goederenvervoer op de Duitsche spoorwegen waren in Augustus 1909 4 051 851 M. liooger dan in Augustus 1908, hetgeen overeenkomt met een vermeerdering met 32 M. of 1,22 pCt. per K. M.

Engeland. (Angleterre.) Augustus 1909 ')■ Over het algemeen was de stand der arbeidsmarkt wat beter dan in Juli. In alle takken der metaalindustrie viel eenige verlevendiging te constateeren. Daarentegen heerschte in het kleermakersbedrijf en de drukkersbedrijven de gewone seizoenslapte. Vergeleken met verleden jaar was het in alle belangrijke industrieën, doch vooral in de meeste takken der textielnijverheid, drukker. Bij de loonsveranderingen, die in Augustus plaats hadden, waren 13 100 werklieden betrokken; van 250 werd het loon verhoogd, van 12850 verlaagd. Het gevolg van alle veranderingen was een daling der loonen met ruim £ 420 per week. De 416 trade-unions, die opgaven verstrekten, telden einde Augustus bij een ledental van 697 268 personen 53 918 werkloozen, d. i. 7,7 pCt, tegen 7,9 pCt. einde Juli 1909 en 8,5 pCt. einde Augustus 1908.

Frankrijk. (France.) Juli 1909 2). De wijnbouwers in het zuiden verrichtten in Juli dezelfde bezigheden als in Juni. Onder de houthakkers, die in dezen tijd van het jaar bij den landbouw werkzaam zijn, heerscht tengevolge van het ongunstige weder en den slechten oogst op vele plaatsen werkloosheid. Bij den tuinbouw in den omtrek van Parijs is de toestand nog altijd even bevredigend. De drukte in de bouwbedrijven heeft haar hoogste punt bereikt. De toestand der textielnijverheid wordt op enkele uitzonderingen na als bevredigend beschouwd. In de zijde-industrie blijft in de buurt van Lyon nog steeds evenveel werk; elders daarentegen is de toestand minder gunstig. In de kleeding- en hoedenindustrie heerscht" seizoenslapte. De toestand der metaalindustrie blijft over het algemeen stationnair; de verlevendiging in de automobielindustrie te Parijs houdt aan. De werkloosheid onder de horlogemakers is alleen in Franche-Comté verminderd. De bedrijvigheid in de drukkersbedrijven nam nog niet merkbaar af. Onder de kuipers schijnt de werkloosheid te verminderen, doch onder de havenarbeiders blijft zij even groot. De toestand der handschoenenindustrie is ongelijk; die der aardewerkindustrie te Limoges blijft stationnair.

1 208 vakorganisaties met 315 778 leden hebben voor Juli de vraaglijsten omtrent den stand der arbeidsmarkt en de werkloosheid beantwoord. Van deze organisaties gaven 1 011 met 266 364 leden het aantal hunner werkloozen op, n.1. 15 265 of gemiddeld 5,7 pCt., de mijnwerkers in het departement Pas-deCalais medegerekend, en 6,3 pCt. wanneer dezen niet medegeteld worden. Dit laatste percentage bedroeg de vorige maand 6,4 en in Juli 1908 8. Door 19 pCt. der werkliedenorganisaties met 16 pCt. der leden werd geoordeeld, dat er in Juli, vergeleken met de vorige maand, meer werk was, door 55 pCt. der organisaties met 65 pCt. der leden, dat er evenveel en door 26 pCt. met 19 pCt. der leden, dat er minder werk was. De vraag: „Acht gij den toestand der arbeidsmarkt voor den tijd van het jaar bevredigend?" beantwoordden 667 vakorganisaties met 116 201 leden bevestigend, 320 met 93 742 leden daarentegen ontkennend.

Luxemburg. (Luxembourg.) Eerste halfjaar 1909 3). In de eerste helft van 1909 duurde de industrieele crisis nog steeds voort, zonder echter op den stand der arbeidsmarkt den nadeeligen invloed uit te oefenen, dien men ervan kon verwachten. De vreemde arbeidskrachten, voornamelijk de Italiaansche werklieden, die bijna 30 pCt. van het totaal aantal arbeiders in de ijzerindustrie en de bouwbedrijven vormen, drukten de arbeidsmarkt niet, daar de uit Luxemburg ontvangen berichten den jaarlijks in de lente terugkeerenden toevloed van vreemdelingen hadden tegengehouden. Anderzijds heeft de buitengewone ontwikkeling van den mijnbouw in het nieuwe ijzerbekken in het oosten van Frankrijk (departement Meurthe et Moselle) het aanbod van werkkrachten naar die streek verplaatst. Ofschoon men in de meeste groote metallurgische ondernemingen en bij den mijnbouw de productie heeft moeten verminderen, vond noch collectief ontslag van werklieden noch verlaging der loonen plaats. Wel hadden natuurlijk de vermindering der productie en het nu en dan stilstaan van het bedrijf indirect loonsverlaging ten gevolge. In de bouwbedrijven ging niet veel om; het aanbod van werkkrachten

*) Labour Gazette van September 1909.

2) Bulletin de 1'Office du Travail van Augustus 1909.

3j Dit overzicht werd welwillend verstrekt door den Inspecteur van den Arbeid in Luxemburg.