het loon van een volwassen meisje bereikt is (normaal f 3,50). Er wordt gewerkt van 6'/2 v.m.—7 n.m., met schaft van 8'/2—9, 11—11 '/4» 123/4—2 en 4"/2—5. Overwerk komt zelden voor, gewoonlijk slechts wanneer in een week feestdagen vallen of bij andere buitengewone omstandigheden en dan voor het geheele personeel van 7—9 n.m. Daarvoor wordt geen verhoogd loon toegekend.

's-Gravenhage c. a. (C). Het loon wordt per week, per uur of per stuk berekend, het laatste vooral bij strijksters en z.g.n. opdoensters, en wekelijks uitbetaald. Het loon der mannen is zeer uiteenloopend: sommigen verdienen f 10,—, anderen f 14,— per week; als gemiddelde verdienste kan f 12,— per week worden aangenomen. De normale wekelijksche verdiensten van fijnstrijksters bedragen f 10,—, van plankstrijksters f 6,— en van het overige vrouwelijke personeel f5,—a f6,—. Jonge meisjes van 13 jaar af, die over het geheel veel in de wasscherijen werkzaam zijn, verdienen van f 2,50—f 4,— per week. Voorzoover der Kamer bekend is, komen toeslagen alleen voor in één coöp. volkswasscherij te Loosduinen, waar 10 pCt. van de winst onder het personeel wordt verdeeld in verhouding tot de loonen. De arbeidsdag, die zeer verschillend is, loopt bij velen van 6 v.m.—7 n.m., bij enkelen van 5 v.m.—7 n.m., terwijl in het drukke seizoen ook wel gewerkt wordt van 6 v.m.—8 n.m.; de schafttijden zijn van 8—8>/2, 12—1 of l'/2 en 4—4'/2. De Kamer merkt hierbij op, dat de arbeidsduur over het geheel zeer lang is: de mannen werken gemiddeld 11 uur en de vrouwen 10 a 10'/2 uur per dag, na aftrek van de rusttijden. Vooral het wagenpersoneel heeft een zeer ongeregelden werkdag, welke in vele bedrijven eerst te 9 uur n.m. — soms nog later — eindigt. Overwerk komt in het drukke seizoen (zomermaanden) zeer veel voor, vooral voor de strijksters, terwijl Zondagsarbeid beperkt blijft tot het machinepersoneel voor het schoonmaken van ketels e. d. Voor extra arbeid wordt aan hen, die week- of uurloonen ontvangen, in de meeste gevallen hooger loon toegekend; de verhooging bedraagt meestal 25 pCt., doch is overigens in de onderscheidene bedrijven verschillend geregeld. Strijksters, die per stuk werken, ontvangen voor overuren bijna nooit loonsverhooging.

IX. Leder, wasdoek, caoutchouc.

(Cuir, toile cirée, caoutchouc.)

Schoenmakerijen. 's-Gravenhage (C). Het schoenmakersbedrijf is bijna uitsluitend huisindustrie. De thuiswerkers worden per stuk betaald, terwijl het loon der atelierwerkers meestal per week en slechts bij uitzondering per stuk berekend wordt. Het stukloon voor huisarbeid is hetzelfde als voor atelierwerk, doch, terwijl de atelierwerkers geen kosten ten laste van hunne loonen hebben, moeten de thuiswerkers ± 10 pCt. van hun loon aan onkosten betalen. Gezellen, die nieuw werk maken, kunnen f 16,— per week verdienen, terwijl de normale wekelijksche verdiensten van laarzenstikkers op f 18,— (vrouwen f8—f 10,—) en die van reparateurs op f9—f 10,— gesteld kunnen worden. De arbeidsdag loopt gewoonlijk in den zomer van 7 en in den winter van 8 v.m. tot 8 n.m., met schafttijden van 12—V/2 en nog '/4 uur in den vóór- en namiddag. Door de thuiswerkers wordt ruim zoo lang gewerkt als door de atelierwerkers, terwijl de eersten bovendien gewoonlijk minder en ongeregelder schafttijden nemen. Extra arbeid komt — indien men de werknemers, die tevens werkgevers zijn en wier arbeidsduur vrij onregelmatig is, buiten beschouwing laat — hoogst zelden voor. Ingeval echter noodzakelijk 's nachts of op Zondag gewerkt moet worden, worden de loonen met 50 pCt. verhoogd.

Leeuwarden (K). In een schoenfabriek, welke einde December 1910 geopend werd, bedragen de loonen voor:

Snijders f 12,— a f 15,— Uitpoetsers \

Modelmakers . „ 14,— Hakkenbouwers .... I

Stansers 9,— „ „ 14,— Hakkenslaanders .... I

Overhalers J Stifters [fc .{n

,o u.i.i V f 6,— a f9,—

OLIMUUICIO I „ IJ,— ridKK.Cll|JCISC13 . . . .

7wilflfPrQ \ Rinnpn7nnlpnnncla tïf»rc (.naiIWaSSeii;

Kantschrooiers. . . . „ 12,— Hakkenmakers . . .

Penners 12,— „ „ 13,— * Stijf hakken makers . .

Doornaaiers en ) Neuzenplakkers . . .

aankloppers . . . . „ 10,— „ „ 11,— Zwartmakers (jongens) . f 4,— a f 6,-

Opzoolers ) Stiksters (meisjes) . . . „1,— „ „ 7,—

Qladmakers / q_ Plaksters ( „ ) ... „1,— „ „4,—

Schuurders j " '

Er wordt in die onderneming gewerkt van 6 ('s winters 6'/2) v.m.—7 n.m.,