Schiedam (B). Voor kurkensnijders hield de reeds vroeger geconstateerde verlevendiging aan. Nieuwe werkkrachten werden echter niet aangenomen en de arbeidsduur bleef normaal. Het aanbod van werkkrachten was grooter dan de vraag, maar er heerschte geen werkloosheid.

Zutfen (B). Hetgeen in de vorige aflevering op blz. 1208 werd medegedeeld omtrent den toestand in het stoelenmattersbedrijf, geldt ook voor de afgeloopen maand.

VII. Kleeding en reiniging.

(Habillement et nettoyage.)

Kleedingindustrie (algemeen).

Delft (C). Zoowel in maat- als in confectiezaken ontstond een aanzienlijke slapte, in verband met het seizoen. De arbeidsdag voor de winkelwerkers werd tot het uiterste verkort, terwijl de thuiswerkers zoo goed als geen werk meekregen. Er was bijna geen vraag, daarentegen zeer veel aanbod van werkkrachten en de werkloosheid was van grooten omvang. Middelen tot voorkoming van het euvel werden niet aangewend.

Haarlem (C). In het heeren-kleermakersbedrijf heerschte, voor zoover het kleinwerk betreft, slapte. Het gevolg daarvan was, dat de thuiswerkers minder werk hadden. Wat het grootwerk aangaat, was er, in verband met het seizoen, voldoende werk. Het aanbod van werkkrachten was grooter dan de vraag, een telkens terugkeerend verschijnsel in dit bedrijf, dat in drukke tijden veel meer werkkrachten naar de groote steden trekt dan onder normale omstandigheden aan den gang gehouden kunnen worden. Er kon in zekeren zin van werkloosheid worden gesproken, doch daar er overwegend thuis gewerkt wordt, is de omvang moeilijk vast te stellen.

Leeuwarden (K). De najaarsdrukte was naar verhouding niet groot te noemen. Wel vond er uitbreiding van personeel plaats (losse gezellen en thuiswerkers), maar overwerk werd, voor zoover is na te gaan, niet veel verricht en dan nog slechts door enkele werklieden. De vraag naar werkkrachten werd gemakkelijk door het aanbod bevredigd. Geen werkloosheid.

Leiden (Tn). Doordat de algemeene welvaart te wenschen overlaat, ontstond er in de kleedingindustrie slapte. De gezellen hadden gebrek aan werk en konden slechts een gedeelte van den tijd arbeiden. Algeheele werkloosheid heerschte er niet.

Nijmegen (Vg). Ofschoon er meer werk was dan in October, heerschte toch niet die drukte van vorige jaren, hetgeen vooral wordt geweten aan de weersgesteldheid. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

Schiedam (Vg). Hoewel het in het kleermakersbedrijf iets levendiger was dan in de vorige maand, kon van groote najaarsdrukte ook in November niet gesproken worden en was de bedrijvigheid niet te vergelijken bij die in het voorjaar. Uitbreiding van personeel of verlenging van den arbeidsduur vond dan ook niet plaats. Evenwicht tusschen vraag en aanbod van werkkrachten. Geen werkloosheid.

Utrecht (C). Men ondervond algemeen slapte, hetgeen hoogstwaarschijnlijk geweten moet worden aan de min of meer nog heerschende malaise. De koopkracht schijnt zeer te zijn afgenomen. De verdiensten zijn overal gedaald en er kwam niet alleen gedeeltelijke, maar hier en daar ook algeheele werkloosheid voor. Zelfs door de bekwame werkkrachten wordt de slapte gevoeld. De verhouding tusschen vraag en aanbod van werkkrachten werd veel ongunstiger: het aanbod overtrof thans de vraag. De gezellen, die geheel werkloos waren, zijn uiteraard de minder bekwame, die meestal het eerst gedaan krijgen, als er slapte heerscht.

Kleermakerij-maatwerk.

Amsterdam (C). Er heerschte een behoorlijke, niet overmatige drukte, waarvan het seizoen als de oorzaak moet worden beschouwd. De arbeidsduur werd verlengd en het overwerk vermeerderde, doch het aantal werklieden bleef hetzelfde. Het aanbod van werkkrachten was iets grooter dan de vraag. Geen werkloosheid.