20e Jaargang.

30*Mei 1925.

Afl. 5.

MAANDSCHRIFT

VAN HET

CENTRAAL BUREAU VOOR DE STATISTIEK.

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

(Het overnemen van artikelen, berichten en andere stukken uit deze publicatie is echter toegestaan met duidelijke bronvermelding.)

BEKNOPTE SOCIAAL-ECONOMISCHE KRONIEK VAN NEDERLAND, DE KOLONIËN ') EN HET BUITENLAND.

EERSTE KWARTAAL 1925. *)

(Vervolg van het artikel in afl. 2, jg. 1925 van het Maandschrift, blz. 119—176.)

NEDERLAND.

Toestand der bedrijven en stand der arbeidsmarkt. Deels een bevredigende of voor de

tijdsomstandigheden geen reden tot klagen gevende toestand. Op het weliswaar bij een jaar geleden opgeklaarde beeld bleven evenwel nog vele donkere plekken, hetgeen er op wijst dat in het algemeen een voldoening schenkende gang van zaken nog niet is teruggekeerd.

Het eerste kwartaal van 1925 heeft voor de nijverheid, in g'roote trekken gezien, geen belangrijk gewijzigde gezichtspunten geopend. Ook nu weder bleek uit verscheidene rapporten, dat men goed of vrij behoorlijk werk had, ot dat althans m vergelijking met hetzelfde kwartaal van 1924, en voor een deel ook sedert het eind van dat jaar, vooruitgang niet valt te miskennen. Doch daarnaast wezen de berichten over een in totaal ook niet onbelangrijk aantal andere ondernemingen uit, dat er weinig of geen aanleiding was om van verbetering te gewagen, terwijl ook gevallen van achteruitgang niet ontbraken voldoening, welke voormelde opleving der bedrijvigheid zou mogen geven wordt daarenboven tot op zekere hoogte getemperd door het feit, dat uit werkgeverskringen nog immer vrij dikwijls — zij het voor sommige bedrijfstakken meer dan voor andere - naar voren werd gebracht, dat een deel van liet werk slechts kon worden verkregen tegen prijzen, welke niet kunnen nalaten de iinantieele bedrijfsresultaten bij de afsluiting van het boekjaar ongunstig te beïnvloeden. Alles te zamen gevat waren nog alle teekenen aanwezig, dat de industrie een overgangstijdperk doormaakt en dat het herstel over het geheel niet dermate is gevorderd dat in dit overzicht een veel opgewekter toon kan worden aangeslagen dan in het laatst daaraan voorafgaande. De omstandigheden, welke op het bedrijfsleven een remmen den invloed uitoefenden, waren in hoofdzaak weder dezelfde als reeds meermalen vroeger vermeld, zoodat daarbij thans niet langer zal worden stilgestaan.

Ook in de hierna opgenomen voorloopige cijfers betreffende de werkloos"1-, v*nc*t men bevestigd, dat trots de veelal afgenomen en deels zelfs belangrijk lagere cijfers dan e.en jaar geleden, het aantal van werk verstoken arbeiders in verschillende bedrijfsgroepen nog te hoog is gebleven om bevrediging te kunnen schenken. Xntusschen zon men verkeerd doen hieruit de gevolgtrekking te maken, dat het bij behoefte aan meer personeel steeds gemakkelijk was dit te verkrijgen. Tal van verslagen van werkgevers uit onderscheidene branches bevatten integendeel aanwijzingen, dat onder het overschot van werkkrachten lang niet altijd genoeg arbeiders aanwezig waren met de gewenschte geschooldheid, terwijl ook menigmaal een onvoldoend aanbod van jeugdig of vrouwelijk personeel viel te constateeren.

Tot de bedrijfstakken waar de werkgelegenheid vaak grooter was dan een

i) De kwartaal-overzichten betreffende de koloniën Curaeao en Suriname waren bii het af drukken van deze kroniek nog niet door het Centraal Bureau voor de Statistiek ontvangen

*) De niededeelingen nopens het buitenland hebben niet alle op het afgeloopen kwartaal betrekking, omdat in vele gevallen de bronnen, waaruit zij worden geput, het Bureau niet tiidis genoeg bereiken. Daartegenover staat dat, meer in het btjzonder ten aanzien van het binnenland ook wel enkele feiten betreffende het loopende kwartaal vermeld zijn