Groot=Britannië en Ierland.

(Grande-Bretpgne et Irlande.)

Wetsontwerp tot wijziging der wetten op de vakvereenigingen en op de arbeidsgeschillen. ')

(Projet de loi modifiant les lois sur les syndicats et sur les conflits de travail.)

Tot wijziging der wetten op de vakvereenigingen en op de arbeidsgeschillen is door eenige leden van het Lagerhuis een wetsontwerp ingediend, waarbij in hoofdzaak het posten bij werkstakingen en uitsluitingen geregeld wordt en de onderstandskassen der vakorganisaties worden beschermd. Volgens het ontwerp zullen gedurende een werkstaking of uitsluiting alleen de bestuursleden van de patroons- of werkliedenorganisaties en de personen, die bij het geschil onmiddellijk betrokken zijn, het recht hebben te posten, hetzij om mededeelingen nopens dat geschil te doen of te verkrijgen, hetzij om anderen over te halen aan het werk te gaan of het neer te leggen, de werkplaatsen te openen of deze te sluiten. In geen geval mogen echter daarbij meer dan 2 personen te zamen optreden, terwijl het verboden is, op eenigerlei wijze hinderlijk te werk te gaan, alsmede bij de woning van iemand post te vatten. Wie deze bepalingen overtreedt kan onmiddellijk in hechtenis genomen en in kort geding tot een gevangenisstraf (met of zonder dwangarbeid) van hoogstens drie maanden veroordeeld worden.

Ter bescherming van de onderstandskassen der vakorganisaties bepaalt het ontwerp, dat elke vakvereeniging, welke geregistreerd is of gerechtigd is dat te laten doen, met toestemming van minstens 2/3 harer leden voor haar onderstandskas een bewijs van inschrijving volgens de Friendly Societies Act 1896 kan aanvragen. Daartoe behoort zij echter te voren al haar schulden te voldoen en deze kas van die der vereeniging te scheiden. Na zulk een inschrijving zullen de vorderingen ten laste der eene kas niet op die der andere verhaald kunnen worden.

Wetsontwerp tot instelling van een Ministerie van Arbeid. ')

(Projet de loi instituant un Ministère du Travail.)

Door eenige leden van het Lagerhuis is een wetsontwerp ingediend tot instelling van een Ministerie van Arbeid, dat belangrijk van het in afl. 9, 1911, bladz.612, behandelde ontwerp derzelfde strekking afwijkt. De voornaamste bepalingen van dit wetsvoorstel zijn de volgende.

Het nieuwe Ministerie wordt in hoofdzaak belast met de bestrijding der werkloosheid. Om de vraag naar arbeidskrachten in de verschillende jaargetijden en in goede en slechte jaren ongeveer op dezelfde hoogte te houden, kan de Minister van Arbeid adviseeren tot vertraging of bespoediging der uitvoering van openbare werken. Ook als lid (van rechtswege) der onder de „Development and Road improvement (ontginning en verbetering van wegen) Funds Act, 1909", ingestelde commissies mag hij stappen doén om in tijden van slapte nieuwe werken te doen uitvoeren, of bij de onder handen zijnde meer arbeiders aan te nemen. Op den Minister van Arbeid zullen alle bevoegdheden overgedragen worden, welke thans volgens de Labour Exchanges Act, 1909, aan den Board of Trade toekomen, terwijl er voorts een centrale arbeidsbeurs zal zijn. De werkgevers, die" voor arbeid van tijdelijken aard, door den Minister van Arbeid als zoodanig aangewezen, werkkrachten voor korter dan een maand zoeken, kunnen verplicht worden daarbij van een openbare arbeidsbeurs gebruik te maken. De Minister van Arbeid zal belast zijn met de uitvoering van de verzekering tegen werkloosheid van staatswege of met rijkssteun. Voorts zal hij inrichtingen in het leven roepen, waar aan gezonde mannelijke en vrouwelijke werkloozen, die niet meer leerplichtig zijn en den leeftijd van 60 jaar nog niet bereikt hebben, verblijf, voedsel, en onderricht wordt verschaft, v/anneer de arbeidsbeurzen hen niet aan werk kunnen helpen. Wegens landlooperij veroordeelde personen kunnen voor hoogstens 12 maanden in door den Minister te stichten werkinrichtingen worden geplaatst. De vrouwen, kinderen enz. van in inrichtingen opgenomen werkloozen en landloopers kunnen onderstand genieten.

Verschillende bevoegdheden, welke thans aan den Local Government Board,

!) Een afdruk van dit ontwerp werd door den Consul-Generaal te Londen toegezonden.