Zutfen. — In de bedrijven van timmerlieden, meubelmakers, metselaars, steenhouwers, koperslagers en lood- en zinkwerkers, aanleggers van geleidingen, schilders en behangers ontvangen de werklieden uurloonen. De loonen voor smeden worden ook wel per week, die voor de werklieden in het stoelenmakersbedrijf ook wel per stuk berekend. Stoelenmatters verrichten uitsluitend stukwerk.

Bij de steenfabricage ontvangen de werklieden in één fabriek dagloonen, behalve machinist en paardenknecht, die tegen weekloonen werkzaam zijn. Bij daghuurwerk worden de loonen per uur berekend. In een andere fabriek wordt in den regel per hoeveelheid en bij uitzondering per uur, per dag of per week

gewerkt. , ...

Het standaardloon bedraagt voor meubelmakers, aanleggers van geleidingen, behangers, timmerlieden, metselaars en schilders 17 ets. (voor schilders vóór 1 April 16 ets.) en voor opperlieden 12 ets. per uur. Ook voor koperslagers en lood- en zinkwerkers bestaat een standaardloon. Dooreen genomen verdienen deze gezellen 15 ets. per uur. In het stoelenmakersbedrijf ontvangen de werklieden, die de stoelen in elkaar zetten, een standaard-uurloon van 15 ets.; de overige werklieden verdienen 10 a 11 ets. per uur. Ten opzichte van steenhouwers, smeden, stoelenmatters en de werklieden bij de steenfabricage kan niet van standaardloonen gesproken worden. In het steenhouwersbedrijf wisselen de uurloonen voör de volwassen gezellen tusschen 19 en 21 ets., terwijl de werklieden in het smidsbedrijf, voor zoover zij tegen uurloonen werkzaam zijn, 12 14 ets. per uur verdienen. In één steenfabriek, waar in het „tichelseizoen" ± 40 man werkzaam zijn, verdienen de seizoenarbeiders bij gunstig weer ten minste de volgende loonen per dag.

Het bereiden en inkruien van klei in de vormmachines . . f 2,

Vormafstrijkers 2,10

Zanders " ,'Tn

Jongens, die de vormen van de wagentjes nemen . . . . „1,10 „ „ gevormde steenen met ponneys naar de droog-

velden brengen „1,30

Opsnijders (jongens) J>

Zanddragers (jongens) " n

Afslagers 2,10

Opzetters „ 1,°0

Onder de seizoenarbeiders worden niet gerekend:

de kleiaanvoerders, die ± f 1,40 per dag verdienen; de kruiers, die de steenen uit de ovens kruien en hiermede f 1,50 per dag verdienen; de stokers, die f 2,04 per dag verdienen; de machinist en de paardenknecht, wier weekloon f 8,— bedraagt.

Bij daghuurwerk wordt 12 ets. per uur betaald.

Omtrent de loonen in een andere steenfabriek werden van de Kamer de volgende inlichtingen ontvangen.

Graven en aanvoeren van klei. De arbeid geschiedt van 1 October—31 Maart en wordt betaald met f 0,153 per man en per trein. Gedurende het tijdvak 1 October— 30 November en van 1 Februari—31 Maart (arbeidsduur 7 v.m.—6 n.m.) worden gewoonlijk 8 treinen en van 1 December—31 Januari (arbeidsduur 8 v.m.—4 n.m.) in den regel 6 treinen per dag gereden.

Tichelen. Deze werkzaamheden worden verricht tusschen 1 April en 30 September. Per 100000 steenen wordt f 104,25 betaald, nl. aan

3 aardwerkers . (f 3,10 ieder) f 9,30 2 zanddragers ') (f 1,85 ieder) f 3,70 5 kleiladers . . („3,25 „ )„ 16,25 4 steenrijders') . („1,65 „ )„ 6,60

1 oprijder. . . („2,70 „ ) „ 2,70 4 nasmakers') . („1,50 „ ) „ 6,—

2 storters . . . („3,10 „ )„ 6,20 2 schabuls') • • („1,20 „ )„ 2,40 2 afstrijkers . . („2,90 „ )„ 5,80 2 opsnijders2) . („1,20 „ )„ 2,40 2 zanders . . . („ 3,30 „ ) „ 6,60 6 opzetters . . („ 3,20 „ ) „ 19,20

4 afslagers . . (,, 3,30 „ ) „ 13,20 —- . kviok 2 vormopzetters') („ 1.95 „ ) „ 3,90 41 personen 104,25

') Jongens. s) Jongens of meisjes.

Gewoonlijk worden door het hiervoor bedoelde personeel (41 man) per dag 60000 steenen gevormd.

Inzetten van de ovens. Deze arbeid wordt gewoonlijk gedurende het geheels