organisaties, met 63 pCt. der leden, dat er evenveel, en door 19 pCt., met 15 pCt. der leden, dat er minder werk was. De vraag: „Acht gij den stand der arbeidsmarkt voor den tijd van het jaar bevredigend?" beantwoordden 639 vakorganisaties met 146113 leden bevestigend, 219met 74411 leden daarentegen ontkennend.

Groot-Britannië en Ierland. (Grande-Bretagne et Irlande.) Juli 1912. ') De stand der arbeidsmarkt bleef in Juli goed en was iets gunstiger dan verleden jaar om dezen tijd. Sedert de vorige' maand nam de bedrijvigheid toe in de ruw-ijzer- en de blikindustrie en bij den scheepsbouw. In de machinenindustrie hield de drukte aan en kwam veel overwerk voor. Daarentegen was in bijna de geheele textielnijverheid en in de schoen-, ijzer-, staal- en glasindustrie eenige verslapping waar te nemen. De toestand in den kolenmijnbouw en de bouwbedrijven onderging zoo goed als geen verandering. Vergeleken met het vorige jaar ging in de meeste belangrijke takken van nijverheid — vooral in de ijzer-, blik-, staal- en schoenindustrie — meer om. De stijging van het loon hield aan. Bij de loonsveranderingen, die in Juli plaats hadden, waren 290165 werklieden betrokken; van allen werd het loon verhoogd en wel met in totaal £ 13 242 per week. De 390 trade unions, die opgaven verstrekten, telden einde Juli bij een ledental van 863 546 personen 22 222 werkloozen, d. i. 2,6 pCt., tegen 2,5 pCt. einde Juni 1912 en 2,9 pCt. einde Juli 1911. Het percentage is sedert 1900 in Juli nog niet zóó laag geweest.

Noorwegen. (Norvège.) Mei en Juni 1912. Het Noorsche Centraal Bureauvoor de Statistiek verstrekte welwillend het volgende staatje betreffende de werkloosheid onder de leden van eenige der voornaamste vakvereenigingen.

BEROEPEN.

Aantal leden. (Nombre des membresJ

Mei Jani Juni (mat) (juin) (juin) 1912. 1912. 1911.

Percentage werkloozen. (Chömeurs en ppur-cent.)

Mei Juni Juni (mai) (juin) (juin) 1912. 1912. 1911.

PROFESSIONS.

Metaalbewerkers ... 7 433 7 609 6 659 1,1 1,0 0,9 Ouvr. en métaux.

Boekdrukkers .... 1 970 19S1 1 767 0,5 0,1 0,2 Imprimeurs.

Papiermakers .... 1420 1391 1 518 1,3 0,6 0,4 Papetiers.

Houtbewerkers. . . . 1 318 1 391 1179 0,4 0,1 1,0 Ouvr. en bois.

Metselaars 634 639 495 2,1. 1,4 — Mafons.

Meubelmakers.... 513 522 485 0,4 — 1,6 Menuisiers.

Zagers en schavers . . 503 4S3 413 4,2 1,7 5,6 Scieurs et raboteurs.

Boekbinders .... 463 465 375 -— 0,2 0,3 Relieurs.

Bakkers 388 388 330 7,2 3,6 0,6 Boulangers.

Schilders 333 353 280 — — Peintres.

Totaal. . . 14 975 15 222 13 501 J,2 0,8 0,8 Total.

Arbeidsbeurzen.

(Placement.)

België. (Belgique.) Juni 1912. Zie onder „Arbeidsmarkt".

(—) 1911. 2) Het staatje op de volgende bladzijde geeft een overzicht van de werkzaamheid der arbeidsbeurzen in de voornaamste plaatsen en van alle beurzen te zamen gedurende 1911.

1) Labour Qazette van Augustus 1912.

2) Arbeidsblad van 30 Juni 1912. Zie voor 1910 afl. 8, 1911, bladz. 552.

8