Arbeidsvoorwaarden.

(Conditions du travail.)

Groot-Britannië en Noord-Ierland. (Grande-Bretagne et Irlande septen9co°nnA • n. e ar^ 1925 !) werden de loonen van bijna 580000 arbeiders (w.o.

„ ^,/^nen en steengroeven en 140 000 in de metaalindustrie) met £ 22 500 ot gemiddeld met 9 d. per week verlaagd; van ruim 90 000 arbeiders (w.o. 40 000 bjj openbare diensten en 26 000 bij de houtbewerking) werd het loon met £ 8 550 oi gemiddeld met 1 sh. 10 d. per week verhoogd.

. , '^e voornaamste verandering in de mijnindustrie betrof de arbeiders in de kolenmijnen van Yorkshire en de East-Midlands, waar de toeslag op het grondjoon met ongeveer 1 /s pCt. verlaagd werd. Ook de loonen der arbeiders in de Kolenmijnen in het Eadstock-district en in de ijzerertsmijnen in Cumberland ondergingen eenige verlaging. Van eokesarbeiders en arbeiders bij de verwerking van bijproducten werden de loonen met ongeveer l1/» pCt. verlaagd in Durham en South-Yorkshire, met ruim 4'/2 pCt. in West-Yorkshire en met ruim i püt. m Lancashire en North-Staffordshire.

In de metaalindustrie werden voor eenige categorieën van arbeiders in staalsmelter]jen in verschillende districten van Engeland en Schotland de loonen met 1A pCt. verlaagd, terwijl overeenkomstige loonsverlagingen plaats vonden voor een groot aantal hulparbeiders in de ijzer- en staalindustrie, wier loonen worden geregeld volgens de glijdende loonschaal der smelters. Voor arbeiders bij de bewerking van stalen platen en voor de galvaniseurs werd het oon me. 3 pCt. verlaagd. In het westen van Schotland ondergingen enkele groepen van metaalbewerkers een loonsverlaging, welke l/2 pCt. van het loon bedroeg. Voor de hoogovenarbeiders in Cumberland vond een geringe verlaging plaats van den duurtetoeslag, terwijl ook de loonen van hoogovenarbeiders 111 North-Lmcolnshire en Schotland verlaagd werden. In de tinindustrie van Zuid-Wales en Monmouthshire werd, terwijl voor de meeste groepen van arbeiders, waaronder ook de handlangers, de werkelijke loonen met - 1 pCt. werden verlaagd, aan een aantal der laatstgenoemden een verbooging gegeven, welke tot 10 pCt. van liet grondloon bedroeg.

Bij de houtindustrie had de belangrijkste verandering plaats voor de kuipers, wier loonen met 1 d. per uur, voor tijdloonwerkers en 6% pCt. voor stukloonwerkers werden verhoogd.

_ Betreffende de openbare diensten zij vermeld, dat o.a. het trampersoneel te Liverpool loonsvenhooging ontving.

In den arbeidsduur kwam geen belangrijke verandering.

Frankrijk.

(France.)

Loonen in de metaalnijverheid, October—November 1924. 2)

<Salaires dans l'industrie des métaux en octobre—novembre 192i.)

Door het Verbond van ondernemingen in de metaal- en mijnindustrie en aanverwante bedrijven is een onderzoek ingesteld naar de ]oonen, welke in October—November 1924 betaald werden aan de arbeiders, werkzaam in de betrokken ondernemingen, met uitzondering van de ertsmijnen. Het onderzoek is beperkt tot de loonen van volwassen mannen (welke 85 pCt. van het geheele personeel uitmaken), hetzij deze tijd- of stukwerk verrichten; alle premiën en gratificatiën zijn in de loonen begrepen, behalve gezinstoeslagen en toeslagen in natura.

Het onderzoek omvat 608 800 arbeiders, waarvan 226 000 in het district Parijs en 382800 in het overige deel van Frankrijk en heeft betrekking op de overgroote meerderheid der ondernemingen in de metaalnijverheid.

Gemiddelde uurloonen.

■<r , i „ Andere

\ a lc g r o e p. Distriet Parijs. Departementen. Het Rvjk.

Geschoolden fr. 3,92 fr 2 OS fr 3 20

Geoefenden „ 3,11 , 241 2 64

Ongeschoolden „ 2,51 " 2^04 2'l9

Totaal volwassen arbeiders „ 3,48 2!O8 2^91

1) The Ministry of Labour Gazette, no. 3, 1925.

2) Bulletin du Ministère du_Travail et de 1'Hygiène, nos. 10—11—12, 1924.