In geen der hiervoor genoemde bedrijven wordt met ploegen gewerkt.

In het kleermakersbedrijf wordt door vele werklieden bij zich aan huis gearbeid. Daar zij bij hunne werkzaamheden geholpen worden door huisgenooten of aankomende maatjes, verdienen zij meer dan de atelierwerkers. Overigens komt huisarbeid in de boven genoemde bedrijven niet voor.

Van de Kamer werden voorts nog de volgende inlichtingen ontvangen.

Costuumnaaisters en confectiebedrijf. Costuumnaaisters arbeiden meestal geheel voor eigen rekening; slechts zeer weinigen zijn op een atelier werkzaam. Degenen, die niet voor eigen rekening arbeiden zijn meestal aankomende meisjes, die op een atelier of bij costuumnaaisters werkzaam zijn, in hoofdzaak om het vak te leeren, tegen een gering salaris. De meer gevorderde en bekwame meisjes zijn werkzaam in ateliers voor damescostuums of in mantelmagazijnen en verdienen f 4 -f 6,— per week.

Er wordt gewerkt van 8 uur 's morgens tot 7 of 8 uur 's avonds, met een schafttijd van \2{/2—2 uur n.m., terwijl 's morgens en 's avonds nog een rusttijd wordt gegeven van 15 minuten.

In dè confectiefabrieken worden de loonen per stuk berekend Van een vaste loonregeling is geen sprake, zoodat de verdiensten nog al uiteenloopen. Onder normale omstandigheden kan gerekend worden, dat een arbeidster van gewone bekwaamheid f 4—f 6,— per week verdient. Toeslagen op de loonen worden niet genoten. Er wordt gewerkt van 8 uur 's morgens tot 7 uur 's avonds, met een schafttijd van 12— 11 /2 uur n.m., terwijl 's morgens en 's namiddags bovendien nog een rusttijd wordt toegestaan van + l/2 uur. Overwerk, nacht- en Zondagsarbeid komen niet voor. Wel wordt er veel huisarbeid verricht, welke zeer slecht betaald wordt. Zelfs bij langere arbeidsdagen wordt door de thuiswerksters minder verdiend dan door de atelierwerksters.

Linnennaaisters. Dit vak wordt schier geheel als huisindustrie beoefend. De loonen worden per stuk berekend en bedragen bij vrij lange arbeidsdagen niet meer dan f 3,— per week.

Breisters. De breisters zijn overwegend gehuwde vrouwen, die voor magazijnen of voor vaste winkels bij zich aan huis arbeiden. Van een bepaald loon kan niet gesproken worden, evenmin als van een bepaalden arbeidsduur. Indien zooveel mogelijk gewerkt wordt, mag worden aangenomen, dat f 2,— per week kan worden verdiend.

Modisten. Ook dit bedrijf wordt meestal geheel voor eigen rekening uitgeoefend. In sommige zaken worden le modisten aangetroffen, wier verdiensten gesteld kunnen worden op f 6,— a f 8,— per week, benevens kost en inwoning. Van bepaalde standaardloonen, arbeidstijden, enz. is ook in dit bedrijf geen sprake. De werktijd hangt geheel af van meerdere of mindere drukte.

Pettenmakers en hoedenmakers. Het pettenmakersbedrijf wordt alleen uitgeoefend door enkele winkeliers. Pettenmakers, die voor een patroon werkzaam zijn, worden niet aangetroffen.

Het hoedenmakersbedrijf wordt te 's-Hertogenbosch in het geheel niet uitgeoefend.

In de loonen en arbeidstijden kwam sedert het vorige jaar over het geheel niet veel verandering. Alleen de stukloonen van de kleermakersgezellen zijn eenigszins gedaald, waarvan de oorzaak gelegen is in het feit, dat veel werk, vooral confectie-werk, buiten de gemeente vervaardigd werd tegen lagere dan de te 's-Hertogenbosch geldende loonen. Zooals voor de hand ligt, drukt dit de stukloonen van de 's-Hertogenbossche gezellen.

Rotterdam. — Bij de zuivering van bedveeren en kapok, in wasch- en strijkinrichtingen, in lompensorteerderijen en in corsettenfabrieken arbeiden de werklieden tegen weekloonen, (waschvrouwen in wasch- en strijkinrichtingen ontvangen dagloonen), terwijl zadelmakers eveneens vaak per week, doch ook wel per uur betaald worden. Daarentegen zijn kleermakers, hoeden- en pettenmakers, de werklieden in de drijfriemenfabriek, in tapijtfabrieken, in kousenbreierijen en de arbeiders bij de vervaardiging van ondergoederen of confectie meestal werkzaam tegen stukloonen, waarbij opgemerkt moet worden, dat sommige pettenmakers een gegarandeerd minimum-weekloon hebben. De loonen van modisten en verkoopsters in dameshoedenmagazijnen worden per maand of per seizoen berekend, die van de werklieden in de beide touwslagerijen per hoeveelheid of per dag. In de chemische wasscherijen worden in den zomer dag-, week- of stukloonen, in den winter uitsluitend dagloonen uitgekeerd.