Arbeidersbescherming.

(Protcction ouvrière.)

Frankrijk.

(France.)

De arbeidsduur bij de spoorwegen. x)

(La durée du travail dans les chemins de fer.)

Evenals in verschillende andere landen werd ook in Frankrijk in het laatst van 1924 wijziging- gebracht in de regeling van den arbeidsduur bij de spoorwegen.

Ingevolge opdracht van den Minister van Openbare Werken werd een! commissie ingesteld, gelijkelijk vertegenwoordigend de belangen van de spoorwegdirecties, het personeel en het publiek. Deze commissie stelde een rapport samen, waarin een werktijdregeling op den grondslag van den 8-urendag werd voorgesteld, welke met eenige wijziging op 16 Januari j.1. van kracht werd. In de regeling, welke geldt voor het personeel der groote spoorwegmaatschappijen met uitzondering van. de machinisten, de stokers en het treinpersoneel, wordt het aantal arbeidsdagen vastgesteld op 208 a 201) per jaar en het aantal urern effectieve dienst op gemiddeld 8 per dag. De diensturen mogen in bepaalde tijdperken naar behoefte over de werkdagen verdeeld worden, mits per dag in geen geval langer dan 10 uur gearbeid wordt. Deze tijdperken mogen bij normalen dienst niet langer zijn dan 10 dagen; bij druk seizoenverkeer niet langer dan 45 dagen en bij het verrichten van arbeid tot onderhoud der wegen niet langer dan 90 dagen. Gedurende 3 maanden van het jaar mag per dag 9 uur gewerkt worden, mits in 3 andere maanden naar verhouding korter gearbeid wordt. Voor het verrichten van voorbereidings- of aanvullingswerk mag overgewerkt worden en wel hoogstens 1 uur per dag door de onder bazen van de arbeidersploegen en de arbeiders van lageren rang, hoogstens 2 uur door de opzichters en de chefs der ploegen. Als zoodanige werkzaamheden worden genoemd: diensten bij de verlichting, de verwarming, de regeling der drijfkracht, het. vervoer; het onderhoud en de reiniging van machines en toestellen gedurende het stoppen der treinen; de arbeid van chefs en opzichters, wier aanwezigheid noodig is om de ploegen te doen aansluiten; de proefnemingen; de plaatsing van nieuwe modellen enz. Voor de arbeiders, wier taak gedeeltelijk slechts bestaat in het aanwezig 7.iin, is vastgesteld, hoeveel diensttijd gelijk gesteld zal worden met 8 uur effectieven ai-beid Zoo zal voor boden, bureauklerken, verplegers, arbeiders van bewakingsdienst," electriciens, die in de onmiddellijke nabijheid van hun werk wonen, enz. een dienst van hoogstens 12 uur gelijk gesteld worden met 8 uur effectieven arbeid; voor de werknemers, wier arbeid afhankelijk is van den loop der treinen of wier arbeid bestaat in het verrichten van persoonlijke diensten voor de reizigers (b.v. bulletbedienden enz.) en die niet geregeld werk hebben, wordt de duur van den arbeidsdag berekend door den gewonen arbeidsduur (van 8 uur) te verlengen met 3U deel van de doorgebrachte rustpoozen tot een totaal van hoogstens 12 uur; voor de baanwachters, die de vrijheid hebben den overweg of hun wachthuisje te verlaten of die aan de lijn wonen en gedurende minstens 6 uur uitsluitend den dienst van den overweg waarnemen, kan de geheele diensttijd op 15 uur gesteld worden. Voor concierges en daarmee gelijk te stellen werknemers, die in het dienstgebouw wonen, mag met inachtneming van de rusttijden, voorgeschreven in het arbeidsreglement, een voortdurende dienst gevorderd worden. Voorts mag de gewone arbeidsdag tijdelijk verlengd worden voor het verrichten van arbeid, welke noodzakelijk is ter voorkoming van ongevallen of tot herstel van de schade door ongevallen veroorzaakt, voor het verrichten van werkzaamheden in het belang der veiligheid, voor de nationale verdediging op bevel der Regeering en bij buitengewone toename van werk. Wat het laatste geval betreft, mag de spoorwegdirectie, op voorwaarde dat zij de arbeidsinspectie daarmede in kennis stelt, per jaar hoogstens 75 uur, per dag hoogstens 2 uur doen overwerken en kan de Minister van Openbare Werken bovendien op verzoek van de spoorwegdirecties 100 overuren per jaar toestaan, mits per dag niet meer dan 2 uur wordt overgewerkt. De overuren worden extra betaald volgens een afzonderlijk tarief. Bijzondere bepalingen zijn getroffen voor werknemers, die niet steeds op dezelfde plaats werken, voor tijdelijke krachten, personen belast met het onderhoud der wegen en hen, die nachtdienst vervullen.

De dienstregeling vindt geen toepassing op bepaalde groepen werknemers belast met de leiding, nóch op het personeel van groote werkplaatsen door de spoorwegdirecties geleid, welke een algemeen belang dienen, de werknemers in fabrieken aan welke de spoorwegdirecties de uitvoering van verschillende werken opdragen, nóch ook op het. personeel der kleinere lijnen van locaal belang en dat van de spoorwegen in Algiers. Voor elk dezer groepen zal een afzonderlijke dienstregeling worden samengesteld.

i) Informations Sociales, Vol. XIII, no. 10, 9 Maart 1925, blz. 20.