BUITENLAND

(ÉTRANQER.)

Arbeidsmarkt.

(Bulletin da travail.)

België. (Belgique.) Juni 1912. ') Door 39 kostelooze arbeidsbeurzen werden bij 3 901 aanvragen door patroons 3 811 aanbiedingen van mannelijke arbeidskrachten ingeschreven, d. i. 97 aanbiedingen op 100 aanvragen, tegen 97 in de vorige maand en 110 in Juni 1911. Omtrent de werkloosheid onder de georganiseerden zijn nauwkeurige inlichtingen ingekomen van 240 vakvereenigingen met 70 210 leden. De Antwerpsche diamantbewerkers — waaronder de reeds groote werkloosheid nog toenam - niet medegerekend, waren 754 der 66 285 leden van de overige vakvereenigingen werkloos of 1,1 pCt., tegen 1,3 pCt. in de vorige maand en 1,2 pCt. in Juni 1911. De stand der arbeidsmarkt bleef dus over het algemeen zeer gunstig en was beter dan de vorige maand en dan verleden jaar om dezen tijd.

Ouitschland. (Allemagne.) Juni 1912.2) De stand der arbeidsmarkt was ook in Juni weder niet overal gelijk; meermalen waren teekenen van verdere verslapping waar te nemen. Volgens de berichten uit de industrie bleef de drukte in vele bedrijven aanhouden, doch voor enkele trad seizoenslapte in. Bij een deel der kolenmijnen in het Ruhrgebied kwam in den toestand geen verandering; in andere was deze goed in verband met een bijzonder sterke vraag naar kolen voor de industrie. Over het algemeen ging in Opper-Silezië veel om ofschoon minder dan in Mei. In Neder-Silezië was de omzet van kolen en cokes nog steeds gering. Ook de toestand in het bruinkolenbekken van Midden-Duitschland gaf geen reden tot tevredenheid. Minder ongunstig was de omzet in den Neder-Lausitz, waar sinds de vorige maand eenige verbetering viel waar te nemen. In de ruw-ijzerindustrie, den kalimijnbouw, de ijzergieterijen, de staalfabrieken, de machine-, de electrische en de chemische industrie was het druk, ten deele drukker dan in Mei. In enkele streken verminderde de bedrijvigheid in de katoenspinnerijen aanmerkelijk; in Zuid-Duitschland bleef deze goed. De toestand, in de lakenindustrie was meestal normaal, in de Silezische linnenindustrie bevredigend', in het confectiebedrijf bijna overal goed, in de papierindustrie gedeeltelijk slap en gedeeltelijk vrij goed. De berichten uit het bouwbedrijf luidden zeer verschillend.

Volgens de opgaven der ziekenkassen is de bedrijvigheid in Juni sterk afgenomen. Op 1 Juli' 1912 waren 25 387 personen minder werkzaam dan op 1 Juni (3132 mannen en 22 255 vrouwen); de vermindering was echter geringer dan in Juni 1911 (28 988 personen); de vorige maand bedroeg de toeneming 37 707 personen. Stelt men het aantal op 1 Januari 1912 werk hebbende personen voor beide geslachten óp 100, dan is op 1 Juli 1912, vergeleken met 1 Januari, het aantal werk hebbende mannen tot 107 en dat der werk hebbende vrouwen tot 102 gestegen. Van de 2 113 855 leden van 51 vakbonden was einde Juni 1912 1,7 pCt. werkloos, tegen 1,9 pCt. einde Alei 1912 en 1,6 pCt. einde Juni 1911. In vergelijking tot de voorgaande maand. valt dus vermindering en tot het vorige jaar eenige vermeerdering van de werkloosheid te constateeren. De cijfers der arbeidsbeurzen wijzen bij vergelijking met de voorgaande maand op vooruitgang. Bij alle arbeidsbeurzen, die vergelijkbare opgaven inzonden, kwamen n.1. in Juni 1912 op 100 aanvragen door patroons om mannelijke arbeidskrachten 146 aanbiedingen voor, tegen 146 in Juni 1911 en 153 in Mei 1912; voor de vrouwelijke arbeidskrachten zijn deze cijfers resp. 101, 85 en 97. De ontvangsten uit het goederenvervoer op de Duitsche spoorwegen bedroegen in Juni 1912 154614439 M., d. i. 13726 145 M. meer dan in Juni 1911, hetgeen overeenkomt met een vermeerdering van 228 M. of 8,48 pCt. per K.M.

!) Arbeidsblad van 15 Juli 1912.

Doiotir. A t-Koifc-Klotf iroti lult IQIO

1) Arbeidsblad van 15 Juli 1912.

2) Reichs-Arbeitsblatt van Juli 1912.

7*