Overige rnededeelingen van sociaal=economischen aard.

(Autres renseignements dun caractère social-économique.)

De Fransche vakvereenigingen, bonden van vakvereenigingen en „arbeidsbeurzen" op 1 Januari 1908. ')

(Les syndicats professionnels, les unions de syndicats et les bourses du travail francais au Ier janvier 1908.)

Het aantal op 1 Januari 1908 bestaande vakorganisaties van allerlei soort, welke voldeden aan de vereischten, gesteld door de wet van 21 Maart 1884, bedroeg 14 082 met een gezamenlijk ledental van 2 094 417 personen. Hieronder waren 9 659 organisaties van patroons of van werklieden of gemengde organisaties in de industrie en den handel met 1 322 965 leden' en 4 423 organisaties in den landbouw met 771 452 leden. Wat de vakbonden betreft, waren er 320 van eerstgenoemde en 68 van laatstgenoemde soort.

Patroonsorganisaties. Er waren op 1 Januari 1908 3 965 vakvereenigingen van patroons met 331 475 leden, een vooruitgang sedert 1 Januari 1907 met

343 vereenigingen en 16 204 leden. .

Het bedrijf, waarin het grootste aantal georganiseerde patroons voorkomt, is de chemische industrie; 86,92 pCt. der patroons is lid eener vakvereeniging. Daarna volgt het mijnwezen met 58,87 pCt., dan de pap.erbewerking en de drukkersbedrijven met 51,26 pCt., daarna de groep vrije beroepen imet 32 09 pCt en dan achtereenvolgens het transportbedrijf en de handel met 32,04 pU de groep huiselijke diensten met 27,08 pCt de groep voedmgs-engenotm.ddelen met 24 66 pCt, de fabricage van aardewerk en steen met 15,50 pCt., de me™al bewerking met 15,20 pCt en het bouwbedrijf met 14,77 pCt. In andere bedrijfsgroepen was minder dan 7 pCt. der patroons georganiseerd. De groep andbouw,

boschbouw en visscherij telde het geringste aantal vereenigde patroons, nl 1,23 pU.

Door de patroonsorganisaties zijn 383 plaatsingsbureaux in het leven geroepen, 335 verschillende publicaties uitgegeven, 243 vakbibliotheken jestictU, 115 vakcursussen en vakscholen opgericht; verder zijn 98 onderlinge we®-sta c kassen in het leven geroepen, 64 laboratoria, 35 pensioenkassen, 34 ongevallenverzekeringmaatschappijen, 31 onderlinge voorschotkassen, 27 reiskassen 22 coöperatieve verbruiksvereenigingen, 12 vakwedstrijden en tentoonstellingen, proefvelden, 7 werklozenkassen en 6 coöperatieve Pfoducbe^

Het aantal patroonsbonden bedroeg op 1 Januari 1908 122 met 2 813 afdee lingen en 301 477 leden, sedert 1 Januari 1907 eene vermeerdering met 12 bonden,

363 Kï'"bonTdif'der kleinhandelaren in dranken, lel. 35 000 leden; dan volgt de kruideniersbond met 20 000 leden; de bond van patroons in het

bouwvak is 17 700 personen sterk. . . ™

Werkliedenorganisaties. Het aantal dezer vakvereenigingen bedroe,, op 1 lanuari 1908 5 524 met 957 102 leden, of resp. 202 en 61 090 meer dan een iaar te voren. Er waren op eerstgenoemden datum 88 906 georganiseerde vrouwen De bedrijfsgroep, waarin relatief het grootste aantal georganiseerde arbeiders voorkwam, was het mijnwezen, met 39,83 pCt.; daarna komen achtereenvo g de chemische nijverheid met 33,15 pCt het-transportbedrijfen debandelmet 24 25 oCt de papierbewerking en de drukkersbedrijven met 22,22 pCt., de haa en huidbewerking met 21,22 #Ct. de metaalbewerking-mei: 16,88 pCt het bouwbedrijf met 16 40 pCt., de houtbewerking met 15,37 pCt., de steen-en aardewerk fabricage met 14,86 pCt., de steengroeven met 14,76 pCt., de textielindustrie met 14 40 i?Ct en de vrije beroepen met 13,49 pCt. Ook hier is het wederom e groep land- en boschbouw en visscherij, die het kleinste aantal georgamseer-

^Cl1 Door deze vakvereenigingen zijn in het leven geroepen 1 237 vakbibliotheken, 1 162 plaatsingsbureaux, 1010 onderlinge weerstandskassen, 924 reiskassen, 724 UrkloSzenfondsen 402 vakcursussen of -scholen, 197 verschillende publicaties, 122 coöperatieve verbruiksvereenigingen, 92 pensioenfondsen 75 onderlinge voorschotkassen 64 coöperatieve productievereenigingen, 19 vakwedstrijden en tentoonstellingen, 12 laboratoria, 10 proefvelden en 2 ongevallenverzekcrmg-

maatschappl en werklieden waren er op 1 Januari 1908 186 tegen 187 op

i) Bulletin de l'Oflice du Travail van Juni 1909,