Arbeidsdag.

BEDKIJF. L|TgPu?deTsf Aanvang Einde Schaft- en rusttijden.

v.m. n.m.

Straatmaker Z. 13,— Z. 5| 8 8^ 9|, 12 1{

W. 8— W. 7i 4J- ' 12—1|

Mandenmaker 8,— 6 9 1 2

Aardwerker Z. 11.50 Z. 5j 8 8^ 9|, 12

W. 7- W. 7^ 4.J 12-li

Boek- en courantdrukker . . . 10,— Z. 7 7 8^—9, 1—24

W. 8 8 1—2^, 6— 6i

Aardewerkfabricage 11,— 6 7 1 2

Pijpenfabricage 11.— 6 7 1 2

* N.B. Z. beteekeut 's zomers, W. 's winters.

In geen der hiervoor genoemde bedrijven wordt met ploegen gewerkt. Huisindustrie komt niet voor.

In de volgende bedrijven kwam sedert het vorige jaar wijziging in de arbeidsvoorwaarden van de werklieden.

Meubelmakers. Het loon werd met 2 ets. per uur verhoogd en de arbeidsdag met l'/2 uur verkort. Verwacht wordt, dat niettegenstaande deze verkorting van den werktijd de hoeveelheid werk, welke afgeleverd wordt, gelijk zal blijven.

Houtzagers, goudsmeden, aardewerk- en pijpenfabricage. Met het oog op de stijging van de prijzen der levensmiddelen werden de loonen1 met resp. f 1,50, f0,50 en 20 pCt. verhoogd.

Blikslagers. Met het oog op de stijgende prijzen der levensmiddelen werd het weekloon voor de zomermaanden van f 10,50 op f 11,50 gebracht. Voorts werd de arbeidsdag voor den winter met 1 uur verkort.

Metselaars, boek- en courantdrukkers. De zomerarbeidsdag werd met 1 uur verkort.

's-Gravenhage. — Over het algemeen worden de loonen voor de werklieden in de onder deze Kamer ressorteerende bedrijven per uur berekend. In de bedrijven van stoffeerders, meubelmakers, mandenmakers, rietwerkers, kurkensnijders en straatmakers komt stukwerk voor. Doodkistenmakers en goud- en zilversmeden zijn als regel werkzaam tegen weekloonen. Overigens komt het slechts sporadisch voor, dat tegen weekloonen gewerkt wordt, behalve wat de jeugdige werklieden betreft, die dikwijls weekloonen ontvangen.

In de verschillende bedrijven worden de volgende normale loonen uitgekeerd: ')

Timmerman . . 27—29 ets. per uur. Electricien. . . 22—25 ets. per uur.

Metselaar . . . 28—30 „ „ „ Smid 23 „ „ „

Opperman. . . 22—23 „ „ „ Grondwerker... 22 „ Loodgieter. ... 25 „ „ „ Steenhouwer ... 28 „ „ „ Gasfitter .... 25 „ „ „ Polijster .... 24 „ „ „ Schilder . . . 23—25 „ „ „ Stoffeerder. ... 25 „ „ „ Beeldhouwer (hout) 24 „ „ „ Straatmaker ... 28 „ „ „ (steen) 33 „ „ „ Stukadoor .... 30 „ „ „ Behanger .... 23 „ „ „ Kurkensnijder. . f 10—f 13,50 p. week. Wagenmaker... 20 „ „ „ Mandenmaker ... - 10,— „ „

Meubelmaker. . 25—28 „ „ „ Rietwerker -12,— „ „

Pianomaker ... 25 „ „ „ Doodkistenmaker . . - 9,— „ „

Premiën, winstaandeelen, enz. worden slechts zelden door de werklieden genoten. Het bedrag van eventueele toeslagen is geheel willekeurig.

Voor overwerk en nachtarbeid worden de loonen gewoonlijk met 25—50pCt., voor Zondagsarbeid met 100 pCt. verhoogd. Voor doodkistenmakers en instru-

i) De Kamer deelde mede, dat, waar deze loonsopgave afwijkt van die over liet vorige jaar, dit verklaard moet worden eenerzijds uit de omstandigheid, dat liet vorige jaar standaardloonen, thans echter loongrenzen opgegeven zijn, anderzijds, dat in enkele bedrijven de loonen sedert 1907 verhoogd werden. Omtrent de wekelijksche verdiensten van de werklieden zijn dezelfde inlichtingen verstrekt als over 1907. Deze bleven onveranderd. Wel werden de eenheidsloonen hier en daar verhoogd, doch daartegenover stond vermindering van werkuren (in 1908 werd over h?t algemeen slechts 10 uur per dag gearbeid),