Delft (K. v. A. v. d. Bouwbedr.). — In den ijzeren- en houten-scheepsbouw viel in Juli eenige slapte waar te nemen. Tot ontslag van werklieden werd echter nog niet overgegaan. Vraag naar werkkrachten kwam niet voor; wel was er eenig aanbod, doch alleen van gezellen, buiten Delft woonachtig. Er heerschte een weinig werkloosheid.

Dordrecht (K. v. A. v. d. Bouwbedr.). — IJzeren-scheepsbouw. De in de vorige maand ingetreden verlevendiging hield aan. Geen gevolgen voor het personeel.

Houten-scheepsbouw. Ook in de afgeloopen maand werd uitsluitend herstellingswerk verricht.

Blok- en mastenmakers hielden geregeld werk.

In deze bedrijven was vraag noch aanbod van werkkrachten en heerschte geen werkloosheid.

Groningen (K. v. A. v. d. Bouwbedr.). — Bij den ijzeren-scheepsbouw bleef de toestand stationnair: geen slapte of werkloosheid en evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten.

Haarlem (K. v. A. v. d. Metaal- en Houtbew.). — De toestand in het kleinbedrijf was gewoon te noemen. Wat het grootbedrijf betreft, was er in eene onderneming,' waar sedert de vorige maand verlevendiging viel te constateeren, ruim voldoende werk en moest voor spoedeischend werk de arbeidsduur eenigszins verlengd worden, terwijl in een andere onderneming wel veel werk in uitzicht was, doch op het oogenblik nog geen drukte heerschte. Vraag en aanbod van werkkrachten wogen tegen elkander op. Geen werkloosheid.

Den Helder (K. v. A. v. d. Bouwbedr.). — De toestand bleef onveranderd. Er heerschte geen slapte of werkloosheid. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten.

Kampen (K. v. A. v. d. Bouwbedr.). — Bij den ijzeren- en houten-scheepsbouw viel eenige seizoendrukte waar te nemen. Tusschen vraag en aanbod van werkkrachten bestond vrijwel evenwicht. Geen werkloosheid.

Leiden (K. v. A. v. d. Bouwbedr.). — De werkzaamheden namen in die mate af, dat thans van slapte moest worden gesproken. Het aanbod van werkkrachten overtrof de vraag en er heerschte werkloosheid.

Rotterdam (K. v. A. v. d. Metaal- en Houtbew.). — In alle scheepsbouwinrichtingen was voldoende werk. Ook scheepssmeden in reparatie-inrichtingen hadden in de meeste ondernemingen voldoende werk. Vraag en aanbod van werkkrachten wogen ongeveer tegen elkander op. Geen werkloosheid.

Schiedam (K. v. A. v. d. Bouwbedr.). — Bij de ijzerconstructie en den ijzerenscheeps- en machinebouw viel vermeerdering van werkzaamheden te constateeren, doordat belangrijke bestellingen inkwamen. Dientengevolge werden meer werklieden aangenomen en werd de arbeidsduur verlengd. In den houten-scheepsbouw bleef geregeld werk. Vraag en aanbod van werkkrachten wogen in deze bedrijven tegen elkander op. Geen werkloosheid.

Vlissingen (K. v. A. v. d. Metaalbew.). — Er was voldoende werk, maar van bijzondere drukte was geen sprake, zoodat geen overwerk vowkwam. In de loonen en arbeidstijden kwam geen wijziging. Geen werkloosheid, integendeel, bekwame vaklieden konden onmiddellijk geplaatst worden.

Vervaardiging van rijtuigen en wagens.

Alfen (K. v. A.). — Wagenmakers ondervonden noch slapte, noch verlevendiging. Vraag en aanbod van werkkrachten wogen tegen elkander op. Geen werkloosheid.

Arnhem (K. v. A. v. d. Bouwbedr.). — De toestand in het wagenmakersbedrijf bleef normaal. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

Bussum (K. v. A. v. d. Bouwbedr. te Hilversum). — In het wagenmakersbedrijf was overal vrij veel werk. Bij enkele patroons heerschte zelfs groote drukte wegens herstellingen aan hooiwagens. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.