Maastricht (As.). Hoedenfabricage. Noch slapte, noch verlevendiging. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

Rotterdam (C.). Vervaardiging van dameshoeden. Er heerschte slapte, doordat het zomerseizoen ten einde was en voor het herfstseizoen wegens het zachte weder nog geen inkoopen gedaan werden. Eén firma berichtte, dat zij den arbeidsduur moest verkorten. In het aantal werklieden en de loonen kwam geen wijziging. Het aanbod van werkkrachten was vrijwel even groot als in Augustus en overtrof de vraag. Er viel eenige werkloosheid waar te nemen.

Pettenfabrieken. Het was druk, want er wordt in voorraad gewerkt voor het a.s. winterseizoen. Sommige werklieden ontvingen loonsverhooging. In de meeste ondernemingen kwam echter geen wijziging in de arbeidsverhoudingen, noch in de loonen, noch in de arbeidstijden, noch in het aantal werklieden. Aanbod van werkkrachten was er niet. Geen werkloosheid.

Schiedam (Vg.). Het naderende winterseizoen bracht in de dameshoedenmakerijen over het algemeen reeds eenige verlevendiging. Bepaalde gevolgen voor het personeel vloeiden hieruit niet voort. Vraag en aanbod van werkkrachten waren met elkander in evenwicht. Geen werkloosheid.

Utrecht (C.). Dames- en heerenhoedenvak. Er heerschte geen slapte, doch evenmin bijzondere drukte. De toestand was thans normaal en over het geheel niet onbevredigend te noemen, al dient vermeld te worden, dat het mooie weder in het laatst der maand nog al van eenigen invloed was op de bestellingen en den aanmaak voor het a. s. herfst- en winterseizoen, vooral wat dameshoeden betreft. Tusschen vraag en aanbod van werkkrachten bestond evenwicht en werkloosheid kwam niet voor.

Bon twerkersbedrijf.

Amsterdam (C.; opgave van een patroon). De toestand was gewoon. De loonen en het aantal werklieden bleven gelijk. Bij den patroon, die deze gegevens verstrekte, boden zich geen werklieden aan. Geen werkloosheid.

Arnhem (C.). De werkzaamheden beginnen thans te komen, al kon ook in September nog niet bepaald van verlevendiging worden gesproken. De toestand was normaal te noemen. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

Haarlem (C.). Er was voldoende werk, zoodat niet tot ontslag van werklieden behoefde te worden overgegaan. Het slechte seizoen wordt in het algemeen nog steeds toegeschreven aan de ongunstige financieele tijdsomstandigheden. Door één firma werd opgemerkt, dat er over het geheel een tekort aan goede werkkrachten (zoowel mannen als vrouwen) is.

Rotterdam (C.). In het bontwerkersbedrijf was het, in verband met de nadering van het winterseizoen, zoo druk, dat uitbreiding van personeel plaats vond, de arbeidstijd verlengd werd en het overwerk (huiswerk) vermeerderde. Een en ander ging gepaard met loonsverhooging. Het aanbod van werkkrachten was ongeveer even groot als in de vorige maand en gelijk aan de vraag. Geen werkloosheid.

Beddenfabricage, enz.

's-Hertogenbosch (B.). In de beddenfabricage heerschte slapte, waarvan echter het personeel geen gevolgen ondervond. Vraag en aanbod van werkkrachten kwamen niet voor, evenmin als in de vorige maand. Geen werkloosheid.

Leiden (Tn.). In de watten-, kapok- en veerenbereiderijen bleef goed werk. Tusschen vraag en aanbod van werkkrachten bestond evenwicht. Geen werkloosheid.

Rotterdam (C.). De toestand in de beddenfabricage was iets ongunstiger dan in de vorige maand en kon thans niet meer dan zeer gewoon genoemd worden. De loonen, de arbeidstijden en het aantal werklieden ondergingen geen wijziging. Aanbod van werkkrachten kwam niet voor en werkloosheid evenmin.

Wasch- en strijkinrichtingen.

Alfen (K.). In waschinrichtingen en bleekerijen viel noch slapte, noch verlevendiging waar te nemen. Tusschen vraag en aanbod van werkkrachten bestond evenwicht en werkloosheid kwam niet voor.