Het aantal bij de uitsluitingen betrokken ondernemingen was 7; in één geval was het onbekend.

Het aantal uitgeslotenen was 94 en dat der werklieden, vóór het uitbreken der geschillen werkzaam, 50. In 3 gevallen was het aantal van laatstgenoemden, in 2 gevallen dat der uitgeslotenen onbekend.

Driemaal waren Ioongeschillen en eenmaal was het vieren van den len Mei oorzaak der uitsluiting.

Spanje.

(Espagne.)

Tweede kwartaal 1909 ').

Het aantal stakingen, blijkens de ontvangen berichten gedurende het tweede kwartaal van 1909 uitgebroken, bedroeg 51.

Het volgend overzicht omvat 52 stakingen van verschillenden datum. Van deze brak(en) uit: 1 in November 1907; in 1908: 4 in Januari, 3 in Februari, 3 in Maart, 3 in April, 5 in Mei, 4 in Juni, 3 in Juli, 3 in September, 2 in October, 2 in November en 1 in December; in 1909: 1 in Januari, 2 in Februari, 6 in Maart, 6 in April, 1 in Mei en 2 in Juni. In 1908 eindigde(n) 3 in Januari, 1 in Februari, 3 in Maart, 1 in April, 2 in Mei, 6 in Juni, 2 in Juli, 4 in Augustus, 1 in September, 2 in October, 1 in November en 2 in December; in 1909: 1 in Januari, 1 in Februari, 7 in Maart, 7 in April, 2 in Mei en 2 in Juni, terwijl van 4 de datum van beëindiging onbekend was.

2 stakingen duurden korter dan 1 dag, 22 van 1—7,4 van 8—13, 7 van 15—25, 6 van 31—55, 5 van 92—99 en 2 resp. 170 en 175 dagen; de duur van 4 stakingen was onbekend.

De stakingen waren op de volgende wijze over de verschillende bedrijven verdeeld: landbouw 1, bereiding van voedingsmiddelen 1, aardewerkindustrie 1, machinenindustrie 2, bouwbedrijven 13, huiden- en haarbewerking 1, drukkersbedrijven 2, houtbewerking 6, metaalindustrie 4, mijnbouw 6, papierindustrie 1, krachtcentralen 1, textielnijverheid 5, transportbedrijf 3, kleeding- en schoenindustrie 5.

In totaal waren bij de geschillen 3 642 werklieden (2 533 mannen en 1 109 vrouwen) direct en 127 personen (27 mannen en 100 vrouwen) indirect betrokken. Het aantal personen, in de door staking getroffen ondernemingen werkzaam, bedroeg 7 348 (5 384 mannen en 1 964 vrouwen).

Bij 10 conflicten ging het om loonsverhooging, bij 3 om loonsverhooging en regeling van het werk, bij 1 om loonsverhooging en invoering van den 8-urigen arbeidsdag, bij 1 om loonsverhooging en verkorting van den arbeidsduur, bij 1 om loonsverhooging en erkenning van het vereenigingsrecht der arbeiders, bij 4 om verkorting van den arbeidsduur, bij 2 om invoering van den 8-urigen arbeidsdag, bij 2 om ontslag van leidend personeel en bij 4 om ontslag van ongeorganiseerden. Naast deze 28 offensieve stakingen waren er 24 van defensieven aard; bij 6 daarvan ging het tegen loonsverlaging, bij 1 tegen verlenging van den arbeidsduur, bij 4 tegen de uitvoering van het arbeidscontract, bij 5 tegen de regeling van de arbeidsvoorwaarden, bij 1 om uitbetaling van het verdiende loon, bij 1 tegen invoering van stukwerk en bij 5 om wederindienstneming van ontslagen werklieden, terwijl 1 maal uit solidariteit gestaakt werd.

Het aantal tengevolge der geschillen verloren arbeidsdagen bedroeg 1 314.

Geheel ten gunste der werklieden eindigden 21 conflicten, gedeeltelijk te hunnen gunste 9, te hunnen nadeele 22. Door bemiddeling van autoriteiten eindigden 20 stakingen, verder 2 door tusschenkomst van plaatselijke afdeelingen van de „Reformas Sodales", 1 door arbitrage, 16 door directe onderhandeling tusschen patroons en werklieden, 4 door onderhandeling tusschen de patroons en de werkliedenorganisaties en 1 door tusschenkomst van een commissie uit de patroons en de werklieden. De overige 8 liepen zonder iemands tusschenkomst af.

Bij 13 geschillen, waarvan dit gegeven bekend is geworden, hadden de patroons een verlies van 121 575 pesetas; bij 51 stakingen verloren de werklieden 150 632,32 pesetas.

') Bolftin del Instituto de Reformas Sociales van Juli 1909.