ouderworpen. Slechts die arbeiders worden in vasten dienst genomen, welke door den geneeskundige der Yereeniging zijn goedgekeurd en gedurende een proeftijd van 2 maanden tot tevredenheid van het bestuur hebben gewerkt.

Tijdelijk Personeel.

Art. 3. Tot het tijdelijk personeel worden gerekend:

1. Zij, die hun proeftijd nog niet hebben voleindigd.

2. Zij, die op aanwijzing van het bestuur

u. dienst verrichten voor een personeellid, dat tijdelijk buiteu dienst is; b. slechts eenige dageu per week of per maand arbeiden.

3. Arbeiders, die den 20-jarigen leeftijd nog niet hebben bereikt.

Art. 4. Tijdelijke arbeiders in dieust der Yereeniging die den 20-jarigen leeftijd bereikt hebben en naar het oordeel van het bestuur voor een benoeming iu het vaste personeel in aanmerking komen, moeten eveneens door deu geneeskundige der Yereeniging worden goedgekeurd, alvorens iu het vaste personeel te worden opgenomen. Zij ontvaugen uiterst li dagen jaarna eene door den voorzitter en den secretaris der Yereeniging onderteekende aanstelling.

Art. 5. Losse werklieden worden, als de werkzaamheden dit vereiseheu, aangenomen door de Hoofden der afd., zonder eenige verbinding voor de Vereeniging.

Leeftijdgrens

Art. 6. Personen, die den leeftijd van 35 jaar hebben bereikt, komen als regel niet in aanmerking voor vaste aanstelling in dienst der Vereeniging.

Iu bijzondere gevallen kan het bestuur der Vereenigiug ecliter van deze bepaling afwijken.

Werkwijze.

Art. 7. De arbeiders zijn gehouden hun arbeid volgens de voorschriften van het bestuur der Vereeniging of diens plaatsvervanger nauwgezet en volledig te verrichten, in het algemeen zich in hunne werkzaamheden te gedragen naar de huu gegeven aanwijzingen en naar de bepalingen van het personeel-reglement, dat in overleg met de vakvereenigiug is vastgesteld.

Arbeidstijd.

Art. 8. De arbeidstijd met inbegrip van rusttijden bedraagt:

a. Yoor bakkerij-, magazijn- en zolderpersoneel op gewone dagen 8 uur en op Zaterdag en daarmee gelijk te stellen dagen 14 uur tot een totaal van 54 uur per week.

b. Voor broodbezorgers voor geheele dagen 54 uur per week.

c. Voor de andere bezorgers 40 uur per week. Alle arbeid buiteu het aantal dagelijksche of wekelijksche arbeidsuren wordt als overwerk beschouwd en valt onder de bepalingen van art. 9.

Overwerk.

Art. 9. Door beide partijen zal gestreefd worden naar eene zoo groot mogelijke beperking van overwerk. Is overwerk evenwel noodzakelijk, zoo wordt aan de bakkers en verder aan allen, die voor nachtarbeid zijn aangenomen daarvoor betaald: u. voor de eerste 2 uren een uurloon gelijk staande met de uitkomst der deeling van het weekloon door het aantal werkuren per week verhoogd met 25 pCt.; b. voor latere uren het geuoemde uurloou met een verhooging van 50 pCt. De broodbezorgers en allen, die niet zijn aangewezen voor nachtarbeid, zullen 25 pCt. toeslag op huu loon ontvangen voQr overwerk vóór des avonds 10 uur en 50 pCt. ua 10 uur. Aan de bezorgers, die geen vollen dienst verrichten, zal een toeslag op het loon eerst worden uitgekeerd op gewone dagen ua 8 uur en op den Zaterdag na 14 uren arbeid.

Wekelijksche rustdag en feestdagen.

Art. 10. «. Als wekelijksche rustdag geldt de Zondag; b. als rustdag gelden mede de algemeen erkende christelijke feestdagen; c. niet dan in hoogst noodzakelijke gevallen zal op den wekelijkschen rustdag of op feestdagen arbeid worden verricht; d. zoo op Zondag arbeid noodzakelijk is, wordt voor dien arbeid betaald een uurloon, berekend volgens den iu art. 9 genoemden maatstaf, verhoogd met 100 pCt.; e. duurt de arbeid op Zoudag korter dan 2 uur, dan worden daarvoor 2 volle uren benevens de verhoogiug betaald; f. is arbeid op een der erkende christelijke feestdagen noodzakelijk, dan zal daarvoor een toeslag worden betaald, gelijk staande aan het gewone salaris over den tijd der werkzaamheden.

Loonen.

Art. 11. Arbeiders, die bij het voleindigen van hun 23e jaar reeds in dienst der Yereeniging waren en arbeiders, die op lateren leeftijd in dienst der Vereeniging treden, zullen onderscheidenlijk van hun 23eu verjaardag of van het tijdstip hunner indiensttreding het aanvangsloon ontvangen, dat aau hun functie is verbonden.

Het volle loon zal geleidelijk en nooit in meer dan zes jaren door jaarlijksche loonsverhooging verkregen worden.

De loonen zullen bedragen: