Protestantsche moeders 219,37
Roomsch-Kath. „ 286,91
Israëlietische „ 157,13
Totaal inclusief overigen 231,49
De uitkomsten der volkstelling stelden in staat meer correcte verhoudingscijfers te berekenen dan vroeger hel geval was. Werden de wettig geborenen vroeger berekend in °/00 der totale vrouwelijke bevolking, thans kon als deeler gebruikt worden het aantal gehuwde vrouwen in den vruchtbaren leeftijd, d.i. beneden 50 jaar. Dadelijke vergelijking der thans verkregen uitkomsten met die van vroegere jaren is daardoor niet mogelijk geworden.
Stelt men het cijfer der geborenen uit Protestantsche moeders in vier jaren = 100, dan is het cijfer voor de R.-Katholieken 131 en voor de Israëlieten 72.
Over de jaren 1906, 1907/08 en 1909/10 waren de cijfers de sterfte beneden het jaar op 100 geborenen als volgt:
1906 1907/08 1909/10
Protestantsche moeders . . . . 11,21 = 100 10,25 = 100 8,78 = 100
Roomsch-Kath. „ .... 15,66 = 138 14,46 = 141 12,83 = 146
Israëlietische „ .... 7,78 = 69 8,16 = 80 6,83 — 78
Totaal incl. overigen .... 12,71 = 112 11,84 = 115 10,35 = 118
Aantal onwettig geborenen op 100 geborenen uit:
1906 1907 1908 1909/10
Protestantsche moeders .... 2,21 2,26 2,27 2,18
Roomsch-Kath. „ .... 2,01 1,99 2,07 1,96
Israëlietische „ .... 1,53 1,64 1,42 1,74
Totaal incl. overigen ...... 2,14 2,17 2,19 2,09
Uit een splitsing der geboortecijfers in eerst- en niet-eerstgeborenen voor 1910 blijkt, in overeenstemming met de jaren 1907 en 1908, dat onder de nieteerstgeborenen het jongensoverschot grooter is dan bij de eerstgeborenen (resp. 106,37 en 104,50); het aantal ievenloos aangegevenen op 100 geborenen was echter ook weder evenals vroeger bij de eerstgeborenen grooter dan bij de nieteerstgeborenen (resp. 4,23 en 3,75).
Onder de wettig eerstgeborenen kwamen voorts 1,05 pCt. tweelingen voor, (1,30 pCt. in 1909, 1,18 pCt. in 1908 en 1,22 pCt. in 1907). Stelt men de gemiddelde dagelijksche wettige geboorten (levend en levenloos aangegeven) voor het geheele jaar = 100, dan krijgt men de volgende maandelijksche verhoudingscijfers.
Januari Februari . Maart . . April . . Mei. . . luni. . . Juli . . . Augustus. September October . November December Het jaar .
Eerstgeborenen. Niet-eerstgeborenen.
1907 1908 1909 1910 1907 1908 1909 1910
96 99 92 95 103 106 102 103
112 117 112 115 106 106 105 107
117 118 120 123 104 104 104 104
109 109 111 109 103 105 100 104
108 108 108 106 98 100 99 101
99 99 106 98 94 99 95 96
100 96 97 99 96 95 95 95
100 100 97 96 99 98 100 98
100 98 97 96 105 101 102 97
89 85 89 89 100 97 101 98
87 88 88 87 94 94 98 98
87 85 83 87 97 95 97 99
100 100 100 100 100 100 100 100
Zoowel bij de eerstgeborenen (zulks in verband met den tijd van het jaar, waarin de meeste huwelijken gesloten worden) als bij de niet-eerstgeborenen is groote overeenstemming in de cijfers voor de vier jaren waar te nemen.
Gevangenisstatistiek 1910. ')
(Statistique penitentiaire des Pays-Bas 1910.)
Aan bovenbedoelde, door het Centraal Bureau voor de Statistiek in het licht gegeven statistiek, is het volgende ontleend.
i) Zie voor 1909 afl. 1, 1911, bladz. 49.