voorts niet meer dan matig werk was in de lakenweverijen en de drukkerij van wol, katoen en linnen, voor zoover betreft het handwerk (in het machinale gedeelte druk).

Daarentegen viel drukte te constateeren te Boxtel (overwerk), te Enschede in de katoenweverijen en de katoenspinnerijen, te Goirle (meer werkkrachten), te Groningen in de tricotage (als voren) en te Leiden in de katoenweverijen, sajetspinnerijen en breierijen.

Overal elders en in de overige bedrijfstakken in de gemeenten, boven reeds genoemd, was de toestand normaal of bevredigend.

De vraag naar werkkrachten overtrof het aanbod te Boxtel, Groningen (tricotage) en Haarlem (breierijen), terwijl de verhouding omgekeerd was te Tilburg en te Hengelo, voor zoover betreft meisjes. Overigens bestond er overal evenwicht tusschen beide. Werkloosheid werd alleen door Tilburg gerapporteerd.

Arnhem (C), Boxtel (Mv en V), Eindhoven (V), Enschede (Ki), Geldrop (V), Goirle (V), 's-Gravenhage (C), Groningen (C), Haarlem (C), Helmond (KF en V), Hengelo (Tn), 's-Hertogenbosch (C), Leiden (Tn), Rotterdam (C), Tilburg (As), Utrecht (C), Vaals (W),') Veenendaal (Tn).

Vellenblooterijen. Goed werk voor den tijd van het jaar. Vraag en aanbod gelijk. G. w.

Leiden (Tn).

Tapijtfabricage. Te Hilversum eenige slapte en eenige werkloosheid in de handweverij (een 10-tal werklieden ontslagen). Te Laren daarentegen eenige drukte (seizoen) en iets meer vraag naar werkkrachten dan aanbod. Te Rotterdam afnemende seizoendrukte (werktijd verkort, afschaffing van de nachtploeg); geen werkloosheid. Te Goirle bevredigende drukte, met evenwicht tusschen vraag en aanbod.

Goirle (V), Hilversum (Ti), Laren (Hilversum Ti), Rotterdam (C).

Passementfabricage. Te 's-Gravenhage slapte (bedrijf achteruitgaande), te Arnhem drukte, te 's-Hertogenbosch normaal.

Vraag en aanbod waren gelijk, behalve te 's-Gravenhage, waar werkloosheid voorkwam.

Arnhem (C), 's-Gravenhage (C), 's-Hertogenbosch (C).

Touwslagerijen. Te Utrecht was geregeld werk. Te Rotterdam was de toestand in de eene fabriek gewoon, terwijl in de andere nog drukte heerschte, hoewel in afnemende mate (het aantal werkkrachten van de nachtploeg werd verminderd). G. w.

Rotterdam (C), Utrecht (C).

XVI. Fabricage van gas en electriciteit.

(Fabrication de gaz et d'électricité.)

Gasfabrieken. Seizoenslapte. Te Amsterdam werden nog enkele losse arbeiders ontslagen.

Amsterdam (Vg), Schiedam (Vg).

XVII. Bereiding van voedings- en genotmiddelen.

IFabrication d'aliments.)

Meeltabricage. Slapte werd waargenomen in de korenmalerijen te Alfen, Asten (zeer slap) en Tilburg en de meelfabrieken te Amsterdam (eenige), 's-Gravenhage (buitenlandsche invoer) en Leeuwarden.

Daarentegen heerschte drukte in de meelfabrieken te Leiden (mindere kwaliteit der aardappelen en duurte der groenten), Rotterdam (overwerk) en Utrecht (zeer druk). De overige vijf verslagen maakten melding van gewoon, geregeld werk.

Voor het molenaarsbedrijf te Tilburg overtrof de vraag het aanbod. Daarentegen was het aanbod grooter voor de meelfabrieken te Deventer, 's-Gravenhage, Rotterdam, Utrecht en Amsterdam (losse werkkrachten). Overigens bestond er evenwicht. Werkloosheid werd gerapporteerd door Deventer en 's-Gravenhage.

Alfen (Vg), Amsterdam (Vg), Arnhem (Vg), Asten (P), Deventer (P), Groningen (Vg), 's-Gravenhage (Vg), 's-Hertogenbosch (Vg), Leeuwarden (K), Leiden (Vg), Nijmegen (Vg), Rotterdam (Vg), Tilburg (P), Utrecht (Vg).

Rijstpellerijen. Te Dordrecht drukte (nieuwe oogst), te Rotterdam normaal. Te Rotterdam was het aanbod iets grooter dan de vraag, maar de werkloosheid was niet van beteekenis. Te Dordrecht kwamen vraag en aanbod niet voor.

Dordrecht (Vg), Rotterdam (Vg).

') Zie noot 1 op blz. 375