bedriifshoofden, wanneer deze bij den eigenlijken arbeid medewerkten. Het is toch bekend dat tal van bedrijfshoofden hare gezondheid ondermijnen door ook wanneer het' personeel het atelier verlaten heeft nog na te werken ten einde aan de vaak overdreven eischen van het publiek zooveel mogelijk tegemoet te komen.

Wegens het gereedkomen van het ingesteld onderzoek naar de toestanden in de huisindustrie en van het naar aanleiding dezer enquête uit te geven verslag •) zijn de in 1910 met betrekking tot de huisindustrie verzamelde gegevens niet in het Centraal Verslag opgenomen, daar deze in bedoeld rapport zijn verwerkt.

Hoofdstuk X bevat mededeelingen omtrent beroepsziekten en onderzoekingen naar den gezondheidstoestand van arbeiders.

In de eerste plaats wordt in dit verband mededeeling gedaan van de resultaten die verschillende onderzoekingen naar den gezondheidstoestand van de werklieden in eenige bepaalde bedrijven hebben opgeleverd, n.1 omtrent den gezondheidstoestand der bij den bouw van het Vredespaleis te s-Gravenhage werkzame steenhouwers, den gezondheidstoestand van werklieden in kunstmestfabrieken en omtrent loodvergiftigingen. Voorts wordt in dit hoofdstuk een en ander medegedeeld betreffende het voorkomen van de zoogenaamde „haakhand bij

^'3S Het 11de hoofdstuk bevat eenige mededeelingen omtrent de arbeidstoestanden in bedrijven samenhangende met de visscherij (haringspeten, garnalenpellen, mandenmakerijen) terwijl in het 12de wordt behandeld het onderzoek naar de mogelijkheid om de 'loodhoudende glazuren, gebezigd in de aardewerkfabrieken, door

loodvrije te vervangen. , . . , _■

Hoofdstuk XIII bespreekt de schade veroorzaakt door fabrieken aan de omgeving.

Hoofdstuk XIV bevat mededeelingen betreffende den arbeid van brikkenbakkers en stukadoors in de Maasdorpen van Zuid-Limburg. De werktijden der brikkenbakkers hangen ten nauwste samen met het weer en den tijd van het jaar. Aangenomen kan worden, dat meestal van 's morgens 4 of 5 uur tot zonsondergang gewerkt wordt. De schafttijden zijn gewoonlijk zeer kort, dikwijls slechts een kwartier. De loonen regelen zich naar de plaatselijke toestanden, maar loopen toch niet veel uiteen. Als regel neemt de ploegbaas het werk aan wat betrett het vormen van de steenen en levert hij dezen op de hagen. Het geheele risico van het bedrijf drukt op den ploegbaas, daar alle schade door regen voor zijn rekening is Hij neemt zijn volk aan; in de eerste plaats zijn vrouw en kinderen voor zoover die oud genoeg zijn en vult deze aan met personen, zoo mogelijk uit zijn woonplaats, dikwijls familieleden. Voor het vormen der steenen tot op de hagen ontvangt de ploegbaas f 1,70—f 2,25 per 1000 steenen; de hoogste prijzen worden betaald in den omtrek van het mijngebied, de laagste bij Maastricht. De loonen door den baas aan zijn werklieden betaald loopen nogal "'teen. In den reeel is bij het loon kost, inwoning en bewassching inbegrepen. Behalve deze voordeelen verdienen de leemmakers en leemkruiers, die de hoogste loonen maken f 25—f 40 per maand; de afdragers ontvangen het minst, namelijk t lo, t JU per 'maand. Zooals bovenvermeld, wordt het inzetten van den oven meestal door een afzonderlijken ploeg gedaan. De prijs is f 0,60-f 0,72 per 1 000. Me" reken op 20 000 steenen per dag. De ploegbaas neemt het werk aan en betaalt zijn menschen f 0 24—f 0,30 per 1000, bovendien kost en inwoning. Veel komt het voor dat deze ploegen van 3 a 4 man het werk onderling aannemen: er is in den regel geen vrouw bij en de menschen zorgen zelf voor hun eten. Het inzetten is niet zoo erg van het weder afhankelijk; slechts bij zeer zware regens kan

niet ^gWveer^bt|i|fplaatsen op de steenbakkerijen, waarin de ploegen 4 a 5 maanden

wonen, laten in het algemeen veel te wenschen over.

Voor zoover de brikkenbakkers uit de dorpen langs de Maas tusschen Roe mond en Maastricht niet in Zuid-Limburg zelve werk vinden, gaan zij gegeid jaarlijks van begin April tot ongeveer half September naar Duitschland Het aantal dezer naar het buitenland trekkende brikkenbakkers vermindert echtei de laatste jaren. De loonen van volwassen brikkenbakkers in Duitschland worden gesomd op 60 a 70 gulden per maand met kost, inwoning en bewassching. Worden deze voordeelen niet gegeven, zooals ook in enkele plaatsen het geval is, dan is het normale loon 5 Mk. per dag. Éénmaal per seizoen wordt de reis heen en terug extra betaald. In den regel gaan de arbeiders met de Pinksterdagen of

i) Het eerste deel van dit verslag (Voedings- en genotmiddelen) is thans verschenen.