350 vereenigingen met in totaal 13 174 leden hadden in normale omstandigheden 7 326 werklieden (niet-leden) in dienst. Bij 106 dezer vereenigingen (waarvan 150 in de bouwvakken) was het aantal dier arbeiders grooter dan het aantal leden.

Van de 498 productievereenigingen hadden 467 een omzet van 63 455 000 fr.

Het aantal feitelijk in het bedrijf meewerkende leden bedroeg bij 421 vereenigingen, met in totaal 17 785 leden, D 163 of 51,52 pCt. van het totaal aantal.

Er bestonden op 1 Januari 1911 3 bonden van productievereenigingen, met resp 280, 27 en 14 aangesloten vereenigingen.

Coöperatieve verbruiksvereenigingen. Den lenjanuari 1911 waren 2811 coöperatieve verbruiksvereenigingen bekend, tegen 2 636 op 1 Januari 1910. Hieronder zijn niet begrepen de militaire coöperaties, de vereenigingen tot gemeenschappelijken aankoop of vervaardiging van grondstoffen, de landbouw- en andere vereenigingen die geen afzonderlijke verbruikscoöperaties opgericht hebben, onderlinge apotheken, winkels en magazijnen, door werkgevers opgericht ten dienste van hun personeel, en handelsondernemingen die aan de koopers kortingen toestaan.

De stijging van het aantal coöperatieve verbruiksvereenigingen is gedeeltelijk een gevolg hiervan, dat een aantal vereenigingen bleek te bestaan, die tot dusver nog niet waren opgegeven; anderzijds zijn echter een aantal vereenigingen, die vorige jaren bleken te bestaan, opgeheven zonder dat daarvan mededeeling is geschied. In 1910 zijn 201 coöperatieve verbruiksvereenigingen opgericht (tegen 142 in 1909) en 82 opgeheven (evenveel als in 1909).

Van de 2 811 coöperatieve verbruiksvereenigingen hadden 2 594 in totaal 781 491 leden en een omzet van in totaal 262 519 500 fr.; van de overige telden 142 in totaal 17 700 leden en hadden 18 andere een omzet van 1 671500 fr.

1 077 verbruiksvereenigingen waren coöperatieve bakkerijen; 971 daarvan hadden 226133 leden en een omzet van in totaal 48 272 500 fr., 87 der overige telden 10 936 leden. 593 vereenigingen verkochten zoowel brood als andere levensmiddelen. Hiervan hadden 574 met 262 622 leden een omzet van in totaal 113 697 000 fr. Verder waren er op 1 Januari 1911 115 coöperatieve brouwerijen (98 daarvan telden 54 117 leden en hadden te zamen een omzet van 18 953 000 fr.), 39 coöperatieve slagerijen (38 daarvan telden 10 238 leden en hadden een omzet van

2 815 500 fr.), 50 vereenigingen, welke wijn verkochten (47 daarvan telden 11 708 leden en hadden een omzet van 2 897 500 fr.), 33 vereenigingen, welke kolen verkochten (31 daarvan telden 13 867 leden en hadden een omzet van 1 713 500 fr.) en 20 coöperatieve restaurants (15 daarvan telden 5 517 leden en hadden een omzet van 1 020 000 fr.).

Van de 2 811 vereenigingen leverden 1 359 uitsluitend aan leden (omzet 133 571 500 fr.) en 891 zoowel aan leden als aan niet-leden. Door 693 dezer laatste vereenigingen werden de ontvangsten van leden en niet-leden afzonderlijk vermeld (resp. 50 157 500 fr. en 12 565 000 fr.).

Tot 122 vereenigingen behoorden uitsluitend spoorwegambtenaren en tot 25 uitsluitend rijksambtenaren of rijkswerklieden.

Er bestonden op 1 Januari 1911 3 nationale en 18 gewestelijke bonden van coöperatieve verbruiksvereenigingen.

Coöperatieve credietvereenigingen. Den len Januari 1911 werden 14 stedelijke volksbanken geteld. Verder bestonden op het eind van 1910 96 landbouwkassen voor een bepaald gebied (tegen 95 in 1909), waarbij 3 338 plaatselijke kassen met 151621 leden aangesloten waren (tegen 2 983 met 133 382 leden in 1909). Het gestorte kapitaal dezer plaatselijke kassen bedroeg in totaal 9 916 611 fr., terwijl in 1910 in totaal 113 204 663 fr. geleend werd (in 1909 resp. 8 470 754 fr. en 103 868 290 fr.). Het gestorte kapitaal der centrale kassen bedroeg 15 912 801 fr. (waaronder 9 800 223 fr. gestort door de plaatselijke kassen). Voor leeningen op korten termijn beschikten de centrale kassen in 1910 over 71 423 930 fr., d.i. 9 600 004 fr. meer dan in 1909; uitgeleend werd in 1910 66 957 353 fr.

Bovendien bestonden er 113 credietkassen voor den landbouw, die niet bij de bovenbedoelde centrale kassen aangesloten waren (110 daarvan hadden 8 605 leden) en 2 bonden van coöperatieve credietvereenigingen.

Bedrijfsongevallen in 1910. ')

(Accidents du travail en 1910.)

Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal ernstige bedrijfsongevallen waarvoor schadeloosstelling werd uitgekeerd, in 1910 en gedurende

!) Bulletin de 1'Office du Travail van Januari 1912. Zie voor 1909 afl. 7, 1911, bladz. 496.