers enz. met 11

d. Alg. Ned. Drankbereidersbond met

10

v. d. Alg. Ned. Drankbereidersbond met 'JJ

Lompenbewerkersvereeniging met • • • • • '

Afd. v. d. Ned. Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel met .... b Vier vakvereenigingen gingen in ledental achteruit (in totaal met 32) en wel

de volgende: . 1C

Afd. v. d. Alg. Ned. Bond van Arbeiders in het Havenbedrijf met . ... 15

V- d. Alg. Ned. Dienstbodenbond met 12

v. d. Ned. Litho-Fotografischen Bond met • 4

II (sorteerders en plakkers) v. d. Ned. Sigarenmakers-en 1 abakbew.bond 1 Van 5 vakvereenigingen (Vereeniging van Loopknechts in de Diamantindustrie, van Duitsche Kuipersgezellen, van Duilsche Bierbrouwersgezellen, Ned. Fotografenbediendenbond en de afd. van den Ned. Kappers- en Barbiersbediendenbond) onderging het ledental geen verandering.

Delft (K. v. A. v. d. Bouwbedr.). — Het vermoeden van de Kamer, dat de kortere arbeidsdag, die onlangs voor de glasschilders werd ingevoerd wel gevolgd zou worden door een verhooging van hunne uurloonen (zie afl. 5—1909, blz. 595) is tot dusver niet bewaarheid. . .)fm

Door den Raad dezer gemeente is in zijne vergadering van 19 Mei 1909

vastgesteld eene „verordening, regelende het verleenen van pensioen aan weduwen en weezen van gemeente-ambtenaren". Onder gemeente-ambtenaren worden verstaan ambtenaren, beambten, bedienden en werklieden, zoowel mannelijke als vrouwelijke. Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1910.

's-Gravenhage (K. v. A. v. d. V. en G.). — 1. In de coöperatieve melkinrichting werd als vergoeding voor te verrichten Zondagsarbeid, het aantal jaarlijksche vacantiedagen (met behoud van loon) voor de loopknechts van 5 op 7 gebracht, terwijl bovendien voortaan maandelijks nog een vrije dag zal worden toegestaan.

2. In een coöperatieve broodbakkerij, waar des Zondagsavonds niet voor 12 uur met werken begonnen werd, heeft men gemeend, dien aanvangstijd 2 uur te moeten vervroegen. Door de afdeeling 's-Gravenhage van den Bond van Aibeiders in het Bakkersbedrijf enz. werd tegen dezen maatregel tevergeefs geprotesteerd.

's Heitoqenbosch (K. v. A. v. d. Bouwbedr.). — In aansluiting op hetgeen in de vorige aflevering op blz. 716 werd medegedeeld in zake de door eenige vakvereenigingen van werklieden bij den R.-K. Patroonsbond in de bouwvakken aangewende pogingen tot verkrijging van een loonsverhooging van 2 ets. per uur, kan thans nog worden vermeld, dat de timmergezellen de door de patroons toegezegde verhooging van 1 cent per uur niet voldoende achten, daar n. ï. een loon van 18 ets. per uur, dat op 1 Januari 1910 zal worden ingevoerd, bij den tegenwoordigen hoogen levensstandaard beslist te laag is. In een gemotiveerd schrijven stelden de verschillende organisaties de patroons hiermede in kennis, waarop door de patroons geantwoord werd, dat meer dan de toegezegde verhooging niet door hen kan worden toegestaan. De gezellen zetten hun actie voort.

Hilversum (K. v. A. v. d. Bouwbedr.). — Nu het verzoek der schildersgezellen tot verkrijging van een collectief arbeidscontract en een loo"sverho°ging van 2Iets. per uur slechts ten deele werd ingewilligd (zie Afl. 5—1909, blz. 596), heeft de schildersgezellenvereeniging zich tot de Kamer gewend met de volgende twee vragen- le of het bedoelde verzoek was te billijken en geen onredelijke eischen waren gesteld en 2e welke weg thans gevolgd zou moeten worden. Op de eerste vraag werd door de Kamer bevestigend geantwoord, terwijl zij naar aanleiding van de tweede in overweging gaf, een nieuw, doch nu meer behoorlijk gemotiveerd, adres in te zenden en zoo dit nog niet mocht baten, den Gemeenteraad te