Groningen (B ). Bij de cartonbewerking bleef de toestand stationnair: geen slapte of werkloosheid en evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten.

Haarlem (D.). Cartonnage-inrichtingen. Zie onder „Boekbinderijen".

Hilversum (P.). Cartonnagefabrieken. De bedrijfstoestand was normaal, evenals de verhouding tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

Leeuwarden (K.). Fabricage van stroocarton. Er werd regelmatig geproduceerd en de afzet was voldoende. Geen vraag naar werkkrachten, wel zoo nu en dan eenig aanbod. Geen werkloosheid.

Schiedam (Vg.). In de cartonnagefabriek heerschte nog een aanmerkelijke slapte, tengevolge waarvan thans tot ontslag van enkele werklieden moest worden overgegaan. In den arbeidsduur kwam geen verandering. Het aanbod van werkkrachten was iets grooter dan de vraag en er heerschte werkloosheid (omvang niet bekend).

Westzaan (P.). Geen slapte in de cartonnagefabrieken. Er viel verlevendiging (St. Nicolaasdrukte) waar te nemen. Het aantal werklieden en de arbeidsduur bleven gelijk en overwerk werd niet verricht. Het aanbod van werkkrachten overtrof de vraag. Geen werkloosheid.

XY. Textielnijverheid.

(Industrie textile.)

Textielnijverheid (algemeen).

Boxtel (P.). Wegens gebrek aan orders hield de slapte over het algemeen aan, zoodat 1 uur per dag korter gewerkt werd. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

(W.). Zonder dat daarvoor een bepaalde oorzaak kan worden opgegeven, heerschte er slapte, welke in sommige fabrieken verkorting van den arbeidsdag met 1 uur ten gevolge had. Voor zoover bekend, wogen vraag en aanbod van werkkrachten tegen elkander op. Geen werkloosheid.

Eindhoven (W.). De bedrijfstoestand bleef normaal, zoodat er gewone arbeidsdagen gemaakt werden. Door het afbranden van een fabriek waren er enkele wevers zonder werk en overtrof het aanbod van werkkrachten de vraag. De georganiseerde werkloozen worden gesteund door hunne vakvereeniging.

Enschede (Ki.). In katoenspinnerijen, -weverijen en -ververijen bleef de toestand normaal: geen slapte, noch verlevendiging. Alle machines bleven in werking en er waren, behoudens een enkele uitzondering, geen werkkrachten over. Geen werkloosheid.

Geldrop (W.). Geen slapte. Door het inkomen van meer bestellingen viel er verlevendiging waar te nemen en werden meer werklieden aangenomen. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

Gemert (W.). Er heerschte slapte, tengevolge waarvan de werklieden minder verdienden, al was er ook iets meer werk dan in de vorige maand.

Groningen (C.). In de tricotagefabrieken was vrij goed werk. Vraag en aanbod van werkkrachten wogen ongeveer tegen elkander op. Geen werkloosheid.

Helmond (K. F.). Geen slapte of werkloosheid. Een paar fabrieken uitgezonderd neemt deze industrie in omvang toe.

(W-). Daar er op grondstoffen gewacht moest worden, bleef het

over het algemeen slap in de textielnijverheid, zoodat de arbeidsduur verkort werd en overwerk niet meer voorkwam. In enkele ondernemingen viel echter verlevendiging waar te nemen (men behoefde minder op grondstoffen te wachten), zoodat daar bij de „voorbewerking" weder overgewerkt werd. Het aanbod van werkkrachten blijft steeds grooter dan de vraag en er heerscht eenige werkloosheid. De vereeniging heeft opnieuw plannen beraamd tot oprichting van een werkloozenfonds, doch zij kan voorloopig op dit gebied nog weinig uitrichten, daar zij slechts 4 pCt. van alle arbeiders omvat. Eén dekenweverij en spinnerij heeft weder uitbreiding ondergaan, hetgeen tot vermindering van de werkloosheid kan bijdragen. De verhoudingen zijn op deze fabriek echter van dien aard, dat de arbeiders er slechts door den nood gedrongen gaan werken en zoo spoedig mogelijk weer ontslag nemen; door de heerschende slapte blijft de fabriek van arbeiders voorzien. Tengevolge van haar geringe ledental kan de vereeniging in dezen toestand geen verbetering brengen, terwijl alle pogingen tot meer organisatie falen, voornamelijk door den invloed van de meesterknechts.