meeste ondernemingen was althans voldoende werk. In enkele heerschte groote drukte, zoodat de werktijd verlengd werd, in andere daarentegen slapte, met inkorting van den arbeidsduur als gevolg. Tusschen vraag en aanbod van werkkrachten bestond over het geheel evenwicht en werkloosheid kwam niet voor.

Schiedam (B.). Metaalwarenwerkers hadden niet, koperslagers daarentegen wel over slapte te klagen. Geen verlevendiging. Het aanbod van werkkrachten was grooter dan de vraag, doch er heerschte geen werkloosheid. In de kettingfabricage bleven de werkzaamheden toenemen. Er werd meer werk aangenomen en dientengevolge meer personeel aangezet. De vraag naar werkkrachten overtrof het aanbod en van werkloosheid was geen sprake.

Vaals (W.). De verbetering, welke de metaalindustrie in Augustus ondervond, bleek niet van duurzamen aard te zijn. Er moet thans weder van slapte melding worden gemaakt. Ontslag van werklieden kwam niet voor, doch wel werd in verscheidene fabrieken de arbeidsduur ingekort. In de hier (resp. te Aken) gevestigde naaldenfabrieken wordt thans veelal op Maandag in het geheel niet gewerkt, terwijl bovendien op de overige dagen van de week korter wordt gearbeid dan gewoonlijk.

Vlissingen (M.). De toestand in het grootbedrijf der metaalbewerking bleef stationnair. Alleen in één fabriek heerschte slapte. Burgersmeden hadden slechts matig werk, nauwelijks genoeg om de gezellen aan den gang te houden, daar de werkzaamheden in het bouwvak nog niet zoo ver gevorderd waren, dat het smidswerk verricht kon worden.

Verlevendiging werd in de metaalindustrie sedert de vorige maand niet waargenomen. Wel werd er overgewerkt, doch dit geschiedde alleen om achterstallig werk af te maken. Vraag en aanbod van werkkrachten wogen tegen elkander op en er heerschte geen werkloosheid.

IJsselmuiden (Kampen B.). In de blikemballage was geregeld flink werk. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

Zutfen (B.). Koperslagers (tevens loodgieters) ondervonden noch slapte, noch verlevendiging. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

Smederij.

Alfen (K.). In het huis- en kachelsmedenbedrijf heerschte de gewone zomerslapte, welke evenwel geen bepaalde gevolgen had. Vraag en aanbod van werkkrachten wogen tegen elkander op. Geen werkloosheid.

Amersfoort (B.). Smeden ondervonden geen slapte Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

Amsterdam (Mh.). Eén patroon maakte melding van geregeld, een ander van overvloedig werk. Overigens ondervonden hoef- en grofsmeden over het algemeen slapte, gepaard gaande met verkorting van den arbeidsduur.

Arnhem (B.). De toestand voor huis- en hoefsmeden bleef normaal. Vraag en aanbod van werkkrachten waren met elkander in evenwicht. Geen werkloosheid.

Breda (B.). Verlevendiging wegens het naderen van het winterseizoen (het maken en herstellen van kachels). Hier en daar kon zelfs van drukte worden gesproken. Vraag en aanbod van werkkrachten wogen vrijwel tegen elkander op, evenals in Augustus. Geen werkloosheid.

Bussum (Hilversum B.). Er heerschte seizoendrukte (naderen van den kacheltijd), tengevolge waarvan werklieden werden aangenomen. De verhouding tusschen vraag en aanbod van werkkrachten was gunstiger dan in de vorige maand : er bestond vrijwel evenwicht. Geen werkloosheid.

Dordrecht (B.). In het huis- en kachelsmedenbedrijf bleef de toestand onveranderd: de slapte hield aan.

Enschede (B.). Smeden ondervonden verlevendiging. De vraag naar werkkrachten was grooter dan in de vorige maanden en overtrof thans het aanbod. Geen werkloosheid.

Gouda (B.). Er ontstond seizoendrukte, zoodat overwerk voorkwam. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten.

Groningen (B.). De toestand bleef stationnair: noch slapte, noch drukte. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.